Demoustier: Sapeurs, extravagantie als levensstijl
Vanavond dompelt Daniel Demoustier zich in de Brusselse Matongewijk onder in de wereld van de Société des Ambianceurs et des Personnes Elégantes, de zogeheten Sapeurs: Congolezen die méér dan hun halve maandloon (of uitkering, hihaha!)spenderen aan op maat gesneden pakken, bonte merkdassen en peperdure juwelen en horloges.
Vreemde eend in de bijt is een Mechelse advocaat die zich de koosnaam 'de witte Sapeur' laat welgevallen: Gert Buelens.
Gert Buelens «Een paar jaar geleden kreeg ik een boek van een Italiaanse fotograaf onder ogen, 'Gentlemen of Bacongo', vol met prachtige foto's van de Sapeurs van Congo-Brazzaville. Dat boek maakte zo'n indruk dat ik ermee naar mijn kleermaker ben gestapt, en 'm gevraagd heb of hij me soms stoffen of kleuren kon bieden die leken op wat er op de foto's te zien was. Zodoende zijn er dus enkele kledingstukken in mijn garderobe gekomen die ervoor gezorgd hebben dat mijn Congolese vrienden uit Brussel me half schertsend de witte Sapeur zijn gaan noemen.
»Niet dat ik voor de rest iets met de La SAPE-beweging te maken heb: het enige raakpunt tussen mij en de Sapeurs is dat we ons terugplooien op het Franse en Britse dandyisme uit de jaren 20 en 30 en een Congolese voorliefde hebben voor fellere kleuren, met veel flair gecombineerd met onze klassieke westerse herenmode. Voor mij gaat dat dandyisme ook verder dan kleding alleen: stijl en elegantie zijn primordiaal in alle facetten van mijn leven. Op een festivalweide gaan staan met een plastic bekertje lauw bier in de hand, zoals men het hier ten lande massaal pleegt te doen, dat is nu eens echt niets voor mij. En al zeker niet gekleed in een T-shirt, short en Havana's: daar heb ik echt horreur van.»
HUMO U bent advocaat. Pleit u in uw dandy-outfit?
Buelens «Ja. Ik maak weinig onderscheid tussen wat ik draag in mijn vrije tijd en wat ik draag op mijn werk. Al doe ik een extra inspanning wanneer ik op reis ga. Onlangs was ik met vrienden in Wenen, en gingen we voorafgaand aan het aperitief nog wat door het oude centrum flaneren. Geïnspireereerd door de stad van keizerin Sissi droeg ik een roze hemd, een roze zijden sjaal en een roze kostuum met zilveren manchetknopen, plus een zonnebril, een wandelstok en witte schoenen.
»Dan krijg je dus de meest aanmoedigende reacties, hè? Overal kijkt men je na en neemt men foto's. Idem toen ik in april op safari ging in Botswana en Zambia. Ik had me gekleed in een hagelwit tropenpak van het Duitse leger – op de kop getikt in een winkel met oude legerspullen – en hoge bruine rijlaarzen. Voortdurend spraken mensen me erop aan, of ze kregen een lach op hun gezicht wanneer ik hen passeerde: ik leid daaruit af dat men mijn stijl meer apprecieert dan de bedroevende eenheidsworst die de consumptiemaatschappij ons vandaag opdringt.»
HUMO Vindt u die zo erg, dan?
Buelens « Oh, ik heb een blóédhekel aan de hedendaagse reismode. Bij de minste citytrip kleed men zich al alsof men een tocht door de jungle wil ondernemen: een afritsbroek en een fleece uit de A.S. Adventure, en dan zo van die volstrekt stijlloze Teva-sandalen of stapschoenen eronder. Ik wil me daar ten felste van distantiëren, en hoop vurig dat de revival van het dandyisme, die ik voorzichtig rond me zie opduiken, zich verder zal doorzetten. Wat mij betreft is het dé manier om je af te zetten tegen de grote concerns die tegenwoordig de hele kledingbusiness in handen hebben. Hun te zeggen: 'Ik wijs uw modedictaten af, leve de stijlvolle anarchie in modeland!'»