Doortje van 'F.C. De Kampioenen' gaat vreemd: Ann Tuts in 'Amateurs'
An Tuts (49) heeft een bocht genomen. De actrice die - het zal niemand zijn ontgaan - eenentwintig jaar Doortje van 'F.C. De Kampioenen' was, laat zich in de nieuwe VTM-reeks 'Amateurs' op een geweldige manier van een andere kant zien. Ze staat er, vreemd genoeg zelf ook van te kijken.
Ann Tuts «Ik weet eigenlijk niet hoe het komt. Opeens begon iedereen mij te bellen. Voor een gastrol bij ‘Safety First’, dan één bij ‘Vermist’, en ten slotte dus ook Frank Van Passel voor ‘Amateurs’.»
HUMO ‘Amateurs’ ontleedt op een rake manier de mens, zoals dat hoort in een tragikomedie, en is van een heel andere orde dan ‘F.C. De Kampioenen’. Was het aanpassen of gewoon een kwestie van andere laden opentrekken?
Tuts «Het was vooral: géén laden opentrekken, mínder doen. Het was wel even geleden dat ik zo klein moest spelen, en daarom was ik de eerste draaidag ook wel een beetje zenuwachtig. Ik voelde me ook een vreemde eend in de bijt. Voor hetzelfde geld dachten mijn tegenspelers: ‘Waar halen ze die nu vandaan?’»
HUMO Heb je echt het gevoel dat alles je overkomt? In oude interviews kreeg ik ook al de indruk dat je...
Tuts «...niet ondernemend en ambitieus genoeg bent om zelf te kiezen? Dat is wel een beetje zo.»
HUMO Behalve dan toen je de stap zette om naar de Studio Herman Teirlinck te gaan.
Tuts «Dat was inderdaad op eigen initiatief, maar ook wel met vertraging. Mijn ouders hadden in eerste instantie gezegd: ‘Toneelschool? Ga maar studeren, zoals je broers en zus.’ En ik had niet de kracht om daar tegen in te gaan. Ik dacht: ‘Oké, dan doe ik die toneelschool later wel.’»
HUMO Maar hoe ambitieus ben je nu?
Tuts «Ik kan me wel herinneren dat ik als kind al toneel wilde spelen. Mijn broer heeft een foto van mij laten uitvergroten waarop ik met flikkerende oogjes aan het dansen ben voor het televisietoestel. Ik was pas drie, maar als ik naar die foto kijk, herinner ik me hoe ik me toen voelde. Meer nog: als ik op het toneel sta, voel ik nog altijd krek hetzelfde. Of zelfs op een dansvloer ergens op een feestje, met een glas op. Wat anderen dan denken, kan me niks schelen, ik voel alleen maar: ‘Dit wil ik! Dit is mijn leven.’ Die ambitie was er van jongs af. Maar als je ambitie definieert als ‘het ver willlen schoppen’: dat heb ik helemaal niet. Anders blijf je niet eenentwintig jaar in dezelfde reeks plakken (lacht).
»In mijn leven naast het vak is in die eenentwintig jaar ongeveer alles veranderd. En dat kon omdat ik zes maanden per jaar in ‘De Kampioenen’ Doortje kon spelen. Dat was mijn houvast, niet alleen financieel maar ook vanwege de fijne groep mensen om me heen.»
HUMO Wat voor wilde dingen deed je daarnaast allemaal?
Tuts «Zoeken. Reizen. Leven. Ik heb verschillende relaties gehad, de één al wat moeilijker dan de ander. Dan ben ik in Zanzibar mijn huidige man tegengekomen, een Engelsman. Mark (Smith, journalist bij het Britse vakblad ‘Screen Digest’, red.) was daar ook op vakantie. We zagen elkaar gedurende drie dagen en wisselden telefoonnummers uit.»
HUMO Laat me raden: hij heeft jou gebeld.
Tuts «Ja. De eerste dag dat ik weer in België was, belde hij me al op. Ik was dat ook wel van plan, maar hij was sneller. Ik was eenendertig en dan weet je ondertussen genoeg om te beseffen: ‘Hier moet ik nu voor gaan.’ Ondertussen zijn we zeventien jaar getrouwd, en hebben we twee kinderen. We hebben eerst vier jaar samen in Londen gewoond, ik pendelde naar België voor mijn werk. Londen was fantastisch: met de kinderen ’s middags naar Tate Modern, ze van dichtbij zien opgroeien... zalig.
»Het moeder zijn heeft nu wel een andere dimensie gekregen. Je weet dat mijn eigen mama 18 jaar geleden omver is gereden door een dronken chauffeur toen ze De Singel uitliep, waar ze samen met mijn papa naar een voorstelling was gaan kijken. Ze heeft daarna opnieuw moeten leren lopen en praten. De revalidatie was een succes, behalve dat haar kortetermijngeheugen niet meer werkte. De laatste zeventien jaar leefde ze eigenlijk als een kind: ze herkende mij en mijn zus en broers en mijn papa wel, maar ze kon zich niet herinneren welk gerecht ze tien minuten eerder had besteld op restaurant. We hebben daar heel hard aan moeten wennen, en dan vooral mijn vader natuurlijk: hij leefde opeens samen met een andere vrouw.
»Ze had sindsdien ook een probleem met slikken: als ze iets at, kon ze zich op elk moment verslikken. De afgelopen zeventien jaar hebben we haar, denk ik, twaalf keer in allerijl met de mug naar het ziekenhuis moeten brengen omdat ze geen lucht meer kreeg en blauw aan het worden was. Die laatste keer stond ik op de set van ‘Amateurs’. Mijn mama was in het ziekenhuis aan het revalideren. Toen ik na de opnames mijn telefoon weer inschakelde, zag ik dat ik vijftien oproepen had gemist. Ze was in het ziekenhuis gestikt in haar eten.»
Fernand, gij geldwolf!
HUMO Voor je personage in ‘Amateurs’, Els Delvo, is geduld de sleutel tot geluk. Dat lijkt me ook jouw levensmotto te zijn.
Tuts «Ja. Ik herken daar ook mijn vader en mijn zus in. Wij zijn een gezin van verzoeners: gewoon go with the flow. Af en toe instinctief aanvoelen: ‘Ah, dit is nu het beste voor mij,’ en dan op die nieuwe golf springen.»
HUMO Herken je de drang om te performen ook bij iemand in het gezin?
Tuts «Ja, bij mijn papa. Hij speelde gitaar en ik herinner me nog goed dat ik tegen hem aan lag terwijl hij aan het spelen was – hij speelde iets van Django Reinhardt, en hij ging er helemaal in op. Ik was volkomen geïntrigeerd door mijn eigen papa. Dat helemaal opgaan in iets, is waar ik ook zo van geniet.
»Mijn opa leidde trouwens een amateurgezelschap! Ze speelden stukken als ‘En waar de sterre bleef stille staan’ van Felix Timmermans. Ik heb daar bij mijn ouders op zolder nog gestencilde programmaboekjes van gevonden. Mijn vader speelde het kindje Jezus, maar hij kon er niet mee doorgaan. Hij weende te veel tijdens de scène waarin hij zijn vader zag sterven. Hij is iemand bij wie tranen gemakkelijk opwellen – ook als hij iets moois ziet of als hij gelukkig is.
»Ik heb hem gevraagd om te figureren in ‘Bevergem’ (nieuwe Canvas-serie rond Freddy De Vadder, red.), we hebben net zes dagen samengewerkt. Hij heeft daarvan genoten. Hij kwam ook altijd naar de inlachsessies van ‘De Kampioenen’. Mijn mama kwam ook mee, maar die mocht nooit in de zaal zitten, omdat ze te luid reageerde. Ik keek apart met haar naar de inlachsessies, en dan genoot ik altijd heel hard van haar reacties. Nadat ze haar kortetermijngeheugen verloren had, veranderden de reacties van mijn moeder. Die werden, zeg maar, kinderlijker, waardoor we met haar soms in bizarre situaties belandden. Ze kon op restaurant bijvoorbeeld tegen de ober zeggen: ‘Dit is het lekkerste dat ik ooit gegeten heb,’ opstaan, hem vastpakken en op de mond kussen. Ze kon ook het personage van Jaak Van Assche niet uitstaan. Als ze Jaak bijvoorbeeld op een receptie zag, riep ze keihard: ‘Fernand, gij geldwolf!’ Er zat zo veel vuur in haar, Jaak moest daar altijd mee lachen. De hele ploeg hield van haar. Mijn jaren als Doortje zijn ook heel goed geweest voor de band met mijn mama.»
HUMO Doortje was ook geduldig van aard, geen tafelspringer.
Tuts «Ik speel dat graag, de tweede stem. Een aangever, degene die de voorzet geeft waarmee Boma of DDT kunnen scoren.
»Het lege blad schrikt mij af. Maar als ik iets kan toevoegen, en ervoor kan zorgen dat iets rijker wordt, dan voel ik me goed in mijn vel. Dat is óók zinvol, en ik stel mezelf liever niet te kwetsbaar op. Het is ook goed dat ik eerst naar de Studio ben gegaan, en niet naar het Conservatorium. Dat heb ik nadien nog wel gedaan om wat lessen te volgen, maar ik liep er eerlijk gezegd een beetje verloren.
»Ik ben nooit een haantje de voorste geweest. Op school was ik ook altijd meer een muurbloempje.»
HUMO Wel wonderlijk dat je als tiener in de punkbands The Frozen Ones en Red Zebra hebt gezongen.
Tuts «De beste vriend van mijn broer was de leadgitarist van The Frozen Ones. Toen hij vroeg of ik niet wou komen zingen, zei ik daar geen nee tegen – dat was die dansende peuter in mij. Mijn papa vertelde me onlangs nog dat als ze thuis een feestje gaven – het waren de sixties, hè – ik altijd naar beneden kwam omdat ik mee wou dansen. Ik herinner me dat ze me tijdens zo’n feest eens op de tafel hebben gezet om de casatchok te dansen. Dat is de eerste keer dat ik met applaus te maken kreeg, en ik merkte dat ik het niet onprettig vond. Maar het is niet zo dat ik daarna zoals de meeste acteurs heel actief naar die aandacht op zoek ben gegaan. Het ging heel intuïtief.»
Prima kont
HUMO En intussen ben je eerst politieke wetenschappen gaan studeren.
Tuts «Ja, maar ik was geen goeie student. Op school kon ik nog wel mee, maar van dat eerste jaar pol & soc bakte ik echt niks. Ik ben toen ook al cursussen beweging en theater gaan volgen in ’t Stuk, om me toch al voor te bereiden op die toneelschool waar ik naartoe wilde. Dat was wel een enorme stap, maar toch leek het me bereikbaarder dan die cursussen van buiten leren. Al die academische leerstof verwerken, ik kon dat echt niet, ik heb daar het brein niet voor. Mijn jongste dochter bleek een tijdje geleden dyslectisch te zijn. Nu ik daarover gelezen heb, weet ik zeker dat ik er in milde vorm ook last van heb, en dat ik daarom zo langzaam lees.
»In plaats van hard te werken voor mijn tweede zit in Leuven, ben ik stiekem auditie gaan doen voor de Studio. Ik voel nog altijd de triomf van toen ik in de telefooncel naar huis kon bellen om te zeggen: ‘Ik ben erdoor!’ Toen konden mijn ouders niet meer weigeren en was ik vertrokken. Die moed die ik toen gehad heb, was, denk ik nu, een soort overlevingsdrang.»
HUMO Nadat je afgestudeerd was, kreeg je meteen de hoofdrol in de grote hitvoorstelling ‘Romeo en Julia’ van Dirk Tanghe.
Tuts «Daar moest ik niet veel voor doen: hij was naar de eindexamens komen kijken en heeft mij gevraagd voor de auditie. Daarna kwam de ene na de andere aanbieding op mij af. Vijf jaar heb ik het theater gespeeld waar ik voor gestudeerd had. Dat was leuk.»
HUMO Maar blijkbaar niet leuk genoeg, want toen ze je vroegen mee te werken aan de nieuwe televisieserie ‘F.C. De Kampioenen’, hapte je toe . ‘Al die teksten van een ander steeds maar weer opzeggen,’ zei je in die tijd, ‘daar word je toch ook een beetje zot van.’
Tuts «Ja, als je erover gaat nadenken, is dat toch wel een beetje bizar, niet? Wat drijft een mens eigenlijk om dat te doen? Daar gaat ‘Amateurs’ voor een stuk ook over, over het mooie en bizarre daarvan.»
HUMO Sta je liever voor de camera dan op een podium?
Tuts «Kijk, die voorstelling van Dirk Tanghe was echt kicken. Het was mijn eerste ervaring in het vak, en het kon echt niet beter: allemaal jonge mensen, samen op de tourbus door België en Nederland, overal uitverkochte zalen, staande ovaties en toeschouwers die ontroerd waren. Ik dacht: ‘Wat een job!’ Ik heb daarna nog een paar Shakespeares, Tjechovs en een paar Molières gespeeld, maar dat kon toch niet echt tippen aan die eerste keer. Vandaar waarschijnlijk dat ik dacht, toen ze me vroegen voor ‘De Kampioenen’: ‘Dan ga ik dat eens proberen.’»
HUMO En dat beviel dus wel. Tot ‘De Kampioenen’ na eenentwintig jaar opeens stopte. Wat dacht je toen: ‘Help!’?
Tuts «Het was heel bruusk. Die eenentwintig jaar en de hechte vriendschappen die op de set zijn ontstaan, waren een groot deel van mijn leven. Maar goed, ik heb ook toen weer snel gedacht: ‘Oké, dan moet het zo zijn.’ Gelukkig zijn mensen me daarna toch weer gaan bellen. Ik denk dat ze zich mij vooral herinnerden van die eerste vijf jaar toneel. Dat is toch wat Frank Van Passel zei: ‘Heb je zin om iets te doen zoals in je beginperiode?’»
HUMO Was je toen zelf al iets aan het ondernemen?
Tuts «Nee (lacht). Ik had mezelf beloofd dat ik even mocht bekomen en een sabbatical mocht nemen.»
HUMO Maar nu speel je dus Els Delvo in ‘Amateurs’. En hoe! Niet alleen steengoed, maar ook meteen naakt.
Tuts «Er wordt niet veel getoond, hè. Dat moet je wel opschrijven, zodat niet iedereen straks klaar zit met de afstandsbediening, om op pauze te drukken als mijn kont in beeld komt.»
HUMO Ik vond het wel een prima kont.
Tuts «Dat vind ik ook. En dat net voor mijn vijftigste verjaardag. Nu, die van Stany (Crets, red.) valt ook mee, hoor (lacht).»
HUMO De bocht waar je het in het begin over had, is een flinke bocht: je bent geen achtergrondpersonage meer.
Tuts «Ja, misschien ben ik daar nu eindelijk klaar voor. Misschien dat ik, nu de kaap van vijftig er zit aan te komen, denk: ‘Het maakt allemaal niet meer uit. Laat maar komen!’»
HUMO Ben je nu helemaal de echte Ann Tuts, denk je?
Tuts «Ik voel dat ik eindelijk de zelfzekerheid aan het krijgen ben die ik nooit had. Ik ben soms nog een beetje een dol konijn, maar het evenwicht zit goed. Schrijf maar dat ik denk dat ik een evenwichtige zottin ben (gniffelend).»