Death Cab For Cutie - Kintsugi
De nieuwe plaat van Death Cab For Cutie, ideale indieschoonzonen uit Seattle, is een zoekplaatje. Een zoekplaatje tegen wil en dank, overigens: aangezien het huwelijk van frontman Ben Gibbard met manic pixie dreamgirl Zooey Deschanel tussen deze plaat en de vorige op de klippen liep, zoekt met name de Amerikaanse muziekpers zich suf naar tekstuele referenties. Heeft Gibbard zijn eigen ‘Blood on the Tracks’ gemaakt?
Om de vraag te beantwoorden: vrijwel alle teksten op ‘Kintsugi’ gaan over de onmogelijkheid van menselijke relaties. Al te exact wordt Gibbard nergens, maar het is zo ook wel duidelijk: hij heeft niet de fraaiste periode uit zijn leven achter de rug. En de muziek? Die start veelbelovend. De eerste drie tracks lijken een grootse cd aan te kondigen. In ‘No Room in Frame’ pakt Gibbard met zijn zachte, mooie stem de luisteraar bij de hand. Hij komt uit bij een sombere conclusie: ‘We’ll both go on / To get lonely with someone else’. Daarna volgt ‘Black Sun’: midtempo indie, zachte elektronica en een lekker scheurende gitaar die de boel af en toe komt opschudden. Hun beste single in tien jaar. In ‘The Ghosts of Beverly Drive’ wordt de hartslagmeter nog wat verder de hoogte ingejaagd, en begint Gibbard soelaas te vinden bij zijn groep.
En daarna? Daarna krijg je meer van hetzelfde. De bloem komt nooit helemaal uit. Het is een beetje de makke van DCFC: subtiliteit past hen als een kamerjas, maar ze nemen weinig risico. Het is misschien de reden waarom ze nooit helemaal tot de hoogste echelons doorbraken, zoals bijvoorbeeld The National dat wel deed. Deze plaat is alweer een briesje, geen orkaan, maar is dat erg? Neuh. Er zijn tal van zomeravonden waarop we het briesje prefereren. Wie meer opwinding wil, kan altijd de laatste Viet Cong opzetten.