Diddy Wah Diddy : 'Wanneer filmregisseurs doodgaan, vindt niemand dat erg'
Wanneer filmregisseurs doodgaan, vindt niemand dat erg. Of zo lijkt het toch. Of heeft u een traan geplengd toen de grote Milos Forman een jaartje geleden zijn regisseursstoel voorgoed opplooide? Heeft u mentaal merci gezegd tegen de reus die ons ‘De liefde van het blondje’, ‘Taking Off’, ‘One Flew over the Cuckoo’s Nest’, ‘Amadeus’ en het waarlijk onderschatte ‘Man on the Moon’ geschonken heeft?
En hoe lang stond de wereld stil toen Bernardo Bertolucci zes maanden geleden dit speeltoneel verliet? Wie dacht er toen aan om hulde te brengen aan de artiest die met ‘Prima della rivoluzione’, ‘Il conformista’, ‘Ultimo tango a Parigi’ en ‘Novecento’ de filmkunst grondig omwoeld had? Waarom deed de vakpers niet voor één keer wat meer moeite en kon ze over Bertolucci vaak weinig meer navertellen dan die versleten anekdote over het gebruik van boter – misschien was het wel margarine? – tijdens een fictief liefdesspel in zijn bekendste film?
Daarom wil ik vandaag beleefd mijn hoge hoed afdoen voor de onlangs schielijk overleden Agnès Varda, ook al omdat ik dat niet deed toen ik haar tegen het lijf liep in de Brusselse Cinematek. Ik was toen te zeer onder de indruk van haar eenvoud, haar talent en haar verstand. Ze draaide de films die ik niet durfde te maken. Ze had alle talenten die ik niet heb. Ze was 100 procent Parijs, maar tegelijk 500 procent van de wereld. Ik zal haar missen. En wat goed dat ze net op tijd gestorven is, om niet te moeten meemaken hoe dat andere Parijse monument afbrandde.