Die week in… 1992 bracht Sinéad O'Connor 'War van Bob Marley
Het Amerikaanse tv-programma ‘Saturday Night Live’ heeft in zijn veertigjarige bestaan al enige controverse meegemaakt, maar de passage van Sinéad O’Connor op 3 oktober 1992 steekt er toch met kop en schouders bovenuit. De Ierse zangeres, een wereldster dankzij haar hit ‘Nothing Compares to You’, gebruikte haar optreden om het kindermisbruik in de katholieke kerk aan te klagen bij de miljoenen kijkers van de show, die live uitgezonden wordt. Nadat ze eerst een cover van Bob Marleys ‘War’ gebracht had, met aangepaste lyrics, scheurde ze een foto van paus Johannes Paulus II aan stukken. De zangeres werd aan het kruis genageld. Toen acteur Joe Pesci een week later ‘Saturday Night Live’ presenteerde, zei hij – onder gejuich van het publiek – dat hij O’Connor een slag in het gezicht verkocht zou hebben en halverwege oktober werd ze tijdens een concert van het podium gejouwd. Pas tien jaar later zouden enkele journalisten van de ‘Boston Globe’ bewijzen dat het kindermisbruik ook binnen de Amerikaanse katholieke kerk wijdverspreid was. Hun bevindingen vormden in 2015 de basis voor de Oscarwinnende film ‘Spotlight’.
undefined