De 7 HoofdzondenDorianne Aussems
Dorianne Aussems: ‘Iedereen in ons gezin keek weg van de vroege dood van mijn moeder. Dan zou de tragedie wel verdwijnen’
‘We moeten eens praten,’ oefen ik. Ik heb de zin al zo vaak horen uitspreken, ik ken het lichte verwijt dat er z’n maden in kweekt, ik ben er al meerdere malen mee gedumpt en een enkele keer mee onterfd, maar vandaag is het aan mij. Dorianne Aussems (29) komt aanlopen, ze heeft net het luide geluid van jonge mensen laten schallen in ‘Generation M’, haar programma waarvoor je MNM zoekt op de FM-band.
HUMO We moeten eens praten.
DORIANNE AUSSEMS «Mijn moeder zong in een kerkkoor, maar met het katholieke geloof had dat weinig te maken: ze hield zo van zingen, en van de pracht en praal van zo’n mystieke plaats. Die liefde voor kerken heb ik geërfd. Mijn vrienden begrijpen het doorgaans niet, maar op reis glip ik er altijd eentje binnen. Het is de weidsheid, de geur, de echo: in een kerk vind ik iets van rust. Het is goed om af en toe op een plaats te zijn die zoveel groter is dan jij – ergens waar je alleen maar kunt zitten en luisteren.»
LEES OOK:
Dorianne Aussems & Daniël Maeriën: ‘Natuurlijk breekt mijn hart breekt wanneer iemand zegt dat homoseksualiteit niet juist is’
Dorianne Aussems en Laura Govaerts: ‘We moeten beseffen dat we geen levens redden: we maken gewoon radio’
AFGUNST
AUSSEMS «Op één van de citytrips voor ‘AussemStops’, de MNM-reeks waarin ik in m’n eentje Europese steden bezocht, zag ik in een kerk een kerel met een rode rugzak. Hij deed die rugzak af, hurkte rustig en gedecideerd op een bidstoel, en vouwde zijn handen. Ik voelde een scheut van jaloezie toen ik dat zag: die jongen was zo vanzelfsprekend thuis in die kerk. Hij was alleen, maar niet eenzaam. En net dat gevoel miste ik op die soloreizen. Niet dat ik in m’n eentje m’n plan niet kan trekken – nee, daar ben ik net goed in. Het is eerder een nerveus soort heimwee dat in me zit gebeiteld.
»Als kind ben ik op kamp eens helemaal ingestort. Het was kort na de dood van mijn moeder, en te midden van al die andere kinderen overviel de eenzaamheid me. Het is later nooit meer gebeurd, maar een restje van dat gigantische heimwee is wel gebleven. Zodra ik ergens alleen ben, zonder familie of vrienden in de buurt, word ik week en kwetsbaar. En die jongen met de rode rugzak, zo zag ik, vond wél troost. Hij kon zijn melancholie aan iets groters schenken: zijn geloof. Je kunt dus zeggen dat ik jaloers ben op mensen die altijd een god achter zich weten. Maar ik denk veel na, ik ben voortdurend de dingen aan het analyseren – en religie rijmt daar simpelweg niet op.»
HUMO Word je ook buiten de kerk vaak bezocht door jaloezie?
AUSSEMS «Ja, maar daar ben ik nog maar recent achter. Ik fulmineer weleens tegen koppeltjes die op een fleurige zondag een buggy door het park duwen, op weg naar een picknick in de zon. Tegen hun cava en hun borrelnootjes. Tegen hun conventionele geluk, eigenlijk. Toen ik mijn ergernis begon te analyseren, dacht ik eerst aan dedain: keek ik niet gewoon néér op die mensen en hun kleine, klassieke leven? Maar dat was het niet, want ik vind net dat er geen ongeldige levenskeuzes zijn – je hoort een ander niet aan te spreken op hoe die z’n bestaan inricht. Nee, er speelde iets anders: jaloezie. Het gaat niet over die mensen, het gaat over mij. Want waarom zou ik er anders zo pinnig van worden?
»Ik ben dus oprecht jaloers op mensen die zich met veel genoegen naar het gangbare schikken, naar het gewone. Ze worden verliefd, besluiten om de rest van hun leven samen door te brengen, krijgen kinderen, drinken cava in het park. Wat me jaloers maakt, is niet het leven van die mensen, wel hun bescheidenheid: ze kiezen voor het kleine geluk. Het gaat over mij, dus: waarom kan ik die simpele verlangens niet hebben? Waarom taal ik altijd zo naar grootsheid, naar pieken in de curve?»
HUMO Maar ook wie zich geschikt heeft in z’n kleine, begrensde geluk, zal in zijn hoofd weleens al die andere, niet-geleefde levens overlopen, hoor.
AUSSEMS «Ja, maar het moet zo’n rust geven om altijd weer vol overtuiging terug te keren naar dat bereikbare stukje geluk. En precies op die rust ben ik dus jaloers.»
TRAAGHEID
HUMO Want zelf ben je rusteloos?
AUSSEMS «Even geleden was ik vier weken in Zuid-Afrika. Het was er warm, niemand verwachtte iets van me, alles mocht traag… Rust, stond in hoofdletters gedrukt op die reis. Maar gaandeweg voelde ik dat er iets niet klopte. En pas toen ik weer thuis was, begreep ik wat het was. Ik zag mezelf door m’n huis lopen – haastig, gejaagd, snél – en ik besefte: yes, dít is mijn tempo. (Verontschuldigend) Ik mis elk talent voor traag en bezonken.
»Ik heb eens een date gehad met een vrouw die zichzelf voortsléépte. Ik overdrijf niet: we liepen over de Meir in Antwerpen, en het leek alsof ze met haar schoenzolen zorgvuldig de stoep wilde vegen. Ik werd gek van die zelfgekozen traagheid. Met één kilometer per uur over de Meir: nee, het is nooit iets geworden tussen ons (lacht).»
HUMO In je vorige Humo-interview deed je je komische beklag over het fenomeen ‘zondag’.
AUSSEMS «Vergis je niet: ik heb niets tegen luiheid. Mijn agenda hoeft niet propvol, integendeel. Dagen zonder verplichtingen vind ik fijn. Wat koken, een beetje uit het raam staren, ’s avonds naar een goeie documentaire kijken… Maar niet op zondag. Ik haat de georganiseerde landerigheid van die dag – de collectieve afspraak dat we lopen vervangen door sjokken. Ik vind het lelijk en deprimerend: op zondag lijkt alles zo papperig.»
HUMO Heb je enig idee waarom alles altijd zo vol van beweging moet zijn voor jou?
AUSSEMS «Goh… Het zal vast wel iets met de vroege dood van m’n moeder te maken hebben, nee? Hoe dan ook: dat ongedurige gevoel besluipt me op de meest onverwachte momenten. Ik kan rustig met mijn collega’s zitten te eten, alles fijn en gezellig, en plots schuift er dan een wolk voor de zon: ‘Jamaar, what’s next?!’ Ik heb prikkels nodig, ik moet af en toe brutaal door elkaar geschud worden, ik verlang naar wat me overhoop gooit.»
HUMO Verliefd zijn is dan vast…
AUSSEMS «… een zegen voor me? Ja. Ja! Onlangs dacht ik: het zou nog eens moeten gebeuren. Zo’n flits, zo’n inslag die die treiterige onrust van me helemaal wegmaait. (Lyrisch) Verliefdheid is zo krachtig: er is maar één persoon die ertoe doet, en gewoon een glimp opvangen van die ene volstaat om je dag groots te maken.
»Ik zat eens met mijn vader op een terras, en hij zei: ‘Niets zo erg als verliefd zijn.’ Hij had gelijk, natuurlijk. Het is als ziek zijn. Je maag wordt omgewoeld, je slaapt nauwelijks, eten is plots een opdracht. Ik ben eens láng verliefd geweest – de hele wereld gereduceerd tot één persoon – en dat trok me volledig uit elkaar. En toch bestaat er niets mooiers.»
HUMO Eis je niet te veel van het leven? Er is een reden waarom mensen doorgaans ‘Ça va’ antwoorden op de vraag hoe het gaat. Alles roerig, alles romantisch: het komt zelden voor.
AUSSEMS «Maar ik heb die adrenaline nodig. Het is waarom ik mijn job nog altijd zo graag en gretig doe, denk ik: hij brengt me naar de pieken die ik zo nodig heb. Ik heb net weer opnames achter de rug voor de ‘Generation M’-talkshow die ik maak voor VRT NU. Dat is zenuwslopend. Ik moet me fanatiek inlezen, ik moet me inleven in anderen, ik moet de juiste vragen stellen, ik moet ervoor zorgen dat de toon van dat programma precies goed zit. Er is veel dat móét van mezelf, ja – en net dat heb ik nodig. Die pieken van nervositeit doen me goed.»
HUMO Traagheid betekent ook: te weinig bekommerd zijn om de ander. Daarvan kun jij snel vrijgepleit worden, denk ik: ‘Generation M’ is een programma gestut door empathie.
AUSSEMS «Ik mag van mezelf zeggen dat ik bekommerd ben om anderen, ja. En dat ik begrijp wat mensen denken en voelen, zelfs al staan ze ver van me af. Maar je kunt ook te veel empathie opbrengen. In relaties gebeurt het dat ik mezelf helemaal vergeet. Dat klinkt alsof ik mezelf een bloemetje toewerp: ‘Kijk toch eens hoe begaan ik ben met ánderen!’ Maar dat is het niet. Het is gewoon hoe het vaak gaat bij mij. Ik aarzel om mezelf uit te spreken in een relatie, ik zeg niet meer wat ik wil en hoe ik over de dingen denk, omdat ik de ander geen slecht gevoel wil geven. Dat is spijtig, en nog destructief ook, want het komt neer op oneerlijkheid. En zo verzaak ik aan iets wat ik aan mezelf verplicht ben: voor mezelf opkomen. Empathie is prachtig, maar er moet een limiet aan zitten.»
HUMO Te lief zijn maakt kwetsbaar?
AUSSEMS «Absoluut. Je schenkt mensen een boulevard waar ze vrolijk over gaan flaneren. Ik moet nog leren om mezelf belangrijk genoeg te vinden. Dienstbaarheid is goed, maar jezelf uitgommen is ongezond. Je mag jezelf niet in de steek laten.»
HOOGMOED
HUMO Hoogmoed kan ik dus meteen afstrepen van de lijst?
AUSSEMS «Ik zag onlangs ‘Jeen-Yuhs’, de documentaire over Kanye West. Kanye is next level hoogmoed, natuurlijk, en vaak op een kwalijke, toxische manier. Ik vind het vreselijk hoe hij in het leven staat, wat hij soms zegt over andere mensen. Maar toch: dat zelfvertrouwen! Hoe hij bij Roc-A-Fella binnenliep, het Amerikaanse platenlabel, en daar gewoon los begon te rappen – terwijl iedereen in dat kantoortje zat te werken en niemand hem verwachtte… Ik zou een vriendelijk, onzeker vogeltje zijn dat niemand wil bruuskeren, maar Kanye zwaait de deur open en zegt: ‘Hier ben ik.’ Dat is durven, dat is je moment pakken, dat is lef hebben. Van dat nonchalante zelfbewustzijn zou ik meer moeten hebben.
»Nog Kanye. Hij heeft een hekel aan humble, aan overdreven nederig zijn. En daarin heeft hij gelijk, want aan nederigheid zit een schaduwzijde. Je moet het durven, trots zijn op jezelf. Ik zou dat graag wat beter kunnen.»
HUMO Goed, hier is je podium, en we improviseren een repetitie: benoem eens onbeschroomd waarin jij excelleert.
AUSSEMS «Wat ik in ‘Generation M’ doe, dat doe ik goed. De radiostudio is mijn habitat. Ik ken er elke knop, en ik weet hoe ik van een gewoon gesprek een mooi gesprek kan maken. Als ik ’s avonds naar huis rij na een uitzending waarin humor én emotie zat, kan ik tevreden beseffen: dit was goed.»
HUMO Je leidt het meteen af naar je werk.
AUSSEMS «In mijn persoonlijke leven is die trots wat minder prominent. Maar onlangs zei een vriendin me dat ik haar echt geholpen had op een moment van paniek, dat ik van betekenis was geweest voor haar. Zoiets laat ik dan wel even doordringen. Maar het gaat dus over momentopnames: die trots zou nog meer een basis van me moeten worden.»
HUMO IJdelheid is een afgeleide van hoogmoed. Ben je erg bezig met hoe je eruitziet?
AUSSEMS «Onlangs had ik Ward Lemmelijn in de studio, de wereldkampioen indoorroeien. Hij komt oorspronkelijk uit het voetbal, bij uitstek de wereld van de merkkledij, de tasjes en de gel in het haar. In het roeimilieu wordt daarmee gelachen, vertelde hij: daar pak je ’s ochtends gewoon het shirt dat boven op de stapel ligt. Maar zelf is hij erg bezig met zijn kleding, met zijn kapsel – Ward was ook speciaal voor de uitzending naar de kapper geweest. (Ferm) Dat is toch oké? Als jezelf verzorgen je gelukkig maakt, als het je het zelfvertrouwen geeft dat je nodig hebt om de wereld in te stappen, dan is dat toch geweldig?
»Ik doe het zelf ook. Ik voel me elke dag anders, en dat reflecteert zich in wat ik draag. Vandaag heb ik een strakke jeans aan, gisteren droeg ik een losse broek. Dat zijn geen random keuzes: ik kleed me zoals ik me voel. En waarom zou ik daarvoor geen uur voor de spiegel staan? Zelfzorg is nooit tijdverspilling.»
ONKUISHEID
AUSSEMS «Het stoort me dat er naast de klassieke, monogame relatie zo weinig plaats is. Er zijn maar weinig alternatieve relatievormen die gewoon bestaan, zonder dat er zo’n helle, ‘Kijk dit nu toch eens!’-spot op gericht wordt. En ik begrijp het natuurlijk wel. Polyamorie – om nu maar één ding te noemen – is chaotisch, complex, moeilijk te bevatten. Maar zodra je enigszins buiten de lijntjes kleurt, word je meteen als raar bestempeld. Dat vind ik wel erg. In mijn vriendenkring is het allemaal normaal: een relatie kan er alle mogelijke vormen hebben, zolang de contouren maar duidelijk zijn. Ik heb veel vrienden die een relatie hebben maar daarbuiten in alle openheid ook nog met anderen slapen.
»Ik weet nog altijd niet wat ik zelf precies wil. Elke volgende dag van mijn leven met iemand delen, het is een romantische droom die aan me trekt. Maar tegelijk denk ik: de wereld is zo gróót. Zal ik het grote feest niet missen als ik mezelf vastklink aan één idylle?»
HUMO Heeft seks je al veel geleerd over jezelf?
AUSSEMS «Tuurlijk. Wat ik met mijn lichaam doe – hoe ik het blootgeef, hoe ik het beweeg, hoe ik het grenzen of net géén grenzen opleg – geeft weer hoe ik me vanbinnen voel. En dat verandert voortdurend, natuurlijk. Als ik nu seks heb, zal het niet hetzelfde zijn als gisteren. (Denkt na) Er is niets zo intiem als je lichaam tonen aan iemand anders, hè. Ook voor jezelf: je ziet jezelf zonder remmingen, en dat kan verhelderend zijn. Seks is een sublieme manier om eerlijk te zijn.
»Tegelijk vind ik dat je ook niet te veel belang moet hechten aan wat je van jezelf te zien krijgt tussen de lakens. Vrijen is de meest verhevigde vorm van zijn, een intense momentopname. En laat die intensiteit dáár maar: als je een uur later in een vergadering zit, hoef je geen zorgelijke conclusies te knopen aan de puffende, verrassend onbeschaamde versie van jezelf die je even daarvoor te zien kreeg.»
HEBZUCHT
AUSSEMS «Van de vakanties met mijn vader herinner ik me dat hij altijd zei: ‘We zijn op reis, we letten er niet op.’ Op de menukaart hoefden we niet naar het goedkoopste hoofdgerecht te zoeken: we waren op vakantie, en dus mocht het feest zijn. Dat heb ik overgenomen in mijn eigen leven. Als ik ervoor kies om iets plezierigs te gaan doen, wil ik dat het zonder remmingen kan. Dat ik kan reserveren in mijn favoriete restaurant, daar een hele avond kan zitten, en de wijn kan bestellen die ik wil – de ober wenken zonder aan de stand van mijn zichtrekening hoeven te denken. Dat is wat vrijheid voor me betekent: me geen zorgen hoeven te maken over hoe ik mijn plezier betaal.
»Dat dat lukt, is natuurlijk een privilege. Zoveel mensen hebben wél financiële stress. En ik moet toegeven dat de crisis van nu – die oorlog, de klimmende brandstofprijzen, de woekerende onzekerheid – me benauwt. Het zal in de toekomst met minder moeten, dat is wel duidelijk. Maar hoe gaan kwetsbare mensen het hoofd boven water houden? Wat zal het voor mij betekenen? Het grote optimisme zijn we voorbij, hè.»
GULZIGHEID
HUMO Lukt het in afwachting nog om ongeremd gulzig te zijn?
AUSSEMS «Natuurlijk wel. Mensen die tijdens een aperitief een chipje uit het potje nemen, vervolgens een halfuur lang converseren, en dan pas nog een chipje uit het potje nemen, zal ik nooit begrijpen. Ik snap dat ingehouden, zuinige genieten niet: ik wil schrókken!
»Ik ben ook geen beëdigde agente van de gezondheidspolitie. Als je liever wijn drinkt dan broccoli eet, moet je dat vooral doen. Want je kunt hier straks met nog wat broccoli tussen de tanden buiten stappen en – knál! – een loszittende dakpan op je kop krijgen. Je lacht, maar van dat besef ben ik doordrongen: je kunt de agenda van je leven niet op voorhand inkijken, dus leef je maar best zo gulzig mogelijk.»
HUMO Mag dat met een drankje erbij?
AUSSEMS «Graag, al zul je me zelden tot het gaatje zien gaan. De absolute dronkenschap – geen helder zicht meer hebben op wat er gebeurt, gedirigeerd worden door de nevels in je brein – schrikt me enorm af. En ik vind niets zo tragisch als jezelf helemaal kapotmaken voor de roes van één moment.
»Ik begrijp het, hoor, dat je op een feestje van geen verleden of toekomst wilt weten, en alleen maar nú wilt dansen en drinken. Maar ik wil altijd ook nog graag die volgende dag. Op zo’n avond ga ik op een bepaald moment toch voor de hard cut: geen pintjes meer.»
HUMO Daar spreekt een bewonderenswaardige zelfbeheersing uit.
AUSSEMS «Onlangs zeiden verschillende vrienden me dat ik behoorlijk gecontroleerd in het leven sta. Ik vond dat kwetsend, want zo zag ik mezelf helemaal niet. Ik ben niet het type dat grip probeert te krijgen op het leven door netjes voor middernacht te gaan slapen, en alleen maar gezonde soepjes te eten. Maar ze bedoelden iets anders: dat ik veel kwetsbaarheid vraag van anderen, maar zelf altijd al m’n flanken afdek. Toen ik erover nadacht, zag ik dat het klopte: er is veel dat ik voor mezelf houd. Zodra het in een gesprek over mij gaat en ik iets persoonlijks heb gezegd, schud ik de dobbelstenen weer: ‘Genoeg over mij, hoe gaat het met jullie?’ Het is ongemakkelijkheid. Schaamte. En controledrang: ik wil wel iets delen, maar ik geef meteen ook de grens aan.»
HUMO Maar ‘Generation M’ draait net om het bespreekbaar maken van schaamte. Je moedigt jongeren aan om vrijuit te praten.
AUSSEMS «Helemaal waar. Maar ik moet dat mezelf dus nog aanleren. In de studio denk ik altijd: het gaat over wie komt praten, niet over mezelf. Dat is een heel gezonde houding: niets zo erg als de presentator die het eigenlijk alleen maar over zichzelf wil hebben. Maar ik ben daarin misschien wat doorgeschoten, ja. Op café mag ik mezelf niet verstoppen als de ander zich blootgeeft – in m’n werk hoeft dat dus ook niet.»
HUMO Weer naar de gulzigheid: zit het grote genot in het eten van het pak friet, of in het verlangen naar het pak friet?
AUSSEMS «Je bedoelt het metaforisch, toch?»
HUMO Zeker: nooit eerder in mijn leven heb ik het zo metaforisch over een pak friet gehad.
AUSSEMS (lacht) «Dan ga ik voor het verlangen. Of het nu over iets onbenulligs gaat, over m’n carrière of over de liefde: dáár zit toch altijd weer het grote genoegen in. De opbouw. Heel erg snakken naar iets. Of naar iemand! En de vragen die daarmee komen – hoe moet ik het aanpakken? Zal het lukken? Het vloekt een beetje met de tijdgeest, hè: we willen alles, en we willen het nu. Ik maak me daar zelf ook schuldig aan. Ik was ooit samen met iemand die me zei: ‘Stop toch met dat eeuwige gluren naar de overkant. Je dreigt je eigen leven te mislopen als je voortdurend naar al die andere mogelijke levens loopt te lonken.’
»Dat ik het verlangen boven de vervulling verkies, zie je ook in een kleine afwijking die ik heb: ik kan niet naar de laatste aflevering van een serie kijken. Ik heb het eens geteld, en er zijn negentien series die ik helemaal heb gezien – zónder de finale. Dat definitieve benauwt me zo. Het afscheid. Het kan zo naar zijn als iets eindigt.»
GRAMSCHAP
HUMO Je was pas 12 toen dat besef de wieltjes onder je skateboard brutaal demonteerde. Je moeder stierf – ze was 43. Heb je naast het verdriet ook woede gevoeld? Was er iets of iemand om boos op te zijn?
AUSSEMS «Toen het gebeurde, was ik nog een kind. Ik deed er alles aan om niet zielig te zijn. Ik was bang dat mensen me zouden zien als het kindje met de dode mama, en ik loste het al spelend op. Als ik maar wegkeek van de tragedie, zou ze vanzelf wel verdwijnen. Zo deden we het allemaal in ons gezin – mijn tweelingzus, mijn oudere zus en mijn vader. We wilden elkaar ontzien. Een emotie mocht niet te groot worden, want dan kon de ander er last van hebben.
»Er spreekt een ontroerende bezorgdheid uit dat gezamenlijke zwijgen, en zeker mijn papa neem ik het niet kwalijk. Hij wilde zijn kinderen alleen maar beschermen. Maar soms ben ik boos omdat er niets met mijn verdriet gedaan werd. Omdat niemand ernaar vroeg, en niemand me leerde om erover te praten. Zo werd het iets dat er was, maar niet werkelijk bestond.
»Dat ik moeite heb met kwetsbaarheid, dat ik vaak schaamte voel zodra ik over iets persoonlijks praat, heeft dáár natuurlijk mee te maken. Het gebeurt weleens dat iemand me naar de dood van m’n moeder vraagt, en dan maak ik me er vanaf met wat haastige zinnen en een vriendelijke relativering: ‘Bon, iedereen heeft wel iets ergs meegemaakt, zeker? Weer over naar jullie!’ (Schudt het hoofd) Waarom ben ik daar zo schroomvallig over? Waarom laat ik mensen alleen maar wat krabben aan het oppervlak? Het ligt toch ook bij mezelf, vrees ik. Ik kan boos zijn op al wie zweeg, maar ik had zélf ook moeten praten.
»Het zijn allemaal behoorlijk recente inzichten, hoor. Pas eind vorig jaar begon ik te begrijpen dat het problematisch was, al dat zwijgen en wegduwen. En ik bedacht ook: hoe kan het toch dat ik na zeventien jaar nog altijd flip zodra dat ene onderwerp aangesneden wordt?»
HUMO Het is een groot en massief verdriet: ik kan me best voorstellen dat je dat niet tot een klein balletje gerold krijgt door erover te praten. Taal maakt niet alles behapbaar.
AUSSEMS «Nee, maar ergens in mij zit toch het verlangen om erover te praten, en ik zal mezelf moeten leren om dat te doen. Maar ik heb een duw nodig, iemand die het vráágt. Iemand die wil proberen om me uit te kleden. Want ik wil het zo graag, vertellen wie ze was. Hoe mijn moeder bewoog, hoe haar stem klonk. Hoe ze haar prachtige levenslessen doceerde.»
HUMO Heb je ooit een zicht gekregen op het verdriet van je papa?
AUSSEMS «Ik zie het aan zijn blik: die verandert zodra het verdriet toeslaat. Ik kan me de momenten uit mijn jeugd voor de geest halen waarop ik zag dat hij het moeilijk had. Maar ik vind het nog altijd moeilijk om naar dat verdriet te vragen. Want als ik emotioneel word, zal hij ook emotioneel worden – en dan zullen we het gesprek snel ombuigen naar iets onschuldigs. (Denkt na) Het moet een gekke wereld geweest zijn waarin hij bewoog na de dood van mijn moeder. En ik heb het nauwelijks gezien, want ik was een kind dat altijd naar buiten trok. Maar ik vóélde dat het moeilijk was. En ondertussen was hij er altijd voor mij, en voor mijn zussen. Mijn vader zal altijd de kleine held in mijn leven blijven.»
HUMO Wat heb je kunnen bewaren van je moeder?
AUSSEMS «Mensen zeggen me vaak dat ik goed kan luisteren. Wel, daar heb ik geen enkele verdienste aan: ik had het maar te leren van mijn mama. Wilde ik iets vertellen, dan ging ze zitten. Echt zitten, bedoel ik: ze was intussen niet ook tupperwarepotjes aan het dichtklappen. Dan vertelde ik, en dan luisterde zij – zonder dat ik bang hoefde te zijn voor het oordeel.
»Alles vervaagt, alles verdoft. Maar mensen die echt willen luisteren, herken ik aan hun blik. Want dan zie ik ze weer: de ogen van mijn moeder.»
‘Generation M’, MNM, van maandag tot woensdag, 20.00 (niet in de paasvakantie)
NU OP HUMO.BE
Afvallers ‘De mol’ Toon en Jens geëlimineerd: ‘Ongelofelijk bedankt, maar ook wel fuck you’