InterviewJo Cameron
Deze vrouw voelt geen pijn, angst of woede. ‘Misschien is zij wel de volgende stap in onze evolutie’
Als kind brak ze haar arm, maar ging ze pas naar de dokter nadat haar ouders hadden opgemerkt dat haar arm zo gek naast haar lichaam bungelde. En zelfs daarna duurde het nog vele jaren voor Jo Cameron besefte hoe bijzonder ze is. Pijn voelt ze niet, fysiek noch emotioneel. Nu helpt ze de wetenschap als levend proefkonijn, in de hoop nieuwe wondermiddelen tegen angst en pijn te vinden. Maar terwijl vorsers in witte labojassen haar huid schroeien of haar tot bloedens toe knijpen, blijft de Schotse lerares lachend een praatje met hen slaan. ‘Misschien is zij wel de volgende stap in onze evolutie.’
We denken graag dat wat ons niet doodt, ons sterker maakt. 'Er is zaligheid in ons lijden,' belooft de Bijbel. En Dostojevski schreef: 'Hoe donkerder de nacht, hoe helderder de sterren. Hoe dieper de pijn, hoe dichter bij God.' Kortom, zijn is lijden. Maar wat als onze moeilijkste gevoelens eigenlijk overbodig zijn? Angstige prikkels waren nuttig toen de mens lang geleden op de vlucht moest voor wilde dieren, maar je hebt er weinig aan als die dieren zijn veranderd in de ziekte van Alzheimer, kanker of Covid-19.
Andere intense gevoelens, zoals verdriet en spijt, hebben evolutionair gezien misschien wel helemaal nooit een functie gehad. Maar religie, kunst en literatuur hebben ons ervan overtuigd dat ze waardevol zijn: dat bittere tintje versterkt de zoetheid van het leven. Door enerzijds pijn te ervaren, kunnen we anderzijds vreugde waarderen. Toch? Bij Jo Cameron ligt dat enigszins anders. Door een combinatie van genetische bijzonderheden ervaart ze slechts in beperkte mate negatieve emoties. Ze heeft nog nooit extreme woede, angst, verdriet of zenuwen gevoeld.
JO CAMERON «Ik ken het woord 'pijn' wel. En ik weet dat mensen pijn kunnen hebben, want dat kan ik zien. Maar voor mij blijft het iets abstracts.»
- Huil je dan nooit wanneer je een triest verhaal hoort?
CAMERON «O, makkelijk! Ik ben zo'n softie.»
- Voelt u verontwaardiging bij wantoestanden in de wereld? Of als een politicus een misstap begaat?
CAMERON «Ja, maar dan ga je gewoon naar een protestmars, nietwaar? Dat is alles wat je kunt doen.»
Als er iets ergs gebeurt, zoekt Camerons brein onmiddellijk naar een manier om de situatie te verbeteren, het blijft niet stilstaan bij tegenslag. Ze volgt onbedoeld het credo van de stoïcijnen: accepteer de dingen die je niet kunt veranderen. Ze vertelt over de keer dat ze het dichtst bij echte angst is gekomen: toen haar zoon, Jeremy, die muzikant is, tijdens een optreden zo hard in elkaar was geslagen dat hij in het ziekenhuis belandde.
CAMERON «Jeremy had het voor iemand opgenomen. De zanger was homo - we hebben het over wat jaren geleden, toen dat allemaal nog wat moeilijker lag - en ze begonnen te schelden, en toen stortte de massa zich op Jeremy. Ze hebben hem geslagen en geschopt, en op zijn hoofd gestampt.
»Toen ik het telefoontje kreeg, dacht ik eerst: oh God, ik hoop dat hij niet doodgaat - dat is wat ik voelde. Daarna stapten we in de auto, voor een rit van 200 kilometer. Ik maakte me geen zorgen, ik dacht alleen: we moeten naar hem toe, hij heeft me nodig.
»We kwamen om vier of vijf uur 's ochtends in het ziekenhuis aan. Hij zag eruit als een olifantenman, mijn knappe jongen (lacht). Zoiets had ik nog nooit gezien.»
- Terwijl vele ouders diepe angsten ervaren als het om de veiligheid van hun kinderen gaat, heeft het ouderschap u nooit een slapeloze nacht bezorgd.
CAMERON «O, nee. Een tijdje geleden zei iemand tegen mij: 'Als een baby wordt geboren, moet je eerst de vingers en de tenen tellen.' Ik dacht: daar heb ik helemaal nooit op gelet! Ik heb er nooit over nagedacht dat er iets mis kon zijn.»
- Zelfs verdrietige gebeurtenissen kunnen u met waardering en plezier vervullen?
CAMERON «Eén jaar geleden is mijn moeder overleden. Wel, dat was het minst droevige moment ooit. Ze zei altijd: 'Ik heb een geweldig leven gehad.' Ze stierf nadat ze een waterijsje had gegeten, en was gaan slapen. Toen de dokter arriveerde, zei ik: 'Het klinkt misschien vreemd, maar dit is het mooiste lijk dat ik ooit heb gezien.'»
In scherp contrast met haar onvermogen tot moeilijke gevoelens, heeft Cameron een groot talent voor positieve emoties. Ze is buitengewoon liefdevol tegenover haar man, Jim. Haar zeventien jaar ervaring als lerares in het bijzonder onderwijs vereiste veel inleving.
CAMERON «Een meisje met het syndroom van Down kwam elke ochtend binnen, liep naar me toe, spuugde in mijn gezicht en zei: 'Ik haat je, Jo Cameron! Ik haat je!' En dan stond ik daar en zei ik: 'Ik hou er niet van om bespuugd te worden, maar ik haat jou niet!' (Glimlacht) O, ik heb een paar heel moeilijke leerlingen gehad. Ik ben bespuugd, gebeten en geschopt.»
Een geluk bij een ongeluk: van dat bijten en schoppen heeft Cameron niks gevoeld. Ze is niet alleen volledig ongevoelig voor emotionele pijn, maar ook voor fysieke pijn. Toen ze als kind tijdens het rolschaatsen viel, had ze geen idee dat ze haar arm had gebroken totdat haar moeder opmerkte dat hij er vreemd bij hing. Soms realiseert ze zich pas dat ze haar hand aan het fornuis brandt wanneer ze verbrand vlees ruikt, of ontdekt ze pas dat ze zich bij het werk in de tuin heeft gesneden als ze zichzelf ziet bloeden.
- Ook bevallen was voor jou dus geen zware opgave?
CAMERON «Ik kreeg Jeremy in een tijd dat iedereen nog natuurlijk beviel (zonder epidurale verdoving, red.). Mijn vrienden zeiden: 'Als je pijn hebt, neem dan alles wat ze je geven.' Ik dacht: zodra het pijnlijk wordt, vraag ik wel om medicijnen. Maar het was voorbij voordat ik het wist.»
- Gek genoeg besefte je pas op je 65ste dat je anders was dan andere mensen.
CAMERON «Er zijn veel mensen met een hoge pijngrens. Ik vond het niet dom als mensen moesten huilen. Ik kon zien dat ze overstuur waren, of gekwetst. Ik dacht gewoon: ik heb tijdens mijn leven niet zoveel pijn gehad als zij.»
- Je bent van plan om je lichaam aan de wetenschap te schenken als je sterft.
CAMERON «Ze zullen het ergens in een la stoppen en in stukken hakken, toch? Dat vind ik niet erg.»
BUITENGEWOON
Ook een groot deel van haar resterende leven zal Cameron bestudeerd worden door wetenschappers. Die hopen dat haar bijzondere genetica nieuwe behandelingen tegen angst, trauma en pijn kan opleveren. Devjit Srivastava was tien jaar lang officier bij de Indiase marine en is vandaag anesthesiemedewerker in een hospitaal in Inverness, dat de afgelegen Schotste Hooglanden bedient. Op zijn eerste werkdag moest hij al meteen mee met de helikopter om te helpen bij een 'amputatie ter plekke': een boer was in een dorsmachine terechtgekomen. Toen hij Jo Cameron zes jaar geleden ontmoette en ze hem zei dat ze geen pijnstillers nodig had voor een operatie, nam hij voetstoots aan dat hij te maken had met een verwante onverstoorbare geest.
DEVJIT SRIVASTAVA «De Schotten staan bekend als stoïcijnse mensen. Ik dacht: ze probeert me gewoon te zeggen dat ze goed tegen pijn kan, ik besteedde er niet te veel aandacht aan.»
Er moest een botje van haar duimgewricht worden verwijderd. Hoewel Jo's handen nooit pijn deden, waren ze zo vervormd door artritis dat ze niet eens meer een pen goed kon vasthouden. Ze had iets soortgelijks meegemaakt met haar heup, die moest worden vervangen: ze deed geen pijn, maar haar familie merkte dat ze niet normaal stapte. Ze had er haar lokale arts meerdere keren over gesproken, maar de eerste vraag was altijd: 'Hoeveel pijn heb je?' Haar antwoord was steevast: 'Geen.'
CAMERON «De derde keer dat ik daar was, dachten ze allicht: we nemen een röntgenfoto om van deze vrouw af te zijn. Toen ze de foto zagen, bleek het nogal ernstig te zijn. Mijn heup was helemaal vervormd en aan het afbrokkelen. De dokter zei: 'Wow. Jij moet onder het mes.'»
SRIVASTAVA «Toen ze het ziekenhuis weer uit was, bekeek ik haar dossier: ze had maar één paracetamol genomen, onmiddellijk na de operatie in de recovery, alleen maar omdat verplegers na de operatie iederéén een paracetamol geven. Ik bekeek de gegevens van de heupoperatie het jaar ervoor. Precies hetzelfde: niets tegen de pijn genomen. Toen heb ik contact met haar gezocht.»
Srivastava was eerst nog wat sceptisch, totdat hij van Cameron een trucje mocht uitvoeren dat anesthesisten gebruiken bij patiënten die moeite hebben om na een verdoving weer bij bewustzijn te komen: ze drukken hard op de binnenkant van de oogkassen - mensen schrikken dan wakker door de pijn. Cameron voelde alleen de druk.
Srivastava verbaasde zich erover dat nog geen enkele arts of verpleegkundige nieuwsgierig was geworden door haar totale ongevoeligheid voor pijn. Hij begreep meteen dat hij met iemand buitengewoon te maken had, en voelde de drang om het mysterie te doorgronden. Dus schakelde hij hoog aangeschreven wetenschappers van over de hele wereld in om te achterhalen wat haar aandoening veroorzaakte.
Jo Cameron wilde graag meewerken: het idee dat ze kan helpen de pijn van anderen te verlichten, motiveert haar - ze herinnert zich de vreselijke migraineaanvallen die haar moeder vroeger kwelden. Haar vader was echter net als zij pijnvrij.
CAMERON «Ik heb hem nooit een aspirine zien nemen. Ik ben ervan overtuigd dat hij hetzelfde had als ik, want ik heb mijn vader nooit horen klagen over pijn. Hij stierf plotseling, door een hersenbloeding - ik denk dat andere mensen een waarschuwing zouden hebben gekregen. Hij was de aardigste man die er bestond. Elke ochtend maakte hij ons wakker met een kopje thee en een wortel uit de tuin en droeg hij een versje voor.»
NET ALS CANNABIS
De wetenschappers die de zaak van Jo Cameron op zich namen, begaven zich op redelijk onontgonnen terrein. Pas sinds de jaren 90 bestuderen genetici aangeboren ongevoeligheid voor pijn. Er zijn intussen honderden gevallen gemeld - vermoedelijk bestaan er veel meer. De aandoening wordt bijna altijd veroorzaakt door neuropathie: een onderbreking in de overdracht van pijn via de zenuwvezels. Mensen met ernstige aangeboren neuropathie sterven vaak jong, doordat ze zichzelf ernstig verwonden.
De laatste jaren is het dankzij ontwikkelingen in de wetenschap mogelijk om bepaalde vormen van 'pijnongevoeligheid' te verklaren door mutaties in de genen. Bij zes leden van de familie Marsili in Italië bleek bijvoorbeeld sprake van een genmutatie, waardoor ze zelden zweten, slechts kortstondig pijn ervaren en volledig ongevoelig zijn voor warmte. 'We leven een heel normaal leven, misschien beter dan de rest van de bevolking,' zei Letizia Marsili, de matriarch van de familie, in 2017. Ze brak ooit haar schouder tijdens het skiën en bezocht pas dagen later, toen het uitkwam, een dokter. Maar het zogenaamde Marsili-syndroom heeft ook nadelen. Letizia's moeder heeft in haar jeugd meerdere breuken opgelopen zonder ze op te merken: haar botten zijn nooit goed vastgezet en slecht genezen.
In 2006 publiceerde Geoff Woods, een geneticus in Cambridge, zijn bevindingen over meerdere families in een afgelegen regio in het noorden van Pakistan met een andere genmutatie. Zij voelden geen pijn, en misten bovendien het vermogen om te ruiken. Sindsdien zijn over de hele wereld mensen met dezelfde mutatie geïdentificeerd, maar de Pakistanen waren een ideale groep om te bestuderen: ze waren allemaal voortgekomen uit huwelijken tussen neef en nicht, waardoor hun genenpoel buitengewoon eenvoudig in kaart te brengen was.
James Cox, vooraanstaand geneticus aan de University College London, bestudeert het DNA van Jo Cameron al vijf jaar. Samen met Srivastava heeft hij een paper over haar geschreven, die vorig jaar werd gepubliceerd in het British Journal of Anesthesia. 'Jo is vrij uniek,' zegt hij. Cameron heeft géén neuropathie: ze kan alle gevoelens ervaren die de rest van ons ook heeft, behalve pijn. Het opvallendste verschil tussen haar en alle anderen is de manier waarop ze zogenaamde endocannabinoïden verwerkt - chemicaliën die van nature in elk menselijk brein voorkomen. Ze verzachten onze stressreactie en werken in op dezelfde receptoren als thc, de psychoactieve stof in cannabis. Normaal gesproken worden die stoffen afgebroken door een enzym dat FAAH wordt genoemd. Maar Cameron heeft een mutatie op haar FAAH-gen, waardoor het minder efficiënt werkt en haar endocannabinoïden zich opstapelen, wat resulteert in lage niveaus van angst, vergeetachtigheid en onbezorgd gedrag. Vergelijkbaar met hoe het lichaam van sommigen op cannabis reageert. Ongeveer een derde van de bevolking heeft een mutatie in het FAAH-gen, zij het vaak in milde vorm. Maar de mutatie, en het bijbehorende effect, kan ook veel sterker zijn. Jo Cameron kreeg de volle lading.
JAMES COX «Toen ik Jo voor het eerst ontmoette, stond ik echt versteld. Ik vroeg haar: 'Maak je je zorgen over wat er vandaag gaat gebeuren?' Ze zou onze clinici ontmoeten om een huidbiopsie en pijndrempeltest te ondergaan. 'Nee,' zei ze, 'ik maak me eigenlijk nergens zorgen over.'»
Cox vertelt dat Cameron zo vriendelijk en spraakzaam was tegen de wetenschappers, zelfs toen ze haar brandden, met spelden staken en met een pincet knepen tot ze bloedde. Die fysieke ongevoeligheid onderscheidt haar van andere mensen met een FAAH-mutatie. Zij kunnen, net als de meest toegewijde cannabisrokers, nog altijd wel pijn voelen.
IEDEREEN JO
Cameron had een FAAH-mutatie als vele anderen, maar er moest nog iets ánders in het spel zijn. De wetenschappers begonnen hun onderzoek door DNA uit haar bloed te isoleren en de coderende streng van haar genoom te analyseren.
- Maar daarin vonden jullie eerst niks?
COX «Nee. Dus zijn we dieper gaan graven. In die tijd was er net een nieuwe chip beschikbaar, waarmee we het hele genoom konden scannen en afspeuren op deleties - ontbrekende onderdelen in haar genetische code. Het werkte: we ontdekten dat er inderdaad sprake was van een ontbrekend stukje.»
De wetenschappers merkten een pseudogen op, een kopie van een gen 'dat zomaar wat in ons lichaam rondhangt', maar niets productiefs uithaalt. Genetisch afval, zo werd gedacht. Een biochemicus met wie ik sprak, vergeleek een pseudogen met een verroeste auto die je in het bos tegenkomt. Alleen: in het geval van Cameron startte de auto toen ze de sleutel in het slot staken.
COX «De uitdaging is nu om te begrijpen wat dit gen doet. Jo is momenteel de enige persoon ter wereld die we kennen die het heeft.»
Camerons geval is van groot belang voor de genetica. Het kan bewijs leveren dat pseudo-genen belangrijker zijn dan werd aangenomen. Bovendien kunnen wetenschappers mogelijk behandelingen ontwikkelen die een oplossing kunnen bieden voor de opioïdencrisis (in de VS sterven meer dan honderd mensen per dag als gevolg van een verslaving aan pijnstillers als fentanyl, red.). Ze zouden kunnen helpen bij de bestrijding van hardnekkige angst en depressie, zodat we misschien allemaal wat meer op Jo Cameron gaan lijken: vrolijk, meelevend, verstoken van al die onaangename, onzinnige gevoelens die ons zo nu en dan in monsters veranderen. Al is voorzichtigheid geboden volgens Matthew Hill, bioloog aan het Hotchkiss Brain Institute van de Canadese Universiteit van Calgary en coauteur van de Cameron-paper.
- Zijn er ook nadelen verbonden aan Camerons biologie?
MATTHEW HILL «Absoluut. Vanuit evolutionair oogpunt zou deze aandoening voor onze soort ronduit destructief zijn. Het is eigenlijk alleen nuttig in een omgeving waar geen gevaar is. Als je je geen zorgen maakt dat je in een gevaarlijke situatie zult belanden, is de kans net groter dat het toch gebeurt. Angst is een eigenschap die we in één of andere vorm bij elke zoogdiersoort terugzien.»
- Is het een wonder dat Cameron zonder ernstige verwondingen de 70 heeft gehaald?
HILL «De relatieve voorzichtigheid van Cameron is mogelijk ontwikkeld door anderen te imiteren. En misschien is ze niet vaak aan bedreigingen blootgesteld - ze woont in een plattelandsgemeenschap in Schotland. Misschien is ze weinig in aanraking gekomen met gebeurtenissen die haar fysiek of emotioneel konden schaden.»
INGESTORT
De Camerons 'doen alles samen', zegt Jo. Ze maken wijn, zitten in een toneelgezelschap en reizen wekelijks naar Edinburgh om hun dochter Amy (30) te bezoeken.
CAMERON «Ik hou zielsveel van Jim. Hij is fantastisch - ik heb zoveel geluk. Na mijn eerste huwelijk waarin... (twijfelt) Ik bedoel, ik hield van mijn vorige echtgenoot. Maar ik wist nooit hoe ik hem zou aantreffen.»
Camerons eerste echtgenoot, Phil, beroofde zichzelf van het leven na een langdurig gevecht tegen een psychische aandoening.
CAMERON «Hij was ofwel vrolijk en goedlachs, ofwel zo depressief dat hij in foetushouding in een hoekje kroop. Hij was zo... (bootst een wip na die heftig op en neer gaat) bipolair.»
- Hoe hadden jullie elkaar ontmoet?
CAMERON «We studeerden allebei in de buurt van Birmingham, Engeland. Hij was aardig. Maar hij had altijd een donkere kant. Hij zakte weg en ik was degene die hem moest terughalen. Als een soort spel: 'Ach, zo erg is het niet, kop op.'
»Phil kreeg zijn eerste erge aanval op vakantie, onderweg naar Sardinië. Hij ontplofte. De hele heenreis in het vliegtuig schopte en kneep hij me. Eens in het hotel zei ik: 'Kan iemand me alsjeblieft komen helpen? Mijn man is ingestort.' Tot dan had hij het altijd onder controle gehad. Maar plotseling niet meer.»
- Is hij behandeld?
CAMERON «Hij heeft verschillende medicijnen geprobeerd. En meerdere psychiaters bezocht. Ik ging altijd mee. De laatste dokter die hij bezocht, zei tegen mij: 'Dit is terminaal, weet u. Op een gegeven moment zal hij een eind maken aan zijn leven.' En zes maanden later deed hij dat inderdaad.»
- Wat voelde u toen de psychiater dat zei?
CAMERON «Gezien de toestand waarin mijn man verkeerde, dacht ik: misschien is het beter zo.
»De dag na zijn begrafenis ben ik weer aan het werk gegaan. Dat klinkt misschien koud, maar ik ben niet kil of harteloos! Er gebeuren nu eenmaal vreselijke dingen. We leven niet in een sprookjeswereld. Er zullen altijd verschrikkelijke dingen gebeuren. Je moet ermee omgaan.
»Je helpt iemand zo goed je kunt, maar als het niet meer lukt, moet je dat ook inzien. En je om anderen bekommeren.»
- Amy was toen 1 jaar oud, Jeremy was 13.
CAMERON «Na Phils dood gingen we elk weekend op uitstap. Ik zei tegen Jeremy: 'We zetten elke zondag Amy achter in de auto en dan krijg jij de kaart. Ik weet niet waar we heen gaan, je stuurt me gewoon.' Hij zei: 'Sla linksaf, sla nu rechtsaf, ga hierheen, ga daarheen.' En zo kwamen we op allerlei plekken voor onze zondagse lunch. Dat was echt heel leuk.»
Steeds als ik bij Cameron aandring op details over een schijnbaar verwoestende gebeurtenis, is ze niet zozeer ontwijkend: ze belandt altijd in een mooie herinnering, via een route zo onvoorspelbaar dat een kind met een kaart hem lijkt te hebben uitgestippeld.
Cameron begon af te spreken met Jim, die destijds wetenschap onderwees en haar overleden echtgenoot kende van hun lokale Roundtable, een Schotse variant van de Rotary Club. Vijf jaar later trouwden ze en adopteerde Jim Amy - Jeremy was toen al volwassen.
- Lijkt Amy op jou?
CAMERON «Ze is mijn tegenpool. Ze maakt zich zorgen om alles.»
Amy bleek al op jonge leeftijd talent te hebben als kunstenares en haar werk wordt in heel Europa tentoongesteld. In één werk zweven boven de beeltenis van een slapende baby de woorden 'gevoel / het offer / doorgesneden / in stukken gesneden / in leven gehouden door / deze ongelukkige dierlijke emoties - angst, walging, woede. Nog vreemder zijn zij die niks voelen.'
- Ze kan moeilijk om met jouw eeuwige kalmte?
CAMERON «Ja. Ze zegt bijvoorbeeld: 'Waarom kun je geen normale moeder zijn?' Als ik dan vraag wat een normale moeder is, antwoordt ze: 'Nou, niet zoals jij. Normale moeders schreeuwen!'
»(Hoofdschuddend) Soms denk ik bij mezelf: ik ben vreselijk. Als mensen woedend of overstuur zijn, en je zegt: 'Het is in orde!' dan worden ze nog bozer. Ik kan erg vervelend zijn, vooral als je een tiener bent en je niet wílt dat je problemen worden opgelost. Dan wil je gewoon dat er iemand schreeuwt.»
Paul Bloom, professor psychologie aan Yale en auteur van het boek 'Against Empathy', stelt dat het begrijpen van leed weinig te maken heeft met het vermogen behulpzaam en vriendelijk te zijn.
PAUL BLOOM «Empathie kan je in de weg zitten. Als jij vreselijke pijn hebt, kan die ook mij verlammen als ik ontzettend veel empathie voel voor jou. De boeddhisten wisten dat. Er is een hele leer die zegt: word niet sentimenteel. Help anderen met liefde en vreugde, maar blijf uit hun hoofd.
»Cameron is daar een perfecte illustratie van. Ze is mijn droommeisje. Ze voelt de pijn van anderen niet, dus ze voelt niet per se empathie. Maar ze gééft wel om anderen.»
GOUDEN KANS
Al bijna een decennium proberen farmaceutische bedrijven om medicijnen te laten reageren op het befaamde FAAH-gen, zonder succes. In 2016 stopte het Portugese bedrijf Bial Pharmaceuticals met de ontwikkeling van zo'n medicijn na een klinische studie waarbij zes deelnemers in het ziekenhuis werden opgenomen en één van hen stierf - allicht door een foute dosering of omdat het medicijn onbedoelde bijeffecten had. Pfizer staakte zijn pogingen om een FAAH-remmer te ontwikkelen in 2012, omdat het medicijn niet werkte. Onlangs is het onderzoek echter hervat en is er een nieuwe studie gefinancierd in het Brigham and Women's Hospital in Boston. Het vooruitzicht op een mogelijke doorbraak is zo veelbelovend, dat het zonde is om op te geven.
Opioïden werken niet alleen verslavend, ze zijn ook niet geheel betrouwbaar: sommige soorten chronische pijn worden er niet door verholpen. Cameron kan de sleutel vormen tot een nieuwe categorie geneesmiddelen. Volgens Srivastava is de paper waar hij met zijn collega's aan werkte, nog maar het begin.
SRIVASTAVA «Je realiseert je dat de natuur je haar geheim onthult, maar je hebt slechts zicht op een deel van dat geheim. De onthulling van het volledige geheim zou verbijsterend zijn.»
Eén van de dingen die Srivastava en zijn collega's willen onderzoeken, is de mate waarin Camerons pijnongevoeligheid het gevolg is van haar vreedzame gemoeds-toestand. Voelt ze geen pijn omdat ze zen in het leven staat, of is het net andersom?
SRIVASTAVA «Dit onderzoek gaat veel verder dan genetica. Omdat Jo wel sensaties heeft maar geen pijn voelt, doen zich unieke onderzoeksmogelijkheden voor. We weten zo'n beetje welke zenuwen wat met zich meebrengen, hoe ze werken, we komen beetje bij beetje verder - maar dit is een gouden kans om het allemaal tegelijk te testen en te bevestigen, te weerleggen of tot nieuwe bevindingen te komen.»
- Dat gaat niet onopgemerkt voorbij. Je bent al voor samenwerkingen benaderd door artsen en wetenschappers in Zweden, Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten.
SRIVASTAVA «Ik voel me ietwat overweldigd. Alsof ik in dit leven te weinig tijd heb om het goed te doen.»
Een ingewikkelde vraag is hoeveel van Camerons aandoening het gevolg is van de mutatie in haar FAAH-gen. Ze heeft tenslotte nog heel wat andere genen en ook haar opvoeding en jeugd spelen een rol. Sinds de publicatie van de paper heeft Matthew Hill van een half dozijn mensen met ongevoeligheid voor pijn gehoord, en hij vertelt dat de meesten van hen gek leken te zijn.
HILL «Als je deze aandoening hebt en je bent geen prettig persoon zoals Jo, maar bijvoorbeeld één of andere opgeschoten gast, dan is de manier waarop je ermee omgaat misschien volstrekt anders.»
SRIVASTAVA «Als je meer tijd met haar doorbrengt, realiseer je je dat we meer mensen zoals Jo zouden moeten hebben - die oprecht aardig en aangenaam zijn, en niet toegeven aan woede.»
BLOOM «Er is een enorme beweging in de psychologie die zegt: wat je niet doodt, maakt je sterker. Ik denk dat veel daarvan onzin is. Je bent niet gezonder nadat je kanker hebt gehad of van een trap bent gevallen. En alleen in films verander je in een superheld als je door de bliksem wordt getroffen; in het echte leven verander je in een geroosterd hapje.»
HILL «Een stressreactie is biologisch ontworpen om onze energie volledig te richten op overleven, op vluchten in geval van gevaar. Maar eigenlijk zijn we de voorwaarden voor zo'n reactie zo snel ontgroeid, dat het haast een evolutionaire terugslag is. Wanneer we op een Facebookpagina ontdekken dat onze partner ons heeft bedrogen, zet ons brein nog steeds diezelfde biologische reactie in gang, ook al heeft die geen enkele waarde meer voor ons. Misschien is Jo wel de volgende stap in de evolutie.»
© 360 Magazine / The New Yorker