Diamant noir
Mooi geslepen diamantje.
undefined
Een close-up van een oogbol; een in het zweet badende jongeman die een diamant zit te slijpen; een plotse bloedfontein: je hoeft alleen maar die nachtmerrie-achtige openingsscène van ‘Diamant noir’ te zien om te beseffen dat je in een aparte film bent beland. Pier Ullman, de hoofdfiguur van deze Frans-Belgische productie, houdt zich in Frankrijk onledig met kunstdiefstallen, maar zoals zijn chique achternaam al een beetje verraadt is hij in werkelijkheid de jongste telg van een geslacht van diamantairs uit Antwerpen.
Na de trieste dood van zijn vader keert hij terug naar België met één enkel doel: zijn rijke familie laten lijden om wat ze zijn ouweheer – de zwetende jongeman uit de proloog – hebben aangedaan. Wat volgt, is een in de fascinerende Antwerpse diamantwereld gesitueerd verhaal – deels familiekroniek, deels heist movie – van duistere familiegeheimen en fonkelende diamanten, van fortuin en diefstal, van wraak en moord.
Qua look hanteert regisseur Arthur Harari een bevreemdende mix tussen de theatraliteit van Fassbinder en de vormschoonheid van De Palma, en ook de acteurs intrigeren: de onwereldse intensiteit van hoofdacteur Niels Schneider doet denken aan de jonge Balthazar Getty, Jos Verbist toont als diamantslijper De Vries zijn rustige klasse, en August Diehl, de nazi uit de La Louisiane-scène uit ‘Inglourious Basterds’, schittert als de neef die Pier terug naar Antwerpen lokt. Dikke meevaller.