Hoe rusthuizen sterfhuizen werdenChris De Stoop reconstrueert het coronadrama
‘Dementerenden werden bewust opgeofferd, ze beseften het toch niet’: het drama in de rusthuizen dat het einde van Wouter Beke inluidde
De ontslagname van Wouter Beke is de kroniek van een aangekondigd afscheid dat zijn startpunt kent bij de drama’s in de woonzorgcentra tijdens de coronacrisis. Hoe het virus daar door de kamers raasde en een spoor van dood en eenzaamheid achterliet, werd gedetailleerd opgetekend door ex-reporter Chris De Stoop in ‘Hemelrijk’. ‘Men heeft die sector op slot gedaan en er niet meer naar omgekeken. We hebben de mensen letterlijk laten stikken.’
HUMO Het boek zal talloos veel mensen beroeren, maar mijn eerste reflex was: een originaliteitsprijs gaat hij met een boek over de pandemie niet winnen.
CHRIS DE STOOP (lacht) «Ik weet het. Aanvankelijk was er geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht een boek over de coronacrisis te schrijven. Maar er zit ongetwijfeld een gemankeerde maatschappelijk werker in mij. De sociale problemen krijgen mij steeds opnieuw te pakken.»
HUMO Hoe is dat in dit geval gegaan?
DE STOOP «Dit verhaal heeft zich echt aan mij opgedrongen. Het overlijden van mijn schoonvader aan de gevolgen van een covidbesmetting, in februari 2021 hier in het rusthuis van Wommelgem, is de druppel geweest. Maar ik had toen al contact met Guido, de man die begin december 2020 voor Sinterklaas had gespeeld in woonzorgcentrum Hemelrijck in Mol, en die was gebrandmerkt als een ‘superverspreider’, verantwoordelijk voor een coviduitbraak waaraan 34 bewoners waren bezweken. Hij had zich compleet afgesloten van de buitenwereld. Hij stond op de rand van een mentale afgrond, vol schuldgevoelens en schaamte. Ik leerde hem kennen als een sociaal dier en een toegewijde mantelzorger voor zijn moeder, die zelf ook in Hemelrijck verbleef. Ik herkende mezelf een beetje in hem. Ik ben zelf ook acht jaar lang de mantelzorger geweest van mijn dementerende moeder, die net vóór de pandemie overleed.
»Toen werd het schrijven van dit boek een geval van onweerstaanbare drang. Ik dacht: ik moet die twee ervaringen, van Guido en van mezelf, combineren in één verhaal. Hoe het was om in een zorgcentrum te werken, de pandemie over je heen te krijgen, en er dertig, veertig, vijftig doden later weer uit te komen. En hoe het was om als mantelzorger machteloos toe te kijken. In onze woonzorgcentra zijn bejaarde mensen bij bosjes gestorven, in de meest ellendige omstandigheden en in totale eenzaamheid. Dat is één van de zwartste bladzijden uit onze naoorlogse geschiedenis. Van bij het begin, tijdens de eerste golf, hebben wij de mensen in de rusthuizen in de steek gelaten. We hebben hen letterlijk en figuurlijk laten stikken. Dat is een collectief falen dat we onder ogen moeten zien en nooit zouden mogen vergeten, maar dat we nu al bagatelliseren.»
Lees ook:
Frank Vandenbroucke: ‘Je moet de mensen die je raakt met je beleid in de ogen durven te kijken en uitleggen waaróm je dat doet’
Schrijver Chris de Stoop over de moord op zijn oom:‘Ze filmden met hun iPhone hoe ze zijn hoofd insloegen. Ze zagen hem als een Untermensch’
HUMO Op een rustige dag maakt covid nog altijd evenveel dodelijke slachtoffers als de Bende van Nijvel in heel haar onzalige bestaan. Op de piekdagen van de eerste en de tweede golf een veelvoud daarvan.
DE STOOP «Toen ik afgelopen september mijn boek afsloot, waren er in de Belgische zorgcentra ongeveer 13.000 doden gevallen. Meer dan de helft van het totale aantal slachtoffers in het hele land. Dat is een massagraf. Maar we vinden het kennelijk logisch dat het zo is gegaan. Die oudjes zouden toch gestorven zijn, is de veelgehoorde boutade, alleen misschien wat later. Wel, dat choqueert mij. We sterven allemaal liever wat later, hè. In Italië heeft men berekend dat de slachtoffers van covid daar gemiddeld genomen nog tien jaar voor de boeg hadden. In een zorgcentrum is elk extra jaar meegenomen.
»Maar dat sterven an sich was misschien nog niet het ergste. Het was de manier waarop: in grote haast, in grote angst en in complete eenzaamheid. In de gesprekken die ik heb gevoerd met nabestaanden en zorgverleners, ging het altijd daarover. Mijn schoonmoeder voelt zich nog altijd verweesd over het afscheid dat haar niet vergund is geweest: ‘Je echtgenoot sterft maar één keer,’ is haar gevoel, ‘dat moment komt nooit meer terug, je kunt het niet overdoen.’ Zorgverleners vertelden hoe ze mensen die ze jarenlang hadden verzorgd, en met wie ze soms een sterkere band hadden dan met hun eigen grootouders, haastig in een plastic bodybag hadden moeten stoppen, minuten nadat ze hun laatste adem hadden uitgeblazen. Desinfecteren en afvoeren, was de opdracht. Families hebben in de meeste gevallen niet meer de kans gehad om het lichaam van hun geliefde ouder of grootouder, oom of tante nog te groeten. Dat laat mensen achter met een gecompliceerde, onverwerkte rouw waarmee ze lang zullen worstelen. Vertwijfeld vragen ze zich af: ‘Hebben we wel genoeg gedaan?’ Nee dus, de meeste mensen hebben níét genoeg kunnen doen.»
PEK EN VEREN
HUMO U hebt dit verhaal geschreven uit verontwaardiging, maar niet mét verontwaardiging. U toont opvallend veel begrip, voor alle betrokkenen. Is het de leeftijd?
DE STOOP (lacht) «Mijn eerste boeken waren zeer journalistiek van inslag. De eerste vier hebben steevast geleid tot parlementaire onderzoekscommissies en hoorzittingen. Louis Paul Boon indachtig wilde ik de mensen een geweten schoppen. Maar op een gegeven moment was ik dat beu. Ik heb ondertussen geleerd te vertrouwen op de kracht van het verhaal. Ik stop nooit meningen in mijn boeken. Ik ben geen man van uitgesproken meningen. (Lachje) In interviews ligt dat anders.
»Het motto van ‘Hemelrijk’ is een zin uit ‘De pest’ van Albert Camus: ‘Uit een plaag kun je leren dat er in mensen toch meer te bewonderen dan te verachten valt.’ Dat is ook mijn ervaring. Dit boek is in de eerste plaats een poging tot eerherstel voor de mensen van het zorgcentrum in Mol: Guido, de vermaledijde Sint, Greet, de nu ex-directrice, Jennifer, het hoofd van de animatiedienst, en alle zorgverleners die geviseerd en gestigmatiseerd werden, en van wie sommigen nog steeds getraumatiseerd zijn. Bij uitbreiding is het een hart onder de riem voor alle bewoners, medewerkers en mantelzorgers in onze woonzorgcentra, die in dezelfde periode ongeveer hetzelfde hebben meegemaakt.
»Ik heb zelf meer dan duizend dagen doorgebracht in woonzorgcentrum Het Hof in Sint-Niklaas, aan de zijde van mijn moeder. Ik heb me daar heel goed gevoeld. Als ik er binnenstapte, liet ik de rust van het rusthuis over mij heen komen en observeerde ik de mensen. Nee, het geluk straalde er niet van de gezichten. De meesten blaakten er niet van gezondheid. In die steriele gangen en uniforme kamers verliezen de bewoners onvermijdelijk een stukje van hun identiteit. Maar ik heb er ook met eigen ogen gezien hoe hoogbejaarde mensen weer opleefden. Ze arriveerden in een fase van aftakeling en dreigende isolatie die hun veel angsten bezorgde, maar gaandeweg vonden ze er een veilig gevoel terug. Goeie verzorging en verpleging, maar ook: gezelschap, beweging, een sociaal leven, culturele activiteiten, een nieuw levensritme. Een gemeenschap, kortom. Op den duur keek ik uit naar de gesprekken met de mensen die ik er had leren kennen. En samen met mijn moeder was ik diep geschokt als er weer eens iemand doodging, ook al was die 95.
»Het tehuis waar mijn moeder zat, was nog opgericht door kloosterzusters, vanuit het principe van de christelijke naastenliefde. Maar dezelfde warmte en toewijding vond ik in Hemelrijck, een woonzorgcentrum dat wordt beheerd door een grote commerciële groep, Armonea. Net zoals het zorgcentrum waar mijn schoonmoeder verblijft in Wommelgem, trouwens.»
HUMO Hoe is het in Hemelrijck zo fout kunnen lopen, in die catastrofale decembermaand van 2020?
DE STOOP «Het is in Hemelrijck niet wezenlijk anders gelopen dan in heel veel andere woonzorgcentra, in de streek en in het land. Het virus is erdoorheen geraasd: 134 van de 169 bewoners, 43 medewerkers en 2 vrijwilligers zijn besmet geraakt, 34 bewoners hebben het niet overleefd. Dat was de eindbalans.
»Het grote verschil met de andere woonzorgcentra is dat Hemelrijck tot ‘interessante casus’ werd gebombardeerd. En dat er een schuldige voor de besmetting werd aangewezen en publiek gemaakt, wat bij mijn weten nergens anders is gebeurd.»
HUMO Het sinterklaasverhaal. De sint – Guido – was op alle afdelingen van Hemelrijck gepasseerd en werd als eerste ziek. De PCR-test wees uit dat hij een ‘hoge virale lading’ had, waarna hij prompt werd uitgeroepen tot ‘superverspreider’.
DE STOOP «Precies. Guido werd met pek en veren ingesmeerd en te schande gemaakt. In een volgende fase kreeg Greet, de directrice, de volle laag. En ten slotte werd heel Hemelrijck afgeschilderd als een plek waar mensen niet goed werden verzorgd.»
HUMO De Antwerpse provinciegouverneur Cathy Berx heeft die sinterklaastheorie wereldkundig gemaakt. ‘Het gaat hier om het typevoorbeeld van een superverspreider,’ zei ze in de krant. ‘Het lijdt geen twijfel dat het bezoek van de sint de besmettingen heeft veroorzaakt.’
DE STOOP «Klopt, en de avond voordien had ze hetzelfde gezegd op de VRT. Toen was het hek van de dam. Ze heeft er zich later voor geëxcuseerd. Had Cathy Berx die uitspraken niet gedaan, dan zouden de nationale en internationale media wellicht veel minder hebben bericht over de uitbraak in Hemelrijck. Zoals ze ook maar weinig woorden hebben vuilgemaakt aan de uitbraken in tientallen, hónderden andere woonzorgcentra. Hooguit werden die terloops vermeld.»
HUMO Terwijl de foto van Guido, met een mondmasker over zijn sinterklaasbaard, de wereld is rondgegaan.
DE STOOP «Cathy Berx had de informatie over de virale lading die was aangetroffen bij Guido van Molse artsen. Zij heeft de testuitslagen gelekt. Dat was een fout. En het ergste van al was dat ze in Hemelrijck op dat moment de uitslagen nog niet hadden. Ze hadden dus niemand kunnen waarschuwen. Guido heeft in de krant moeten lezen dat hij de superverspreider was. ‘Het was alsof er een blok beton op mij neerstortte,’ zei hij daarover tegen mij. Hij is weggezonken in een diepe depressie. Het idee dat hij verantwoordelijk was voor de besmetting van het hele zorgcentrum, inclusief zijn eigen moeder, was onverdraaglijk.
»Maar de heksenjacht was begonnen en heeft tot na Nieuwjaar geduurd. In die sfeer hebben ze zich in Hemelrijck door de coviduitbraak moeten spartelen. Werken op leven en dood. Dat proces beschrijf ik in het boek: bewoners isoleren en in cohorten onderbrengen, logistieke stromen scheiden, overal sluizen installeren, de hele dag beschermingspakken dragen, en elke nacht het hele gebouw laten ontsmetten door een gespecialiseerde firma tot de vloeren plakten van de chloor en de dampen door de gangen dreven. Elke dag liepen er cameramensen rond het gebouw, die door de ramen heen filmden. Elke dag moesten ze op sociale media lezen wat voor een ellende het wel was in hun rusthuis. En ondertussen maar bodybags dichtritsen. Dat heeft er ongelooflijk diep ingehakt, bij iedereen. Sommigen hadden een halfjaar later nog posttraumatische stress: slapeloosheid, nachtmerries, angsten, flashbacks. In de zorg noemen ze dat het second victim syndrome: de bewoners waren de eerste slachtoffers, maar de zorgverleners leden er in Hemelrijck zeker ook onder.»
KWETSBAARHEIDSSCORE
HUMO Naderhand is uit onderzoek gebleken dat het sinterklaasbezoek aan Hemelrijck hoogstwaarschijnlijk wel een superspreadingevent is geweest. Met andere woorden: wat Cathy Berx zei, was niet helemaal uit de lucht gegrepen.
DE STOOP «Misschien, maar zij had de zaak nooit mogen personaliseren. Die informatie lekken was al een fout, de sint met de vinger wijzen was moreel helemaal niet verantwoord. Guido is een bekende figuur in de streek, velen wisten meteen over wie het ging. Dat doe je niet, dat kun je niet maken als je niet zeker bent. En Berx kón niet zeker zijn, simpelweg omdat het nooit zeker is geweest. Marc Van Ranst, die de zaak ook mee heeft bekeken, heeft van meet af aan gezegd dat er ook andere verklaringen mogelijk waren, en dat Guido ten onrechte het etiket ‘superverspreider’ heeft gekregen. Ja, de virale lading was sterk bij hem. Maar 67 procent van de positief geteste bewoners van Hemelrijck bleek in dezelfde categorie te zitten, werd mij door de onderzoekers gemaild. En Guido was ook niet als eerste besmet in Hemelrijck: een paar weken vóór het sinterklaasbezoek was al een hele gang omgevormd tot cohortafdeling, vanwege een dozijn besmette bewoners. De dag voordien was een positieve patiënt vanuit het ziekenhuis teruggestuurd naar Hemelrijck. En de ochtend zelf was nog een ander positief geval gemeld. Met andere woorden: er zijn redenen om aan te nemen dat het virus al binnen zat vóór Guido zijn sinterklaastenue aantrok, dat hij slachtoffer was in plaats van verspreider.
»Volgens epidemioloog Marie Laga van het Tropisch Instituut wijst alles erop dat het sinterklaasbezoek inderdaad een superspreadingevent was. Zij vermoedt dat het virus zich door de afgesloten, slecht geventileerde ruimtes heeft kunnen verspreiden via minuscule, in de lucht zwevende deeltjes, de zogenaamde aerosolen. Dat zou alvast de dynamiek van de uitbraak in Hemelrijck verklaren: na een week waren er al 60 positieve bewoners, tien dagen later 100, en op het einde van de rit 134. En het zou ook verklaren waarom bewoners die niet in de buurt van Guido zijn geweest, toch besmet zijn geraakt. Iedereen weet dat veel woonzorgcentra slechte of helemaal geen ventilatiesystemen hebben. In december 2020 was dat nog geen groot issue. De Vlaamse overheid heeft pas na het drama in Mol ventilatieadviezen op haar website gezet.»
HUMO Hoe komt het volgens u dat er zoveel slachtoffers zijn gevallen in de woon-zorgcentra?
DE STOOP «Simpel: de ziekenhuizen, en meer in het bijzonder de afdelingen intensieve zorg, kregen absolute prioriteit. Dat begrijp ik volkomen. Maar in de woonzorgcentra zat de grootste risicogroep: de oudere bevolking, met veel onderliggende aandoeningen, dicht bij elkaar in afgesloten ruimtes. Zij hadden ook prioriteit moeten krijgen. Maar het tegendeel is gebeurd. Men heeft in de eerste golf die sector op slot gedaan, de sleutel weggegooid en er de volgende weken bijna niet meer naar omgekeken. Zo werden de rusthuizen sterfhuizen. En wie in leven bleef, was er erger aan toe dan gevangenen. Die worden tenminste nog een uurtje per dag gelucht, terwijl voor de zorgcentra een uitgaansverbod en een bezoekverbod werd uitgevaardigd. Er zijn mensen die maandenlang geen familie hebben gezien en geen buitenlucht hebben opgesnoven. Mijn bloed kookt als ik eraan terugdenk.»
HUMO De woonzorgcentra moesten van de overheid aan hun bewoners een kwetsbaarheidsscore toekennen: 1 was heel fit, 9 terminaal. Wie hoog scoorde, zou bij een beddentekort niet meer naar het ziekenhuis worden gebracht. Dat is de ijzingwekkendste passage uit uw boek.
DE STOOP «Luguber gewoon. Want de directies van de woonzorgcentra wisten heel goed waartoe dat systeem kon leiden: selecteren, beslissen over leven en dood. Van de 134 besmette bewoners van Hemelrijck is níémand naar het ziekenhuis gevoerd. Ja, één vrouw is op intensieve zorg in Mol terechtgekomen. Omdat ze door haar dochter, die bevriend was met de longarts van het Heilig Hart-ziekenhuis, uit Hemelrijck was weggehaald. Terwijl ze daar serviceflats hebben, waar mensen wonen die nog in goeie conditie zijn. En in de afdeling Chopin – alle afdelingen in Hemelrijck dragen de naam van een componist – zaten veel mensen die nog heel zelfredzaam waren. Ook daar zijn bewoners gestorven. Er zijn wél drie zorgverleners in het ziekenhuis opgenomen.
»Ik vertel in mijn boek over de verpleegster van het UZ Antwerpen die in Hemelrijck kwam helpen toen het daar alle hens aan dek was. Na drie dagen stapte ze weer op. ‘Ik kan het voor mezelf ethisch niet verantwoorden om hier te blijven,’ zei ze. ‘In het universitair ziekenhuis halen we er mensen door die er erger aan toe zijn dan de bewoners hier.’ Ze kon het niet meer aanzien.»
ONDERZOEKSCOMMISSIE
HUMO Wouter Beke, Vlaams minister van Volksgezondheid, ontkent met klem dat bewoners van woonzorgcentra uit de ziekenhuizen weren Vlaams beleid was.
DE STOOP «Dat klopt. Er is van de minister nooit een duidelijke richtlijn in die zin gekomen. Maar in de praktijk is het wel zo gegaan. Dat is kunnen gebeuren door non-beleid. Omdat er niet of te laat is opgetreden, heeft men op het terrein de richtlijnen en adviezen van artsenverenigingen en ethische commissies van ziekenhuizen en universiteiten gevolgd. En die waren er duidelijk op gericht om ziekenhuisbedden vrij te houden door verzwakte bewoners van zorgcentra buiten te houden. Er zijn flagrante voorbeelden van ambulanciers die weigerden bewoners van woonzorgcentra naar het ziekenhuis te voeren. Er hebben zelfs ziekenhuizen besmette patiënten teruggestuurd, waardoor er nieuwe broeihaarden werden gecreëerd.
»Het verontrust me een beetje dat Wouter Beke zo fel ontkent. Straks gaat het klinken alsof zich in de Vlaamse zorgcentra géén onvoorstelbare drama’s hebben afgespeeld.»
HUMO Draagt hij volgens u een verpletterende politieke verantwoordelijkheid?
DE STOOP «Voor mij is dit een parlementaire onderzoekscommissie waard. Maar die is er niet gekomen en zal er ook nooit komen.»
HUMO Zeker in het begin was covid als een tsunami die ons overspoelde. Vindt u het niet logisch dat men in de ziekenhuizen de ‘vrouwen en kinderen eerst’-reflex had? Dat jongere mensen met een langere levensverwachting voorrang kregen?
DE STOOP «Natuurlijk moeten we voor ogen blijven houden dat het een noodtoestand was en er iets onbekends op ons af kwam. Maar toch choqueert het mij dat artsen en ziekenhuizen impliciet gingen selecteren op leeftijd of kwetsbaarheid. In mijn ogen was dat immoreel. Daarmee zeg je eigenlijk dat oudere mensen minder waard zijn en minder rechten hebben. Amnesty International heeft dat trouwens aangeklaagd in een rapport. Er zijn mensenrechten geschonden tijdens de covidcrisis. Oudere mensen hebben met grote angsten gezeten, goed beseffend dat zij de pineut waren als ze besmet zouden worden, goed wetend dat hun de toegang tot elementaire medische zorg zou worden geweigerd.
»En uiteindelijk zijn die bedden op intensieve zorg die te allen prijze moesten vrijgehouden worden, nooit helemaal volzet geweest, zelfs niet tijdens de eerste golf. Uit sommige ziekenhuizen heeft men oudere mensen geweerd, ondanks het feit dat er nog bedden vrij waren. We hadden daar begrip voor. Maar in welk land leven we als we medische zorg weigeren aan oude mensen? Ik heb altijd gedacht dat het artsen verboden is om medische zorg te weigeren aan wie dan ook. Waar eindigt het als we die deur openzetten? Welke kwetsbare groepen gaan we hierna weigeren te behandelen in tijden van rampspoed? Mensen met een handicap? Mensen met een verstandelijke beperking? Dan zakken we door een ondergrens van onze beschaving, vind ik. Denk maar aan wat met dementerende bejaarden is gebeurd.»
HUMO Verklaar u nader.
DE STOOP «Mijn schoonvader, een succesvolle ondernemer die getroffen werd door de ziekte van Alzheimer, verbleef op de dementieafdeling van het zorgcentrum hier in Wommelgem. Op het einde van de tweede golf testte hij tijdens een uitbraak negatief. Maar een tijd later was hij toch positief. Toen bleek dat op de dementieafdeling besmette bewoners níét werden geïsoleerd. Besmette en niet-besmette personen bleven gewoon samen in één cohort: dat was in bijna alle woonzorgcentra de strategie, op advies van de overheid. Ik heb een rapport gelezen waarin expliciet stond: ‘Zij worden als toekomstig besmet beschouwd.’ En in een interview dat ik had met iemand van het Agentschap Zorg en Gezondheid, zei die het zo: ‘Zij werden opgeofferd om de situatie leefbaar en draaglijk te houden.’ Het argument was dat dementerende mensen per definitie ronddolen, dat je ze bijna niet kunt isoleren, en dat je hun die fysieke contacten beter kunt gunnen omdat ze toch niet begrijpen wat er aan de hand is.
»Ik heb daar alweer begrip voor, maar voor de nabestaanden is het nu ongelooflijk wrang. Wij blijven denken: onze vader, mijn schoonvader, had misschien nog geleefd als hij was weggehaald uit de afdeling toen hij nog negatief testte. Die verzuchting hoor ik bij nagenoeg alle betrokken families. De dementerenden hebben het gelag betaald. Oudere mensen tellen niet meer mee in de maatschappij, maar dementerenden nog het minst van al. En we hebben het hier niet over een kleine groep, hè. Er zijn nu al honderdduizenden mensen met dementie, en de verwachting is dat hun aantal nog zal verdubbelen, met de vergrijzingsgolf die op ons afkomt.»
HUMO In bange afwachting daarvan: hoe gaat het intussen met de sint?
DE STOOP «Goed, veel beter. Guido is wellicht de sociaalste mens ter wereld. Hij is van opleiding ergotherapeut. Als tiener leidde hij al een inclusieve vereniging voor jongeren met een beperking. Als ergotherapeut heeft hij voor gehandicaptenorganisaties en in geriatrische afdelingen van ziekenhuizen gewerkt. Op zijn dertigste heeft hij samen met zijn broer het verzekeringskantoor van zijn vader overgenomen, toen die onverwacht stierf. Hij staat bekend als een sociale makelaar, die zich uitslooft voor de pechvogels onder zijn klanten. Naast mantelzorger van zijn moeder is hij ook vrijwilliger in Hemelrijck. En in de dagen rond 6 december was hij de Sinterklaas op wie iedereen in de streek een beroep deed.
»Na het superverspreiderverhaal dacht hij dat hij zichzelf kwijt was. Hij vreesde dat hij nooit meer de man zou worden die hij was. Ik keek er dan ook geweldig van op toen ik in december een filmpje toegestuurd kreeg van een virtueel bezoek van de sint aan Hemelrijck. Ik herkende Guido. ‘Yes, he’s back!’ dacht ik. Hij heeft ondertussen ook een theatermonoloog geschreven. De première daarvan moest helaas worden uitgesteld vanwege corona. Zijn moeder, Ma Jeanne, heeft de pandemie overleefd en woont nog steeds in Hemelrijck.
»De mantelzorg blijft ook ons leven beheersen. Mijn schoonmoeder verblijft nog altijd in hetzelfde rusthuis. Eén van de komende weken zal ze haar vierde vaccin krijgen. Wie had gedacht dat de doortocht van een virus zo’n impact zou hebben op de samenleving en op onze individuele levens? Dat konden we ons twee jaar geleden toch niet voorstellen? Later gaan we tegen onze kleinkinderen over corona vertellen zoals onze grootouders over de oorlog. We zullen ze foto’s tonen waarop we gekke mondmaskers dragen. Ze gaan ons niet herkennen. Ze gaan ons niet geloven!»
Chris De Stoop, ‘Hemelrijk’, De Bezige Bij