tussen hemel en helMichaël Van Droogenbroeck
Dit is de favoriete onenightstand van Michaël Van Droogenbroeck
‘De hel op aarde wil ik het niet noemen,’ zegt financieel expert en meneer Annelies Van Herck Michaël Van Droogenbroeck (42), die tot eenieders leedwezen heeft beslist te stoppen met ‘De ochtend’ op Radio 1. ‘Maar ik had het toch behoorlijk onderschat om iedere morgen om kwart over vier mijn wekker te horen afgaan. De hele week groggy rondlopen, dat is het me niet waard.’
MICHAËL VAN DROOGENBROECK «Ik ga de komende tijd vooral voor televisie werken, maar vanaf september ga ik voor Radio 1 iedere zaterdagochtend op ontbijtgesprek bij een politicus. En in de toekomst zou ik graag eens iets met praatgasten op Radio 2 doen. Radio blijft een soort magie hebben, dat vind ik al sinds ik op mijn 13de tijdens een fietstochtje een zendmast ontwaarde. Ik ben ernaartoe gefietst, heb op de deur van het caravannetje geklopt waar ‘Radio Ternat’ op stond, en twee weken later zat ik er al op zaterdagvoormiddag de hitparade te presenteren. Een jaar later ben ik naar Radio Pajottenland gepromoveerd, waar ik tot mijn 18de hetzelfde heb gedaan, met twee platendraaiers en twee schuifknoppen. Als je dat nu zou horen - ‘De toffe 40', heette het - je lacht je dood. Maar de hitparades van ‘92 tot ‘95 ken ik wel uit het hoofd.»
HUMO Als om kwart over vier opstaan niet de hel op aarde is, wat in ‘s hemelsnaam dan wel?
VAN DROOGENBROECK «Het meest ongelukkig ben ik geweest toen ik na mijn studies pol en soc ben blijven werken aan de universiteit. Ik had vijf jaar om mijn doctoraat af te werken, maar in die fase van mijn leven kon ik die vrijheid nog niet aan. ‘t Was een gouden kooi: ik zat de hele dag aan een bureautje, zonder prof die me in het oog hield. Ik kreeg geen letter op papier, en na die vijf verloren jaren kampte ik met een depressie.
»Maar toen hoorde ik iets waaien over een journalistenexamen van de VRT. Ik heb op goed geluk meegedaan, en heb me vervolgens tot mijn eigen verbazing door alle rondes heen geworsteld. En ja, ik werd aangenomen. Het verschil was groot: van een eenzaam bureautje en geen deadline naar een drukke redactie waar ik iedere dag vóór één uur iets af moest hebben. Dat lag me veel meer.»
HUMO Geen job zonder minpunten. Waar erger je je beroepsmatig het meest aan?
VAN DROOGENBROECK «Ik hou er niet van wanneer een interviewee rond de pot draait. Wanneer ik een vraag stel, krijg ik graag een echt antwoord, en geen omtrekkende beweging die nergens de kern raakt. Ik noem geen namen, maar er zijn nogal wat politici die die stijlfiguur aan de lopende band gebruiken. Ik word dan ongeduldig, en ga als vanzelf sneller spreken - ik vermoed dat dat duidelijk te horen is op de radio.»
HUMO Wanneer in je leven was je het gelukkigst?
VAN DROOGENBROECK «Moeilijk te zeggen, er zijn veel gelukzalige momenten geweest. Ik onthoud die momenten - van een vakantie toen de kinderen nog klein waren tot mijn eerste werkdagen hier op de VRT - allemaal zeer filmisch, en ik speel zo’n film weleens af tijdens een lange autorit. Ik geniet daar altijd intens van: dat heet melancholie, zeker? Mijn vrouw zegt me weleens dat ik te veel in het verleden leef, maar ik kan het niet helpen: ik hunker vaak naar wat voorbij is, vind ook dat het leven te snel gaat.»
HUMO Ben je een kunstliefhebber?
VAN DROOGENBROECK «Ik heb een moeilijke relatie met kunst. Heb je ooit van Pierre Bourdieu gehoord? Dat was een Franse socioloog die aantoonde hoe kunst en cultuur door de hogere klasse gebruikt wordt om zich te onderscheiden van de lagere klasse. Ik kom uit een eenvoudig tuinbouwersmilieu: wij gingen niet naar musea of tentoonstellingen; mijn ouders moesten werken. Bijgevolg heb ik altijd gedacht dat kunst niet voor mij was. Al probeert mijn vrouw daar al jaren verandering in te brengen, met wisselend resultaat.
»Ik ben wel een liefhebber van het werk van Pieter Bruegel de Oude. Een tijd terug ben ik zelfs speciaal naar Napels gereisd om zijn werk ‘De parabel der blinden’ te zien, omdat dat bij ons in het Pajottenland is geschilderd. Ik heb me voorgenomen om alle werken van Bruegel in het echt te gaan bekijken, dus er liggen nog reisjes naar New York en naar Wenen in het verschiet.»
HUMO Lees je graag?
VAN DROOGENBROECK «Wat denk je?»
HUMO Ik denk het wel.
VAN DROOGENBROECK «Toch niet. Ja, kranten en tijdschriften, maar aan een roman zal ik niet snel beginnen. Mijn vrouw verslindt boeken, en ik ben weleens jaloers op hoe ze daar gewoon kan gaan zitten, en vanaf de eerste seconde in haar eigen coconnetje opgaat. Ze geeft me weleens een boek waarvan ze vindt dat ik het absoluut moet lezen - ‘Grand Hotel Europa’ van Ilja Leonard Pfeiffer, of ‘De acht bergen’ van Paolo Cognetti - maar ik moet altijd een hoge drempel over.
»Vorige zomer heb ik ontdekt dat ik de staat waarin mijn vrouw zich bevindt wanneer ze een boek leest, wel kan bereiken door te wandelen. Ik ben eraan begonnen omdat ik altijd een jojo ben geweest, en omdat ik al die Weight Watchers-achtige dingen grondig beu was. Ik was er van het eerste moment aan verslingerd, dus sindsdien probeer ik elke dag anderhalf uur tot twee uur te wandelen, vooral in het Zoniënwoud. We wonen daar al tien jaar vlakbij, maar het is pas sinds het laatste jaar dat ik het echt heb leren kennen. En zo doe ik toch gemiddeld 13.000 stappen per dag - ik weet dat, omdat Frank Deboosere er me altijd naar vraagt. Hij is een fervente wandelaar geworden sinds hij wegens artrose met fietsen is moeten stoppen.»
HUMO Laat me raden: het hoogste lichamelijke genot heeft iets met wandelen te maken?
VAN DROOGENBROECK «Correct. Het hoogste lichamelijke genot, dat is: een stevige wandeling van drie à vier uur in de benen hebben. Pijn voelen, maar tegelijk ook die voldoening: ‘Ik heb het toch maar weer gedaan.’ En dan een warme douche.»
HUMO Hoe belangrijk is eten en drinken in je leven?
VAN DROOGENBROECK «Heel belangrijk. Ik eet graag en ontdek graag keukens, hoewel ik toch vaak naar de Italiaanse keuken teruggrijp. Mijn absolute favoriet is linguine met vongole.»
HUMO À la Michele Van Droogenbroeck?
VAN DROOGENBROECK «Nee, mijn vrouw is thuis de kok. Ik hou van eten, en van iemand zien koken, maar de drempel om het zelf beginnen te doen, is me te hoog. Wat ik wél doe, haha, is de bijpassende fles wijn uit de kelder halen. Iedere fles die in onze wijnkelder ligt, hebben we gekocht tijdens een vakantie. Haal ik er eentje boven, dan komt meteen het verhaal van die vakantie mee. Ik droom dan weg over de autorit terug naar huis die die fles heeft meegemaakt, en ik probeer terug te rekenen hoeveel jaar die fles in onze kelder heeft gelegen.
»Ik ben vooral verzot op nebbiolo, de Piëmontese druivensoort waaruit barolo en barbaresco vervaardigd worden. Piëmont is met stip onze favoriete Italiaanse regio: ‘t is er veel minder toeristisch dan Toscane, en dat terwijl het mooier én minder ver is. Eigenlijk is het zonde om er te veel over te vertellen.»
HUMO Snel over naar je favoriete wip dan maar.
VAN DROOGENBROECK «Ik ben nu naar het laatste seizoen van ‘La casa de papel’ aan het kijken, en eerlijk: het is het seizoen te veel. Wat niet wegneemt dat mijn oog is gevallen op Tokyo, die gespeeld wordt door Úrsula Corberó. In mijn fantasie - want laten we het zo maar noemen - draagt ze steevast die rode overall uit de serie. En ken je ‘Six Feet Under’? Dat ik die reeks weleens herbekijk, heeft in niet geringe mate te maken met de aanwezigheid van Brenda (rol van Rachel Griffiths, red.). Al spreekt de setting me ook aan: ‘t gaat over een familie begrafenisondernemers.»
HUMO Juist: heb jij niet ooit begrafenisondernemer willen worden?
VAN DROOGENBROECK «Al sinds ik op mijn 8ste de begrafenis van een buurvrouw bijwoonde, nota bene in het kapelletje dat je op ‘De parabel der blinden’ ziet. In mijn twintigerjaren heb ik ook daadwerkelijk zes à zeven jaar bij een begrafenisondernemer gewerkt: aanvankelijk mocht ik alleen mee de kist dragen, maar na een tijdje bemoeide ik me meer met de ceremonie, en baarde ik overledenen op in het funerarium. Ik heb het altijd een mooi en bijzonder beroep gevonden, en de gedachte om ooit een eigen begrafenisonderneming uit te baten, speelt nog altijd in mijn achterhoofd. Maar ‘t is niet eenvoudig, hè, met al die investeringen en zo. Ik ben bang dat ik op het eind van mijn leven zal zeggen: verdorie, toch jammer dat ik mijn kans niet gewaagd heb. En nu word ik hier godverdorie begraven door een onderneming die niet de mijne is!»