Humo's boekenjaaroverzicht
Dit zijn de 10 beste boeken uit 2020
In de zeeën van tijd die corona ons onverhoopt schonk, trok de liefhebber van het betere boek een recordaantal baantjes. Aan het einde van dit onzalige jaar dompelen wij ons graag nog een keer onder middels Humo’s briljante boekenjaaroverzicht.
1. ‘MIJN LIEVE GUNSTELING’ - MARIEKE LUCAS RIJNEVELD
Een mens kan zich afvragen of we anno 2020 nog zaten te wachten op een schunnig boek over de allesverterende doch volslagen ongepaste verliefdheid van een 49-jarige op een kind van amper 13. Een terechte vraag, waarop het antwoord inmiddels duidelijk is: jazeker. Al na enkele bladzijden voel je dat ‘Mijn lieve gunsteling’ grootse, grootse literatuur is.
Ook de tweede roman van Marieke Lucas Rijneveld speelt zich af in een strenggelovig boerenmilieu. Een veearts van middelbare leeftijd wordt er genadeloos verliefd op de piepjonge dochter van een veehouder. Wat volgt, is een zomer van schuimbekkend graag zien, het soort liefde dat alles eronder, erboven en ertussen degradeert, banaal en werelds maakt.
Hoe hard de viespeuksirene in dit boek ook loeit, Rijneveld doet veel meer dan een verhaaltje over een losgeslagen pedofiel schrijven. Ze ging in zijn hoofd logeren en spelde er de waanzin uit. Ze laat het allemaal tragisch contrasteren: de ruwheid van het boerenbedrijf en de hooggestemde verliefdheid, de pus en pis en het heroïsche liefhebben, het geweld en de schoonheid. Als lezer kun je er niet van wegrennen: Rijneveld houdt je in een klamme omhelzing, neemt je mee naar ergens waar je niet wilt zijn.
In augustus won de nog steeds maar 29-jarige Rijneveld voor haar onthutsend sterk geschreven debuutroman ‘De avond is ongemak’ de Booker International Prize. Wat ons betreft, mag deze opvolger alvast in het rijtje voor 2021 gaan staan.
2. ‘DE KOLIBRIE’ - SANDRO VERONESI
In Italië wordt Sandro Veronesi vergeleken met Samuel Beckett en Lev Tolstoj. Hij wint er dan ook de ene prestigieuze prijs na de andere. ‘Kalme chaos’ (2005) werd bekroond met de Premio Strega, de belangrijkste Italiaanse literaire onderscheiding, en ook ‘De kolibrie’ viel die eer te beurt. Niet toevallig gaat ook deze weergaloze roman over omgaan met verlies: weinigen slagen erin om hartverscheurende ellende verteerbaar te houden, laat staan er een troostend meesterwerk over te schrijven.
Marco Carrera, een oogarts in Firenze, verliest in de loop van het verhaal zijn zus, zijn beide ouders én zijn dochter. Zijn vrouw blijkt gestoord te zijn, zijn broer wil hem niet meer zien, en met zijn jeugdvriendinnetje Luisa beleeft hij een levenslange maar onmogelijke liefde op briefpapier. Spoiler alerts? Daar gelooft Veronesi niet in. De schrijververteller bouwt de spanning in het verhaal vakkundig af door de rampspoed die zich hoofdstuk na hoofdstuk voltrekt telkens op voorhand aan te kondigen. Desondanks is ‘De kolibrie’ een meeslepende pageturner waarmee Veronesi zich definitief vestigt als één van de grote componisten van de Europese literatuur.
3. ‘CLIËNT E. BUSKEN’ - JEROEN BROUWERS
De afgelopen jaren waren de vrolijke bestsellers over krasse knarren niet meer te tellen. Wie met Jeroen Brouwers’ roman over het leven in een verzorgingstehuis echter verwacht iets als ‘De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween’ van Jonas Jonasson of ‘Het geheime dagboek van Hendrik Groen, 83¼ jaar’ van Peter de Smet in huis te halen, staat binnen de kortste keren weer aan de kassa met het aankoopbonnetje.
In ‘Cliënt E. Busken’ verplaatst Brouwers zich in de warrige geest van een bejaarde man die dik tegen zijn zin cliënt van de verzorgingsindustrie wordt. De daarin rondwervelende gedachten zijn nu eens venijnig, hatelijk en verzuurd (breek E. Busken de bek niet open over het concept van genderneutraliteit), dan weer grappig, fantasierijk of eenvoudigweg geil. In de lange innerlijke monoloog ontbreekt de logica en is het warrigheid troef, en op elke bladzijde zijn prachtige taalvondsten en mooie observaties te vinden.
4. ‘DE JAREN’ - ANNIE ERNAUX
De 80-jarige Annie Ernaux is al decennia een onvermijdelijke stem in de Franse literatuur. In dit magnifieke magnum opus beschrijft Ernaux hoe ze als meisje uit een Normandisch arbeidersmilieu de sociale ladder opklom. ‘De jaren’ is niet alleen literair belangrijk, maar ook sociologisch en historisch: het boek weerspiegelt op ontroerende wijze de ontwikkeling van de tijdgeest in de 20ste eeuw in het leven van één Franse vrouw. Een ongeëvenaarde krachttoer.
5. ‘DE VERHALEN DIE WE ONSZELF VERTELLEN’ - JOAN DIDION
Samen met generatiegenoten Don DeLillo en Cormac McCarthy behoort Joan Didion tot de beste en meest geliefde nog levende schrijvers van Amerika. Ze staat bekend als icoon van de sixties en auteur van talloze unieke essays, maar schreef ook enkele goed ontvangen romans en twee bijzondere autobiografieën: ‘Het jaar van magisch denken’ (2005) en ‘Blauwe nachten’ (2011). Met ‘De verhalen die we onszelf vertellen’ is er nu ook een gedegen selectie van haar essays in het Nederlands, samengesteld door Joost de Vries. Die schrijft dat Didions oeuvre een specifieke methode kent, die ons toont wat we doen om het leven door te komen: ‘We tell ourselves stories.’ Persoonlijk, maar zelden intiem, via de eigen gesteldheid over die van de wereld schrijven: noem het gerust het didionisme.
6. ‘FLEISHMAN ZIT IN DE PROBLEMEN’ - TAFFY BRODESSER-AKNER
Op een dag, midden in de zomer van zijn tweede jeugd en seksuele emancipatie, zet de ex-vrouw van de 41-jarige dokter Fleishman zomaar hun twee kinderen bij hem af, om niet meer terug te komen. En dat terwijl hij net zo hard van zijn herwonnen vrijheid aan het genieten was. ‘Fleishman zit in de problemen’ doet vaak aan de Great American Novel van Jonathan Franzen denken, maar blijkt verrassend een verfrissende vrouwelijke variant van het genre. In deze sociale satire neemt debutante Taffy Brodesser-Akner niet alleen de schier eindeloze ambitie en consumptiedrang van haar landgenoten op de korrel, maar ook het patriarchale beeld van de eindelijk vrije, blije, pas gescheiden man.
7. ‘BITTERE TIJDEN’ - MARIO VARGAS LLOSA
‘Mario Vargas Llosa heeft flink aan de literaire viagra gezeten,’ schreven we hier eerder al over de nieuwe roman van de 84-jarige Nobelprijswinnaar, en als dat u niet meteen naar de dichtstbijzijnde boekhandel doet rennen, weten wij het ook niet meer. Met ‘Bittere tijden’ schreef de Peruviaan een vitale historische roman over een in 1954 door de CIA beraamde militaire coup in Guatemala. De staatsgreep kostte volgens hem niet alleen duizenden levens, maar heeft de democratisering van het hele continent ook met tientallen jaren vertraagd.
Wie voorbij de sombere titel kan kijken – en het vele bloed dat van de pagina’s druipt – vindt in ‘Bittere tijden’ bovenal een speelse roman. Zo voert Vargas Llosa een reeks historische en fictieve personages op die afwisselend wraakroepend en hilarisch zijn. De impliciete conclusie luidt dat de hele wereld een bananenrepubliek vol nepnieuws is geworden, maar gelukkig is het wel een wereld met schrijvers als Mario Vargas Llosa.
8. ‘DE BERGEN ZINGEN’ - NGUYEN PHAN QUE MAI
De jonge Huong groeit op tijdens de oorlog in Vietnam. Haar ouders en ooms hebben zich aangemeld bij het leger om te vechten, terwijl Huong met haar oma in Hanoi achterblijft. Deze wervelende historische fictie schetst in poëtische en beeldrijke taal een adembenemend portret van het leven en de beproevingen van de gewone Vietnamezen tijdens de 20ste eeuw, aan de hand van vier generaties van Huongs familie.
9. ‘DE VREEMDELINGE’ - CLAUDIA DURASTANTI
De Italiaanse Claudia Durastanti groeide op bij twee dove en tamelijk geflipte ouders, pendelend tussen Brooklyn en een verarmde uithoek in het zuiden van Italië. ‘Van wie heb je leren praten?’ was steevast de eerste vraag die mensen haar stelden, gevolgd door: ‘Maar in welke taal droom je dan?’ Durastanti’s bijzondere jeugd leverde een essayistische roman over kunst en handicap op, over eenzaamheid en geestelijke gezondheid, over armoede en tantes in bontjassen. Een overvol maar wondermooi boek, even warrig als het leven zelf.
10. ‘UIT DE EERSTE HAND’ - MARTIN AMIS
In deze autobiografische roman gunt Martin Amis de lezer een nieuwe kijk op zijn buitengewone leven. Intiemer dan ooit schrijft hij over het verlies van de drie mannen die een onuitwisbare invloed hebben gehad op zijn leven en werk: zijn beste vriend Christopher Hitchens, de dichter Philip Larkin en zijn grote held Saul Bellow. Ook zijn literaire ouders, talloze liefdes uit het verleden en andere bruisende persoonlijkheden passeren de revue. ‘Uit de eerste hand’ is een ontroerende en humoristische verkenning van het mens-zijn, met alle hoogte- en dieptepunten.