Diddy Wah Diddy: 'Die verdomde roze truitjes'
Weet iemand waar ik me een shirt van Voorwaarts Tienen kan aanschaffen?
Of een bloes van het mythische Thor Waterschei, waarvoor wij ooit in gezinsverband supporterden. Ik, die een beetje gestudeerd had, meende trouwens altijd dat Thor voor de Germaanse dondergod stond, maar later leerde ik dat het simpelweg een letterwoord was dat betekende: ‘Tot herstel onzer ribbenkast’, al bleek ook dat een mythe en stond die r eigenlijk voor rechten.
Het is maar dat u het weet. En u vraagt zich vast af waarom ik bovenstaande onzin aansnijd binnen de luttele vierkante centimeters die uw en mijn lijfblad voor deze bedenkingen ter beschikking stelt. Wel, de levensvragen waarmee dit opstel begint, zijn ingegeven door de diepe droefenis waarmee ik dezer dagen kamp als ik zie hoe het mijn Royal Sporting Club Anderlecht vergaat. Hoe dit voormalige champagnegedreven elftal nu over de mat strompelt als een wandelclub voor minderbedeelde bejaarden. Hoe ze blij zijn als een dozijn dode mussen wanneer ze eens ergens niet verliezen of na wat onhandig geklooi toch een pyrrusoverwinning uit de brand slepen. Oorzaak van die afgang? Geleerden buigen zich erover, de Universiteit van Anderlecht is een diepgaand onderzoek gestart. Niemand weet iets. Behalve ik. Dat ze die verdomde roze truitjes eens weggooien, zeg ik! Want roos is een kleur uitsluitend bestemd voor flamingo’s, zomerwijn en het ondergoed van bepaalde nieuwsankers, maar is helemaal een no-no voor voetballers, en zeker niet als ze Adrien Trebel heten.
Heeft iemand het nummer van Union Saint-Gilloise?