Bekend effectief altruïst Peter Singer  Beeld Fairfax Media via Getty Images
Bekend effectief altruïst Peter SingerBeeld Fairfax Media via Getty Images

Effectief altruïsme

Deze mensen geven 10 procent (of meer) van hun inkomen weg aan effectieve goede doelen. ‘Zo kun je elk jaar een kind redden’

Het leed in de wereld gaat ze aan het hart en ze tasten diep in de buidel om het te verlichten. Effectief altruïsten noemen ze zich en de naam zegt het al: ze willen zo effectief mogelijk goeddoen. Dat levert wel dilemma’s op.

Maarten van Gestel

‘Wie van jullie ­doneert geld?”, vraagt Renée Frissen (38). Van de pakweg driehonderd aanwezigen in de vrijzinnige kerk Vrijburg in Amsterdam-­Zuid, de meesten tussen de 20 en de 40, steken er zo’n 150 een hand op. “Wie doneert aan een effectief doel?” Zo’n honderd handen gaan omhoog. “Wie doneert 10 procent van zijn of haar inkomen?” Tachtig handen. “Wie meer dan 20 procent?” Zo’n tien handen. “Wie meer dan 50?” Een handvol aanwezigen steekt de hand op, onder ­benieuwde blikken uit de zaal.

“Met die mensen moet je straks een gesprek voeren”, zegt Frissen opgetogen op deze avond over effectief altruïsme in Amsterdam. “Fantastisch.”

Frissen – energiek, blond haar, doortastende blik – en vier van haar buren beloofden vorig jaar om 10 procent van hun inkomen aan goede doelen te doneren. Als oprichters van de Tien Procent Club, organisator van deze avond, doneren ze niet zomaar, maar alleen aan ‘effectieve’ goede doelen.

Ze behoort tot de internationale beweging van het effectief altruïsme, die mensen oproept zo veel mogelijk goed te doen, niet alleen op gevoel, maar ook op ­basis van bewijs en berekeningen. Een voorbeeld: één blindengeleidehond kost in het VK zo’n 60.000 euro en daar help je één blind persoon mee. Met datzelfde geld kun je met oogoperaties in Afrika ernstige slechtziendheid bij zeventig mensen terugdraaien.

Een morele plicht om levens te redden

Het evenement, waar ook schrijver Rutger Bregman te gast is, moet effectief altruïsme in Nederland een boost geven. Die beweging begon in 2009 in Oxford, waar filosofen Will MacAskill (toen 22) en Toby Ord (toen 30) doneerplatform Giving What We Can en het Centre for Effective Altruism oprichtten.

Intellectueel grootvader is de Australische filosoof Peter Singer, die al sinds 1972 zegt dat mensen de morele plicht hebben om levens in verre landen te redden, net zoals ze de plicht hebben om een kind te redden dat voor hun neus dreigt te verdrinken. Wereldwijd hebben ruim achtduizend mensen de officiële ‘belofte’ (inclusief certificaat) gedaan om minstens 10 procent van hun inkomen te doneren. De verschillende effectief altruïstische stichtingen en organisaties hebben samen naar verluidt al miljarden losgekregen.

Frissen roept ‘gever’ Frits Petit het podium op. De vijftiger in blauwe trui en overhemd is financieel adviseur en de laatste jaren besefte hij ‘hoeveel vinkjes’ hij heeft, ‘hoeveel voordeeltjes’. Hij verdient goed, maar heeft niet het gevoel dat dit zijn eigen verdienste is. “Ik kan het beter delen met mensen die het harder nodig hebben”, aldus Petit, die zegt dat hij al jaren ‘meer dan de helft’ weggeeft, soms wel 50.000 euro per jaar. “Laten we daar even bij stilstaan, mensen”, onderbreekt Frissen. Een daverend applaus barst lost uit de zaal.

Ook Tristan Tillie (32) – zwarte broek, zwart shirt – heeft een goed salaris als handelaar op de elektriciteitsmarkt, vertelt hij tijdens het netwerkuur in de kerk, met wijn, bier en vegan kebab. “Ik heb altijd minimalistisch willen leven en heb daarvoor genoeg aan 10 procent van mijn inkomen.” Niet dat hij 90 procent weggeeft, zegt hij, want hij spaart ook nog wat, maar de ­afgelopen jaren doneerde hij toch zo’n 70 procent van zijn inkomen. Dat hij 6000 euro per maand weggeeft aan mensen die hij niet kent, levert nauwelijks verbaasde reacties op. “Ik vertel er in het dagelijks leven niet veel over.”

Mensenlevens gereduceerd tot rekensom

De beweging groeit, maar oogst ook kritiek. Tom Grosfeld schreef in Vrij Nederland dat effectief altruïsten in hun ‘zucht naar efficiency’ mensenlevens ­‘reduceren tot rekensom’. De beweging moedigt een ‘robotachtige manier van leven’ aan, waarin mensen ‘koele boekhouders’ worden, die het kapitalisme dus­danig hebben geïnternaliseerd dat ze louter nog ‘kosten­effectief’ goed willen doen, meent Grosfeld.

Ook de rekensommen roepen vragen op. Hoe bereken je de effectiviteit van een goed doel dat klimaatverandering op lange termijn wil afremmen, zoals Extinction Rebellion. Hoeveel levens red je daarmee? En is het echt effectiever om geld te geven aan het voorkomen van een apocalyps veroorzaakt door slimme kunstmatige intelligentie, een van de nieuwste trends binnen het effectief altruïsme, dan aan klimaatdoelen?

Dit najaar kreeg de geefbeweging de grootste klap sinds haar oprichting. Het cryptobedrijf FTX van Sam Bankman-Fried, prominent effectief altruïst en veelgever, ging failliet. Bankman-Fried had miljarden verdiend, naar eigen zeggen mede omdat hij met meer geld meer goed kon doen. Nu wacht hij in de VS zijn strafzaak af, op verdenking van fraude en witwassen.

Doneren geeft een superheld-gevoel

James Herbert (31) laat zich er niet door van de wijs brengen. Het was alsof zijn ogen geopend werden toen hij The Life You Can Save van Peter Singer las, zegt hij. De Brit – geel mutsje, groene trui, hipsterbaardje en met ring die zijn slaapritme meet – is de zoon van een predikant en een advocaat. Hij wilde als kind sociaal werker worden. Voor de liefde verhuisde hij naar Nederland, waar hij filosofie, politiek en economie studeerde.

Dankzij Singer zag Herbert dat hij met het geld dat hij verdient niet alleen een lekker leventje kan leiden, maar ook mensenlevens kan redden. “Je vergeet het nogal makkelijk, maar achter statistieken over hoe je een ander kunt helpen gaan echte mensen schuil, die ook hoop en dromen en geliefden hebben, net als jij en ik.” Dat hij een verschil kan maken voor mensen aan de andere kant van de wereld, voelde ‘empowering’, een woord dat veel effectief altruïsten gebruiken over hun kennismaking met de beweging.

Het geeft een superheld-gevoel, het besef dat je een mensenleven redt door een dikke 4000 euro te doneren aan de Against Malaria Foundation, dat in zijn kringen geldt als een van de effectiefste doelen die er zijn. “We vinden het fantastisch als iemand een brandend gebouw inrent om een kind te redden, toch?”, vraagt Herbert. “Als je 10 procent van je inkomen doneert, kun je elk jaar een kind redden.” Hij straalt.

De Brit is nu fulltime effectief altruïst en werkt als movement builder voor Effectief Altruïsme Nederland, een tak van het Centre of Effective Altruism. Dat krijgt geld van de Amerikaanse stichting Open Philantropy, dat vooral betaald wordt door Facebook-medeoprichter Dustin Moskowitz en zijn vrouw Cari Tuna, twee van de grootste geldschieters van het effectief altruïsme.

Een job met potentie

Maar het draait niet alleen om doneren, zegt Herbert, ook welke baan je kiest doet ertoe. Die bepaalt immers hoeveel ‘effectieve impact’ je op de wereld kunt hebben. “Veel mensen die goed willen doen, worden dokter. Dat is cool, maar een dokter helpt maar één individu per keer.” Dankzij de website van 80.000 Hours, ook medegefinancierd door Open Philantropy, besloot Herbert dat hij beter voor de overheid kon gaan werken.

80.000 uur staat voor de hoeveelheid tijd die mensen in hun carrière steken. En net als geld, kun je ook die tijd het best zo efficiënt mogelijk besteden, vinden effectief altruïsten. Bij de overheid kun je werken aan wereldwijd gezondheidsbeleid, zag Herbert op de site van 80.000 Hours. Dat beleid raakt grote groepen ­mensen en zo doe je meer goed dan welke dokter ook.

Een baan bij de Britse overheid zat er voor Herbert niet in, want hij woont in Nederland. Maar zijn job om effectief altruïsme in Nederland groter te maken, is er ook een met potentie, zegt hij. Wie honderd mensen overhaalt om 10 procent van hun inkomen af te staan, kan veel levens redden.

Wit, jong, hoogopgeleid

Nikki van Dam (33) is consultant bij een groot kantoor op de Zuidas en worstelt nog met haar keuze, zegt ze vanuit de zaal. “Moet ik mijn baan opzeggen en een goed doel oprichten, of proberen mijn omgeving mee te krijgen in de 10 procent-gedachte?” In die omgeving ­bevinden zich tenslotte steenrijke mensen. Na afloop zoeken andere effectief altruïsten haar op en wisselen ze ideeën uit. “Ik kan op mijn werk een impactdag organiseren”, overweegt Van Dam. Of ze kan haar CEO vragen om effectieve donaties mogelijk te maken via de salarisstrook.

Ook Emma Insinger (26), net afgestudeerd in technische bedrijfskunde, twijfelt. “Ga ik werken bij de overheid waar alles traag gaat, tegen weinig salaris, waardoor ik weinig kan doneren? Of word ik consultant op de Zuidas en ga in die rol voor de overheid werken, waardoor ik meer verdien en meer kan doneren?” Ze is er nog niet uit. “Ik heb veel kansen in de schoot geworpen gekregen en dus veel verantwoordelijkheid. Wat ga ik ermee doen?”

Zo leeg als de kerken anno 2023 doorgaans zijn, zo tjokvol zit nu de kerk in Amsterdam-Zuid, waar Frissen met haar energieke optreden bij vlagen doet denken aan een evangelisch predikant. Bezoekers zijn over­wegend wit, jong, hoogopgeleid, Randstedelijk en kennen het effectief altruïsme via het werk van Peter Singer of ze zijn uitgenodigd via bevriende ‘EA’s’. Bij de eerste evenementen van de Club, tien maanden geleden, kwamen er zo’n twintig mensen opdagen, zegt Frissen. Vanavond zijn dat er 350. “We hebben een snaar geraakt.”

Een nier afstaan

Floris Wolswijk (32) was student psychologie toen hij over effectief altruïsme hoorde. Hij doneert al een jaar of zeven zo’n 10 procent van de verdiensten van zijn maaltijdbedrijf Queal. “Dat lijkt veel, 3000 tot 5000 euro per jaar, maar ik hou 90 procent over. Ik ga nog steeds een biertje drinken met vrienden en op vakantie.”

Vorig jaar ging hij een stap verder: geïnspireerd door andere effectief altruïsten doneerde hij een nier. “Mijn vriendin en moeder vonden dat spannend, maar ze snapten me wel.” Ook hier ging een pragmatische kosten-batenanalyse aan vooraf. “De kosten voor mij zijn laag. Het is een zware operatie, maar de kans op com­plicaties is zeer klein. Tegelijkertijd is er iemand die nu aan de dialyse zit, met een slechte levenskwaliteit, die ik er gemiddeld 22 jaar bij kan geven.”

De gedachte is dat gevers door zo effectief mogelijk te doneren, tien keer meer bereiken dan wanneer ze geld geven aan de eerste de beste collectant. Waar gaan hun donaties naartoe?

Wolswijk gaf eerst bijna alles aan de Against Malaria Foundation, dat bij de voornaamste EA-onderzoeksclub, GiveWell, al jarenlang als beste uit de bus komt. GiveWell berekent dat op basis van quality adjusted life years (qaly): hoeveel extra levensjaren in goede gezondheid voegt een gedoneerde euro toe? Zo bezien is een kinderleven redden effectiever – dat kan zo’n tachtig extra qalys opleveren – dan dat van een zieke bejaarde. GiveWell komt erop uit dat je via de Against Malaria Foundation met zo’n 4300 euro een kind redt.

Een ‘emobudget’ voor goed-gevoeldoelen

In de kerk is discussie over de beste maatstaf voor ­effectiviteit. Tillie vindt dat qaly te veel focust op individueel welzijn en te weinig op structurele verbeteringen voor groepen mensen. Sommigen verruilden qalys voor wellbe’s, ofwel gelukkige levensjaren. Met die bril op is Stronger Minds, dat hulp biedt aan meest jonge Afrikaanse vrouwen met een depressie, een zeer effectief doel. Wolswijk: “Met 80 dollar kun je iemand zes weken behandeling geven, met 80 procent kans dat je ze van hun depressie afhelpt”. Eerst ging een kwart van Wolswijks ‘geefbudget’ naar Stronger Minds, nu bijna alles.

Doneren hoeft niet altijd op z’n aller-effectiefst. Zo vertelt Alexandra Bos (21), die net als haar vriend ‘in de ban’ is van effectief altruïsme, dat haar geliefde een ‘daklozebudget’ heeft: een maximumbedrag dat hij aan doelen kan geven waar hij een goed gevoel bij krijgt. “Dat noem je de warm fuzzies.”

Frissen noemt het een ‘emobudget’; je kunt het in je geefportefeuille opnemen voor een donatie aan de Voedselbank of hulp na een aardbeving. Ook de stichting Effectief Doneren promoot het idee: maak een potje voor doelen die je aan het hart gaan, zoals het buurthuis om de hoek, en een voor ‘hyperrationele doelen’. Zo voorkom je dat je moet kiezen tussen effectief doneren en doneren puur op basis van gevoel.

‘Storten op Giro555 is niet zo effectief’

Is hulp na een aardbeving dan ineffectief, hadden de miljoenen mensen die aan Giro555 doneerden dat niet moeten doen? “Wil je het eerlijke antwoord?”, zegt ­gepensioneerd arts en oprichter van Doneer Effectief Andrea de Wildt (76). “Ramphulp is niet zo effectief, ­laten de nasleep van de aardbeving op Haïti en de kernramp bij Fukushima zien. Er is eerder te veel geld dan te weinig en organisaties lopen elkaar voor de voeten.”

Ook Bram Schaper, directeur van Doneer Effectief, heeft ‘een dubbel gevoel’ bij noodhulp, zeker bij rampen die veel in de media komen. “Elke dag voltrekken zich rampen waar mensen geen weet van hebben, waarbij je met weinig geld veel meer goed kunt doen. 250.000 kinderen worden jaarlijks blind door een gebrek aan vitamine A, dagelijks sterven er vier jumbojets vol kinderen aan malaria.”

Het gaat hem te ver om mensen af te raden aan Giro555 te geven, het is goed dat er aandacht is voor rampen en dat mensen die anders niet zouden doneren nu wel geven, zegt hij. “Maar als je maximaal goed wilt doen, kun je beter aan andere doelen geven.”

Bijna verslavend, het gevoel van ‘ik kan nóg wel wat doen‘

Dusty Springfields Son of a preacher man schalt uit de boxen, en Rutger Bregman (34) komt onder applaus het podium op. Als het effectief altruïsme in Nederland een messias kent, is het wel deze domineeszoon en bestsellerschrijver die via De Correspondent al jaren oproept tot meer ‘morele ambitie’. Hij vertelt het publiek dat hij tien jaar geleden voor het eerst over effectief ­altruïsme hoorde en er toen niet veel van moest hebben. “Ik dacht dat het allemaal nerds waren die beweren rationeler te zijn dan wij. En die dan hele rare dingen gingen doen: heel hard werken op de Zuidas en het geld daarna doneren.”

Pas toen hij onverwacht bakken met geld verdiende met zijn boek De meeste mensen deugen en daar iets zinvols mee wilde doen, dacht hij weer aan die club. “Je wordt ouder en denkt: ik heb maar één leven op deze planeet. Wat ga ik doen, wat heeft het meeste effect?”

Hij zit ‘in de business van meningen roepen’ en ‘bewustzijn creëren’, zegt Bregman. Maar, meent hij: “We verdrinken in bewustzijn vandaag de dag”. De wereld heeft behoefte aan mensen die wat doen. Dus is hij een van die tweehonderd Nederlanders die de belofte deden. “Het was bijzonder wat doneren met me deed. Ik dacht altijd: je geeft geld, en dan is het weg. Maar zo is het helemaal niet.” Zijn geld was niet weg, het was ‘aan het werk in de wereld’. “Het voelde veel actiever dan wanneer het op je bankrekening staat. Dan doet je geld pas niets.” Bijna verslavend, zegt Bregman. “Het gevoel van: ik kan nóg wel wat doen.”

Hoeveel kippenlevens moet je redden voor één mensenleven?

Bregman blijft huiverig om zich effectief altruïst te noemen. Hij vindt de beweging ‘gaaf’, maar heeft ook kritiek. Al dat effectief gedoneer kan leiden tot elle­bogenwerk, een houding van: ik red meer levens dan jij. Die arrogantie ziet Bregman terug in woorden als daklozebudget of emobudget. “Je moet niet de suggestie wekken dat zo’n emobudget zinloos is. Geld geven aan dingen dichtbij, zoals de Voedselbank, is ook betekenisvol.”

Ja, erkent hij, de vergelijking met de chirurg op het slagveld die effectief altruïsten maken is zinvol. Die chirurg moet kiezen wie hij helpt: de lichtgewonden of zwaargewonden die dreigen te sterven. Volgens de regels van triage gaan de zware gevallen voor. Maar niet alles is te meten, zegt Bregman. Zo benadrukt Singer dat een ­dierenleven, net als een mensenleven, morele waarde heeft. Maar hoeveel kippenlevens moet je redden om evenveel punten te scoren als je voor een mensenleven krijgt? Het is een rekensom waar effectief altruïsten niet uitkomen.

Getallen versus gevoel

Een van de fundamenteelste kritiekpunten op effectief altruïsme is dat het onmenselijk is om je gevoel uit te schakelen als je misstanden ziet in Nederland en alleen te doneren op plekken waar je euro’s zo veel mogelijk goed doen.

James Herbert van Effectief Altruïsme Nederland verzet zich tegen die ‘robot’-kritiek. “Die gaat eraan voorbij dat effectief altruïsme een zeer empathische beweging is. Effectief altruïsten zijn juist emotioneel geraakt door de levens van mensen en dieren, waar veel anderen nauwelijks naar omkijken.”

Ja, ze denken in effectiviteit en optimaliseren en ­gebruiken daarvoor getallen, zegt Herbert. Maar neem Will MacAskill, die de beweging begon. “Hij doneert alles wat hij verdient boven de 50.000 euro en woont nog steeds met huisgenoten, terwijl hij een van de jongste hoogleraren ter wereld was.” Herbert wordt er emotioneel van. “Hij geeft echt om mensen aan andere kant van de wereld, om mensen in de toekomst en om dieren in de intensieve veeteelt. Onrecht maakt hem boos. Hij doneert niet omdat hij getallen bevredigend vindt.”

Dogmatisme is nog zo’n verwijt. Effectief altruïsten doneren blindelings aan een doel dat een stempel van goedkeuring krijgt van GiveWell. En als goeroe MacAskill een nieuwe theorie bedenkt, zijn ineens andere doelen effectief. In zijn nieuwste boek What We Owe The Future beargumenteert hij dat toekomstige levens – van mensen die nog niet geboren zijn – ook morele waarde hebben. Dus hoe red je potentieel de meeste ­levens? Door geld te geven aan fondsen die een allesvernietigende gebeurtenis in de toekomst helpen voorkomen. Denk aan een nucleaire oorlog of kunstmatige intelligentie die zo slim wordt dat die de mensheid om zeep helpt. Sindsdien is geven om levens te redden in het hier en nu bij een deel van de effectief altruïsten uit de gratie.

Een prille religie, of een substituut ervoor?

Bezoekers van het evenement in Amsterdam volgen de leer van grootheden zeker niet blindelings. Sommigen vinden dat je je doelen best met je gevoel kunt kiezen. Maar zodra je hebt gekozen, wees dan hyperrationeel. Is jouw doel klimaatverandering tegengaan, geeft Herbert als voorbeeld, dan bespaar je meer tonnen broeikasgas door geld te doneren aan de ontwikkeling van CO2-afvangtechnologie of lobbygroepen die klimaatwetgeving doordrukken dan door veganist te worden.

Vrijwel niemand heeft het over het voorkomen van een kunstmatige-intelligentie-apocalyps, waarin los­geslagen ChatGPTs op The Matrix-achtige wijze over de mensheid heersen. Al vindt Herbert donaties aan ‘veilige kunstmatige intelligentie’ wel zinvol, zeker omdat er weinig aandacht voor is vergeleken met het klimaatprobleem. En Alexandra Bos doneert er al aan. Niet 10 procent van haar eigen geld trouwens, maar van de toelage die ze van haar ouders krijgt. “Ze zijn daar niet boos over. Ik zou ergere dingen met hun geld kunnen doen.”

Maar dit specifieke doel is vooral iets voor de vele ­effectief altruïsten in Silicon Valley – Elon Musk twitterde dat hij MacAskills standpunt deelt. Via het Nederlandse Doneer Effectief kun je niet doneren aan tech-achtige doelen, maar alleen aan armoede, gezondheid, klimaat, dierenwelzijn of voedseltransitie.

Wanneer de flessen wijn rond elf uur worden opgeruimd en de meeste mensen huiswaarts keren, rijst de vraag in hoeverre de geefbeweging een prille religie is, of een substituut ervoor. Ook zij buigt zich tenslotte over eindeloos veel ethische dilemma’s en levens­vragen en barst van de morele ambitie.

Een gat vullen met morele ambitie

James Herbert, zoon van een predikant, vindt het een ongemakkelijke vraag. “Niet-religieus zijn is een cruciaal onderdeel van mijn identiteit.” Effectief altruïsme komt op een bijeenkomst als vanavond misschien over als een hechte club, zegt hij, maar is in werkelijkheid vrij individualistisch. “De beweging is vooral nuttig: ik wil goeddoen en nu kan ik effectiever doneren.” Hij wil ervoor waken dat effectief altruïst een ‘allesomvattende identiteit’ wordt, een soort sekte waar hij bij zit.

Die andere zoon van een predikant, Rutger Bregman, vindt wel dat de bijeenkomst iets van een kerkdienst weg had. Veel mensen lopen rond met een ‘gat in hun ziel’, denkt hij, die maken dag in, dag uit excel­sheets en powerpoints met performancecijfers in allerlei ‘bullshit jobs’. Dat gat kun je vullen met morele ­ambitie, een oprechte drang om anderen te helpen.

En net zoals religie ooit deed, kan effectief altruïsme groeien via mensen die de vlam doorgeven, denkt Bregman. Hij gelooft niet dat de ene mens het meer in zich heeft om goed te doen dan de andere. “Mijn conclusie is dat morele ambitie geen eigenschap is, maar een idee. Een besmettelijk idee.”

(Trouw)

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234