Seksscènes
Deze intimiteitscoördinator leidt acteurs door vrijpartijen: ‘Ik bespreek hoe ze moeten bewegen, net als bij een zwaardgevecht’
Een onstuimige vrijpartij, een tongzoen of een naaktscène. Het hoort erbij op de filmset, maar veel acteurs vinden het ongemakkelijk. Een intimiteitscoördinator kan ze begeleiden, vertelt Markoesa Hamer, de eerste met die functie in Nederland.
Ze weet het nog goed. In het filmscript stond dat ze moest zoenen en uit de kleren moest. Daar was actrice Markoesa Hamer tevoren heel zenuwachtig over. Uiteindelijk bleek het een korte zoen te zijn en hoefde ze alleen maar een begin te maken met het uittrekken van haar t-shirt.
Vaak hapert de communicatie over intieme scènes, zegt Hamer. Regisseurs en acteurs praten er liever niet over, ze improviseren maar wat op de filmset. “Je hebt vaak weinig idee van wat je te wachten staat. Je krijgt bijvoorbeeld te horen dat een van de scènes met een onstuimige vrijpartij begint. Pas op de set ontmoet je je tegenspeler. Als het klikt, is dat fijn, maar als hij een flauwe grap maakt of als iemand van de crew iets zegt over de spannende scène die jullie gaan spelen, dan voelt dat heel ongemakkelijk.”
Als intimiteitscoördinator brengt ze het gesprek wél op gang. “Ik stel vragen en benoem de scène technisch en concreet. Wat vindt een acteur wel en niet prettig?”
Choreografie van de intieme scène
“Wil een actrice liever niet dat haar tegenspeler haar borsten aanraakt? Dan kan de intimiteit misschien ook met een ander zacht lichaamsdeel worden verbeeld: de billen of de bovenarm. Want het gaat niet om die borsten, het gaat om het verhaal dat je wilt vertellen. Zo maak ik een soort choreografie van de intieme scène.”
Hamer heeft de primeur, ze is de eerste intimiteitscoördinator van Nederland, naar voorbeeld van de Engelse Ita O’Brien. Die werd in 2017 gevraagd om voor het eerste seizoen van de serie Sex Education iets te ontwikkelen waarbij iedereen zich prettig voelde. Tegelijkertijd deed een vrouwelijke stuntcoördinator in Amerika bij Game of Thrones hetzelfde. Het beroep van intimiteitscoördinator was geboren, op de golven van MeToo.
“Door MeToo kwamen veel verhalen naar boven van acteurs en actrices die zich onprettig hadden gevoeld bij intieme scènes”, vertelt Hamer. “Ook in Nederland. We denken wel dat we zo open zijn over seks en bloot, maar dat zijn we niet. Iedereen doet stoer, maar de meesten vinden het eng.”
Dat voelde heel ongemakkelijk
Zijzelf werd in 2013 geconfronteerd met het ongemak van bloot. In een Londense theaterproductie stond ze met een aantal anderen geheel naakt op het toneel. “Het publiek liep bij deze productie langs de verschillende scènes en soms kwamen mensen heel dichtbij. Ze gingen niet opzij en dat voelde heel ongemakkelijk.”
Toen ze dat aankaartte bij de regisseur viel hij enorm tegen haar uit: ‘You are not the director!’ “Mensen hebben echt niet door hoe kwetsbaar je bent, als je daar in je blootje staat. Normaal gesproken heb ik geen problemen met naaktscènes, maar die regisseur gaf me een onveilig gevoel. Het is uiteindelijk opgelost met publiekscoördinatoren. Zij gingen tussen ons en het publiek staan als toeschouwers te dichtbij kwamen.”
Bij die productie ontstond waarschijnlijk Hamers passie voor haar nieuwe beroep. Al sluimerde die nog toen ze in 2018 het werk leerde kennen van intimiteitscoördinator O’Brien. Ze zocht contact met haar en organiseerde eerder dit jaar samen met acteursbelangenvereniging ACT een webinar met haar. Dat ontstak bij Hamer het vuur.
Verschil tussen onprettig en onveilig
“Een afgestudeerde actrice vroeg tijdens dat webinar wanneer het normaal is om ‘nee’ te zeggen. Dat was een openbaring voor mij. Je zegt nee als je niet wilt, maar kennelijk worden acteurs zo niet opgeleid. Natuurlijk, niet alles is even prettig, maar kennelijk is er geen aandacht voor het verschil tussen onprettig en onveilig.”
O’Brien vertelde ook over de acteur die niet deed alsóf, maar echt de hand in de broek van zijn tegenspeelster deed. In een rechtszaak gaf de rechter hem gelijk omdat hij dat in het vuur van zijn rol zou hebben gedaan. O’Brien vroeg wat de aanwezigen in zo’n geval zouden doen. “Er kwamen allerlei suggesties, zoals stompen, wegduwen enzovoorts. Maar Ita zei: ‘De voorstelling stoppen. Want het is aanranding. Als iemand ineens zijn enkel verstuikt, stop je ook de voorstelling’. Daar schrokken we van. Maar ja, het is wel jouw lijf.”
Toen bedacht Hamer: dit werk ga ik zelf doen. Met steun van ACT die vindt dat de intimiteitscoördinator een volwaardig vak moet worden. Inmiddels heeft Hamer het ook op de toneelschool in Amsterdam geïntroduceerd en zijn er meer collega’s met intimiteitscoördinatie bezig.
Net een stuntcoördinator
Ze vergelijkt haar beroep met dat van stuntcoördinator. “Als je een zwaardgevecht moet spelen, krijg je niet elk een zwaard in je handen om er maar op los te slaan. Want dan wordt het of een slechte scène, omdat je niet durft te slaan, of je verwondt de ander. Dus heb je een coördinator nodig die een choreografie van het gevecht maakt. Zo werkt het ook bij intieme scènes. Ik bespreek met de acteurs hoe ze zich bewegen.”
Soms gebeurt het dat een regisseur pas op de set aan de acteurs vraagt om echt te tongen. Maar wanneer zeg je dus ‘nee’? “Als acteurs niet durven te weigeren dan is een tussenpersoon prettig”, zegt Hamer. “Die bespreekt dat met de regisseur en de acteurs.”
Ze heeft haar nieuwe beroep inmiddels bij een aantal films en series uitgeoefend. “Het is allemaal nieuw en ik moet al doende leren. Sommige regisseurs zijn aanvankelijk bang om de controle te verliezen, dan moet ik zoeken naar mijn eigen ruimte. Ik begin altijd met een gesprek met de regisseur om erachter te komen wat de ideale scène is. Hoe moet het er straks in de bioscoop uitzien? Aan de acteurs stel ik diezelfde vragen. Alleen dat gesprek geeft vaak al veel lucht.”
Zo’n repetitie werpt zijn vruchten af
Idealiter volgen daarna repetities, maar die zijn in de Nederlandse filmwereld een ondergeschoven kind, vertelt Hamer. Dan probeert ze tóch een repetitie te regelen. “Dat lukt steeds vaker. Ik merk dat de acteurs dan aan elkaar gewend raken. Een dialoog leer je uit je hoofd en op de set hoor je wel wat precies de intentie is. Maar bij een intieme scène heb je nauwelijks dialoog, dus repeteren is cruciaal. Zo’n repetitie werpt echt zijn vruchten af.”
Vooral ervaren acteurs moeten nog wennen aan een intimiteitscoördinator, merkt Hamer. “Je hoort ze denken ‘Moet dat nou? Mogen we dan helemaal niks meer?’ Maar je gooit geen deuren dicht, je zet ze juist open. Het gaat er niet om dat de seksscènes verdwijnen, zeker niet. Maar wel begeleid door een intimiteitscoördinator.”
De dag voor het interview had Hamer een repetitie met twee acteurskoppels. “De regisseur zei tegen hen: ‘Dit zou ik het liefst willen, maar jullie zijn de baas.’ Dat hij dat zei, voelde zo goed. Dat hebben we toch maar bereikt met de aanwezigheid van een intimiteitscoördinator.”