Diersoorten sterven in hoog tempo uit. Waarom raakt ons dat niet?
Filosoof René ten Bos schreef het boek Extinctie, over het verdwijnen van mens en dier. ‘Er voltrekt zich een ecologische catastrofe.’
Na twee jaar waarin hij een doodsbedreiging ontving, twee huwelijksaanzoeken kreeg en meer dan vierhonderd lezingen gaf, vertrekt filosoof René ten Bos als Denker des Vaderlands in Nederland. Op de valreep verschijnt een nieuw boek van zijn hand, én behaalt een politicus die opvattingen over het klimaat huldigt die indruisen tegen heersende wetenschappelijke zienswijzen een electorale monsterzege.
De opmars van Thierry Baudet toont volgens Ten Bos nog eens aan dat veel mensen zich niet met het klimaat bezighouden en dat het allerminst vanzelfsprekend is dat milieumaatregelen worden geaccepteerd. ‘Kennelijk dringen niet alle alarmistische boodschappen uit de wetenschap door tot maatschappij en politiek. Het klimaat is een complex fenomeen, omgeven door onzekerheden. Baudet maakt gebruik van die complexiteit door te zeggen dat er niets aan de hand is.’
Ten Bos: ‘Baudet is bezorgd over de Nederlandse identiteit, maar hij houdt zich niet bezig met de verschraling van het boerenlandschap. Terwijl dat ontzettend belangrijk is voor de identiteit. Het denken speelt zich niet alleen af in iemands hoofd, maar ook in de interactie met het landschap waarin je je bevindt.’
Het verdwijnen van soorten is volgens Ten Bos het nijpendste probleem in het antropoceen, het tijdperk waarin de mens onuitwisbare sporen nalaat op de aarde. ‘Er voltrekt zich een ecologische catastrofe. Soorten sterven in hoog tempo uit. De vraag is waarom we ons dat nauwelijks aantrekken. Waarom het ons niet raakt.’
Wat is uw antwoord op die vraag?
Ten Bos ‘Mensen moeten dingen zien. Denk aan de bootvluchtelingen: als een dood kind op het strand aanspoelt is iedereen geraakt. Van extinctie zijn geen beelden. Mijn boek is een poging om een relatie met extinctie tot stand te brengen, zodat we begrijpen hoe spijtig het is wat op dit moment gaande is.
‘We nemen de wereld waar zoals hij nu is. Ik zie een ander platteland dan mijn vader in zijn jeugd en mijn kinderen zullen weer iets anders zien. De norm verandert met de tijd, veranderingen worden niet waargenomen: het shifting baseline syndrome. Dat er minder vogels en minder vissen zijn, vinden we normaal. We vergeten hoe het vroeger was. Ecologisch verlies laat zich wel uitdrukken in cijfers, maar mensen worden moe van wetenschappelijke data. Dat weet iemand als Baudet ook. Hij vindt ze niet interessant, hij negeert ze gewoon.’
In hoeverre schiet onze waarneming tekort?
Ten Bos ‘We denken in charismatische soorten, zoals de neushoorn of de tijger. Als het slecht gaat met deze dieren leidt dat tot treurnis, maar intussen onttrekt veel extinctie zich aan onze waarneming. Slechts een klein deel van alle bestaande soorten is beschreven.
‘Wij denken dat een soort is uitgestorven als het laatste exemplaar is doodgegaan. Biologen vragen zich af: heeft een soort nog een ecologische functie? We kunnen enthousiast zijn als een amoerluipaard in het Russische Verre Oosten in aantal is toegenomen tot zestig exemplaren, maar die beesten hebben een beperkte genenpool en worden moeizaam in leven gehouden. Je zou kunnen zeggen dat zo’n beest geen functie meer heeft. Dan kun je je afvragen of het kan uitsterven. Je kunt ook zeggen dat die dieren een intrinsieke waarde hebben.’
Kunnen genetische technieken de redding zijn voor uitgestorven soorten?
Ten Bos ‘Als er nu wolharige mammoeten zouden rondlopen in Siberië, wat heb je dan? Hoe leren die dieren gedrag? Een dier is geen geïsoleerd lichaam. Het geeft vorm aan zijn omgeving en de omgeving geeft vorm aan het dier. Pogingen om uitgestorven diersoorten terug te brengen, zijn tot mislukken gedoemd.’
Verkeert de mens in de gevarenzone?
Ten Bos ‘Ik denk dat de mensheid het nog wel een tijdje uithoudt. De vraag is hoe aangenaam het wordt, ecologisch gezien. Dat betekent niet dat ik apocalyptisch denk. Het zal zich wel op de een of andere manier voortslepen.
‘In het duurzaamheidsdebat wordt ervan uitgegaan dat nog veel generaties zullen volgen. Daar moeten we rekening mee houden. Mensen worden boos als je dat in twijfel trekt. Kennelijk mag je nooit twijfelen aan het feit dat er nog veel generaties na ons zullen komen.’
Zou de mens de aarde een dienst bewijzen door zich van kant te maken?
‘Als je er in heilige zelfopoffering een einde aan maakt, is de invloed van de mens nog niet verdwenen. Die blijft honderdduizenden jaren bestaan. We hebben veel in de natuur gestopt wat er niet thuishoort: radioactiviteit, plastic, noem maar op.’
Minder mensen misschien?
Ten Bos ‘Er zijn mensen die dat propageren: antinatalisten. Zo’n idee kun je alleen met maoïstische dwang opleggen, want voor veel mensen in ontwikkelingslanden is een rijk nageslacht een garantie voor een zekerder toekomst. Je zou het eco-neokolonialisme kunnen noemen. Eerst heb je die landen geplunderd en nu ga je zeggen: jullie mogen je niet voortplanten. Het op de wereld zetten van kinderen is in de ogen van sommigen geen moreel onschuldige aangelegenheid. Ik distantieer mij daarvan. Je kunt ook de welvaart beter verdelen. Over het algemeen leidt grotere welvaart tot minder kinderen.’
In uw boek verwijst u naar de denkers Steven Pinker, die ervan uitgaat dat het steeds beter gaat met de mensheid, en zijn tegenpool David Benatar, die de menselijke geschiedenis schetst in doembeelden. Met wie voelt u zich het meest verwant?
Ten Bos ‘Ik ben optimistisch over veel dingen - in veel opzichten gaat het beter met de mensheid. Ik word ook niet depressief van Thierry Baudet. Maar ik vind pessimisme interessant. Optimisten zijn altijd nare mensen: ze plaatsen een stip op de horizon en willen daarnaartoe. Iemand met twijfels is een spelbederver. In mijn werk zit een sterke anti-utopische tendens.
‘Pessimisten schetsen nooit vergezichten. Ze proberen een realistische inschatting van het nu te maken. Ze vinden dat nu beslissingen moeten worden genomen, ook al is de kans groot dat die niet allemaal het gewenste resultaat opleveren.
‘Pinker zegt dat het niet zo slecht gaat met de mensheid. Maar dat is de vraag niet. De vraag is: kunnen we het volhouden? Extinctie is niet iets om optimistisch over te zijn. Het discours in de wetenschap is alarmistisch. Er zijn wetenschappers die zeggen dat de extinctie van dieren ook ons gaat bedreigen. Dat verzin ik niet, daar verbaas ik mij over als filosoof. Ik verbaas mij erover waarom dat niet wordt opgepikt.’
© De Volkskrant