Dit was dag 1 van Best Kept Secret 2019: de recensies
De zevende editie van Best Kept Secret schoot vrijdagmiddag uit de startblokken. Een beetje loom, aanvankelijk. Maar tegen valavond leek het festival in overdrive te gaan qua ontroering met Charlotte Gainsbourg en Bon Iver. De bravoure stond op conto van Shame.
Shht: beukende binnenkomer
In de categorie "Listige Pseudoniemen" doet Shht uit Gent een gooi naar de hoofdprijs. "Leuk! Je festival aftrappen met een halfuur meditatiemuziek", zou je denken, tot Shht een blik noiserock uit de afdeling Zappa opent aan podium SEVEN - een blikken festivaltent met de uitstraling van een hangar.
undefined
Ze cirkelen aan het rondpunt waar ook Raketkanon en Mauro Pawlowski vaste klanten zijn, met een hyperactieve brulboei aan het front die met zijn stemgeluid tegen Sociaal Incapabele Michiel aanschurkt.
"Herrie", zou de doodgewone sterveling zeggen, maar een groep die ‘Warp’ van Steve Aoki kan omtoveren van een campy kermishymne tot catchy noisepop, is lang geen slechte groep. Beukende binnenkomer!
John Grant: relnicht en redneck in één
“Dank jullie wel. Ik wil noch chraag Nederlands leren. I’m working on it”. Juist, John Grant is een polyglot. Duits, Spaans en Russisch spreekt hij vloeiend, Frans en Zweeds lukt aardig, IJslands intussen ook, aangezien de excentrieke Amerikaan al een zestal jaar in IJsland woont.
In de TWO-tent (geluidstechnisch gezien ons favoriete podium op BKS) fietst hij wat nors door zijn new wavey elektropopsongs. Op zijn tronie prijkt blauwe glitterverf, op z’n kroon een baseballpetje. Vaudeville-relnicht en redneck in één, met een vette knipoog welteverstaan. Maar Grant lijkt niet goed bij stem en mist wat toonvastheid. Halverwege de set laat het monitormengpaneel het afweten. Wat een pechvogel. Na een pauze keert Grant terug with a vengeance: stukken assertiever, met meer theater en felle synths. Het publiek smult ervan. Raar concert.
Miya Folick: Folick-à-deux
Het spoor van de meerwaardezoeker - te herkennen aan de biologische draagtassen, duurzame sneakers of herbruikbare drinkflessen - leidt soms naar bijzondere plekken.
Miya Folick is zo’n bijzonder geval op een bijzondere plek. Ze is niet vies van melodrama, predikt over eigenwaarde, al weet de Amerikaanse bovenal hoe een boeiende popshow in elkaar steekt. "I am smiling wide, I’m the reason the sky is blue", klinkt het overtuigd op een bedje van indiepop. Intussen eet de volgelopen FIVE-tent gulzig uit haar hand.
Een show van Miya Folick heeft iets weg van een verkleedpartij: nu eens waant ze zich Dolores O' Riordan van The Cranberries, dan weer St. Vincent, maar ze maakt vooral indruk wanneer de demonen in haar hoofd aan het pingpongen slaan en ze openlijk solliciteert voor de rol van Satan bij Savages. Geheimtip!
Primal Scream: pillen poppen op nostalgie
En wij jaloers op dat retecoole, felroze kostuum van Bobby Gillespie. Wat een plaatje. De Primal Scream-zanger loodst zijn makkers door een set vol cultklassiekers (‘Kill all Hippies’! ‘Swastika Eyes’!). The Scream mag dan niet meer zo scherp staan als twintig jaar geleden, de Britse psychonauten komen in Hilvarenbeek bij momenten manisch uit de hoek (zie: het stuiptrekkende ‘Kowalski’).
'Right on', fezelt Gillespie stoned wanneer de fans enthousiast reageren op ‘Higher Than The Sun’. In de tot spleetjes geknepen ogen van de zanger huist een geïmplodeerde kosmos die overdadig gebruik van hallucinogenen verraadt. Yup, Bobby’s quite a trip. Op het strandje aan het hoofdpodium poppen een handvol Generatie X’ers wellicht een handjevol pillen wanneer de iconische drugshymne ‘Loaded’ weerklinkt. De bekende Stonespastiches ‘Come Together’ en ‘Rocks’ rammen en beuken alsof de nineties terug zijn. Perfect nostalgiefeestje.
Cate Le Bon: koorddansen over een braakland
Stel, je erft bij de geboorte een achternaam waarvan je denkt: “Meh, die is mij te grijs.” Cate Timothy klinkt in de verste verte niet half zo goed als Cate Le Bon, de naam die de Welshe duivel-doet-al zichzelf heeft toegeëigend. In Hilvarenbeek heeft ze aan een halve song genoeg om te tonen dat die nom de plume haar als gegoten staat.
Cate Le Eigenwijze had ook geen slechte keuze geweest. In de Beekse Bergen koorddanst ze stijlvol tussen pop en experiment, zonder naar de verkeerde kant af te hellen. Die auditieve stroomstoten van de saxofoon, dat intrigerende je-m'en-foutisme waarmee Le Bon in tent FIVE neerdaalt, die brakke en eigenzinnige, maar aanstekelijke popsongs: als het braakland tussen de onderwereld en mainstream een volkslied zou zoeken, zouden ‘Miami’ of ‘Home To You’ van Cate Le Bon het overwegen waard zijn.
Black Mamba: respect, girl
Veel hiphop of r&b hoorden we niet op deze eerste BKS-dag. Aan de Sint-Niklase dj Black Mamba om de meubels te redden.
Loden, trage mastodontgrooves laten de licht aangeschoten meute op het overvolle pleintje aan het FOUR-podium stuiteren. Daar zijn ongetwijfeld veel Belgen bij (het stikt van de landgenoten op dit festival) maar ook veel Nederlanders die bij deze de jonge Belgische dj-wolvin leren kennen. “My left stroke just went viral!” schreeuwt Kendrick Lamar en iedereen wordt gek.
Mamba breit vaardig een remix van Kendricks ‘Humble’ aan het geile ‘Look at that’ van O.T. Genasis. Ze switcht slim van trappy hiphop naar opzwepende Afro-Caraïbische ritmes en bronstige baile funk. Obscure feestkikkers als Trap Beckham en Tittsworth & Zuzuka Poderosa turnen een plankenvloer vol bleekscheten om tot een kruising van een Jamaicaanse block party met carnaval in Rio. Zo creëert Mamba een heerlijk wereldse set, exotisch en keihard van het hier en nu.
Diplo himself had het niet veel beter gedaan. Respect, girl.
Charlotte Gainsbourg: onbereikbare eeuwige Lolita
Pas na vier liedjes, bij de disco van ‘Sylvia Says’, durfde Charlotte Gainsbourg van achter haar elektrische piano vandaan komen. Gelukkig, zoniet had het festivalpubliek een behoorlijk statische set te slikken gekregen.
Haar intimistische fluistersongs zijn sowieso niet op maat gesneden van grote festivals, ook al stut haar band de nummers met een groovy fond. Ze ging wél lekker in ‘Paradisco’ (de titel verklapt waarom) en ‘Deadly Valentine’ (waarvan we de Soulwaxremix nog steeds de beste versie vinden).
Wat blijft Gainsbourg toch een koele chanteuse, ook tijdens de dansbare songs waar het publiek wél loos op ging. Nee, veel heupwerk zat er niet in bij Charlotte. Nu ja, dat draagt natuurlijk bij tot haar mysterieuze imago van broze, onbereikbare eeuwige Lolita. Na die resem sexy clubtracks zakte de set in dankzij teveel dramatische, poëtische pop die we liever thuis onder een hoofdtelefoon beluisteren. Nu ja, de dochter van Serge eerde haar papa door haar stinkende goesting te doen. Het siert haar.
Priests: scherp als een glassnijder
Ze stáát er, Katie Alice Greer van Priests. Stijlvolle zonnebril. Witte handschoenen. In een plunje dat je de hipste tandarts van het land zou toewijzen. Maar met streken alleen laat je nog geen onvergetelijke indruk na.
Priests heeft een performer uit de duizend in huis, en ze tonen ook dat ze weten hoe postpunk, scherp als een glassnijder, hoort te klinken. ‘JJ’ en ‘YouTube Sartre’ behoren tot die categorie, maar daartegenover staan drie keer zo veel songs die eerder de zenuwen dan de dansbenen prikkelen. Want als je een “dancy song” aankondigt en negentig percent van de tent over Die Visburger Van Daarnet ziet dagdromen, weet je genoeg.
Maar is deze passage van Priests uit Washington D.C. slécht? Neen, daarvoor heeft die afgrijselijke voice-over van Love Island de lat deze week te laag gelegd.
Shame: bruut van het verslavende soort
Tala Drum Corps, DJ Koze en Jameszoo luiden de nacht in, , verspreid over de Beekse Bergen. Terwijl sluimert op de achtergrond de eerste vermoeidheidsslag. Maar wanneer het gemoed een duik dreigt te nemen, opent de Britse mallemolen die Shame heet de deuren.
Charlie Steen verwelkomt de uitpuilende FIVE-tent à sa propre façon: met veel bravoure, een knarsende stem als een kaasrasp en in het gezelschap van pientere punk die je binnen de halve minuut zonder weerwerk tegen het canvas klopt. Shame is een brute band, maar wel een van het verslavende soort.
‘Dust On Trail’, ‘Concrete’, ‘One Rizla’ en de handvol nieuwe nummers die ze met verve testen: ‘t zijn stuk voor stuk buitenwippers van songs die je na middernacht liever niet tegen het lijf loopt. Het is nu wel bewezen: die brute Britten van Shame zijn geen eendagsvliegen.
undefined