null Beeld

Dossier ambtenarij (2): Humo sprak met de baas van de belastingen

Welingelichte Wetstraatkringen noemen Hans D’Hondt één van de machtigste mannen van het land. Veteraan van ettelijke ministeries en kabinetten, loyale wingman van toplui als Jean-Luc Dehaene, Yves Leterme en Herman Van Rompuy. Vandaag is D’Hondt voorzitter van het directiecomité van de FOD Financiën.

Tom Pardoen

Hans D’Hondt (55) is directeur van Financiën sinds 2010, krap dertig jaar nadat hij voor het eerst aan de slag was gegaan bij het ministerie van Tewerkstelling: het begin van een lange omzwerving langs talloze overheidsdiensten en ministerkabinetten. Hij was de loyale wingman van toplui als Jean-Luc Dehaene, Philippe Maystadt en Herman Van Rompuy, en als chef de cabinet van Yves Leterme beleefde hij in 2008 de bankencrisis vanop de eerste rij. Twee jaar later trok hij – op vraag van Van Rompuy, naar verluidt – richting Financiën, dat op apegapen lag na acht jaar Didier Reynders en een verbeten oorlog tussen diensthoofden met een verschillende politieke signatuur (lees: MR en PS) die er vechtend over de werkvloer rolden.

Lees ook deel 1: een pleidooi voor de bureaucratie

Met 26.000 werknemers is Financiën de grootste overheidsadministratie van het land. Ze int belastingen, heft accijnzen, berekent kadastrale inkomens, beheert de schatkist en dus ook 380 miljard euro staatsschuld. Voorwaar geen populaire jongens: het is geen toeval dat ‘De collega’s’ zich hier afspeelde, drie seizoenen lang, en zo het stereotiepe beeld van de trage, geld door ramen en deuren kieperende overheid nog wat dieper in het collectieve geheugen stanste.

HUMO Noord-Korea. Kanker. Moddervet. Flop.

Hans D’Hondt (haalt schouders op) «Ik sta gelukkig niet in voor wat mensen op Twitter zeggen.»

HUMO Thé Lau keek laatst naar de potige militair naast hem in ‘Reyers laat’ en haalde opgelucht adem: ‘Je ziet er niet uit als iemand van de belastingen.’

D’Hondt «Wij worden gelukkig niet beoordeeld op hoe we eruitzien, maar op onze resultaten. Ik ben bovendien oud en lelijk genoeg om te weten dat je niet te hard moet vechten tegen clichés. Neem die omschrijving ‘moddervet’: als er drie ambtenaren voor de overheid werken, zullen dat er voor veel mensen nog twee te veel zijn. De overheid is voor veel mensen: één groot, overbevolkt kantoor in Brussel. Maar er zijn veel overheden in dit land, en die zijn de voorbije decennia in een zeer verschillend ritme verdikt dan wel vermagerd. In het juninummer van het economische tijdschrift van de Nationale Bank heb ik een grafiekje gevonden dat ik zó interessant vond dat ik het voor u heb afgedrukt. (Schuift A4’tje over tafel) De evolutie van het aantal ambtenaren sinds 2002. De bovenste curve zijn de ambtenaren in provincies in gemeenten. De middelste die van de gewesten en gemeenschappen. De onderste curve toont het aantal federale ambtenaren. Een pak onder het nationale gemiddelde.»

HUMO En ze neemt – in tegenstelling tot de twee andere – een flinke duik.

D’Hondt «Financiën is goed voor de helft van alle ambtenaren van de federale overheidsdiensten, maar wij hebben drie vierde van die daling voor onze rekening genomen. Sinds 2006 doen we het met 20 procent mensen minder. Eén op de vijf. Vijftien jaar geleden werkten hier 37.000 ambtenaren, nu 26.000. Wanneer mensen lessen in moraliteit willen geven over een slankere overheid, zeg ik altijd: ‘Laten we eerst rustig de cijfers bekijken.’»

'Financiën werkt als een bedrijf. Geen perfect bedrijf, nee: geen enkel bedrijf werkt perfect'

Haan op de mesthoop

HUMO U hebt rechten gestudeerd: u had een gevierd en bemiddeld strafpleiter kunnen worden, maar u ging in april 1982 aan de slag bij het ministerie van Tewerkstelling: wat was er in u gevaren?

D’Hondt (laconiek) «Ik had een stiel kunnen leren, da’s juist. Maar ik ben ervan overtuigd dat ik een eerbare keuze heb gemaakt. Dat is toevallig gegaan: ik heb een jaar advocaat gespeeld aan de balie van Aalst-Dendermonde, ik ben na mijn legerdienst bij de overheid terechtgekomen en ik ben er nooit meer weggeraakt. Ik wilde niet weg, maar ik was ook nooit emotioneel verankerd.

»Het toeval speelde dus een rol, maar ook de corporate doelstelling van deze organisatie: het algemeen belang. Dat spreekt nog altijd veel mensen aan, meer dan de poen en een bedrijfswagen. Je kunt daar allerhande grote theorieën over bedenken, maar uiteindelijk vind je je terug in de res publica of niet: een kwestie van temperament. Ik ben van jongs af aan actief in verenigingen: ook dat is de gemeenschap.»

HUMO Kort voor u bij de staat ging werken, ging de derde reeks van ‘De collega’s’ op antenne: liep u de personages uit dat feuilleton weleens tegen het lijf?

D’Hondt «Eerlijk, ik heb dat programma nooit gezien: een voordeel van hard werken is dat je je vrije tijd zinnig moet indelen. Maar ik antwoord toch op uw vraag: op het ministerie kwam je slechte en goede mensen tegen. Zoals in élk bedrijf. Het was niet bureaucratischer dan grote bedrijven waar 30.000 mensen werkten.»

HUMO Er werd niet gelanterfant? Niemand liep de kantjes eraf?

D’Hondt «Toen ik bij Tewerkstelling binnenkwam, lagen er twintigduizend dossiers te wachten, zaken die door het parket geseponeerd waren en in een systeem van administratieve geldboetes waren beland. In die eerste zes maanden heb ik mijn loon van de eerste paar jaar méér dan terugverdiend voor de overheid. Er was – zoals nu wellicht nog altijd – een achterstand in bepaalde dossiers, maar op andere vlakken ging het heel goed. De overdrijving is een klassieke stijlvorm, maar kluchtige toestanden ben ik nooit tegengekomen. En met de overheid anno 2014 heeft het helemaal niets meer te maken.»

HUMO Laten we een sprong in de tijd maken. Naar 2010, meer bepaald, toen u hier aan de bak moest.

D’Hondt «Ik ben pas benoemd in 2012: tot dan zaten we in lopende zaken. Ik heb twee jaar voluntariaat gedaan, zeg maar – twee jaar heb ik deze boîte geleid voor mijn toenmalige ambtenarenwedde (lacht).»

HUMO De Standaard noemde u op een gegeven moment ‘de haan op de mesthoop’.

D’Hondt «Dat is een gezegde. Ik ben allang blij dat ze me geen kieken noemden.»

HUMO Met ‘mesthoop’ bedoelden ze uw departement.

D’Hondt «Een kwestie van beeldvorming: op een gegeven moment was vooral de Vlaamse pers gefocust op dit departement. Een week voor ik aan de slag ging, zond ‘Terzake’ een reportage uit: ‘Het failliet van Financiën.’ Ik wist meteen waar ik voor stond. Dat was natuurlijk een uitvergroting: dit departement was nooit slechter dan een ander. Maar het moet de ambitie zijn om de beste te worden. Wij hadden ons smoeltje niet mee.»

HUMO Het is algemeen bekend dat hier járen een oorlog woedde aan de top.

D’Hondt «Er was een probleem van leiderschap door een guerre des chefs. Broodnodige herstructureringen verzandden doordat men de tactiek van de moving target toepaste: telkens als er een andere structuur was ingevoerd, veranderde men van mening, waardoor alles stokte. Modernisering is hier lange tijd ook verengd tot ICT, terwijl het in eerste instantie over organisatiestructuren en werkprocessen moet gaan.»

HUMO Volgens uw eigen managementplan trof u bij uw aantreden onzekerheid, inefficiëntie en demotivering aan.

D’Hondt «Natuurlijk. De negatieve beeldvorming werkte ook in op het departement. Er moest worden ingegrepen. Bij vorige herstructureringen is veel geld naar consultants gevloeid. Wij hebben gezegd: ‘Dit keer gaan we het zelf doen. Zelf nadenken. En van nul af aan herbeginnen.’ De startvraag luidde: ‘Wat is onze basisopdracht en wat zijn onze basiswaarden?’»

HUMO De resultaten van die denkoefening hebben hun beslag gevonden in een alleraardigste SWOT-analyse. Als we inzoomen op de weaknesses en threats: die lijken alle clichés over de ambtenarij te bevestigen.

D’Hondt «Als u een cliché omschrijft als iets wat overal in de maatschappij voorkomt: ja. De vergrijzing is een cliché, maar ook een realiteit.»

HUMO Ik had het eerder over ‘gebrekkige effectiviteit’. Bij de zwaktes.

D’Hondt «Als je zoiets in een managementplan schrijft, wil dat zeggen dat je daaraan wil werken, niet dat je het per se slechter doet dan andere bedrijven.»

HUMO Werkt u even efficiënt als een privébedrijf?

D’Hondt «Vergelijken is moeilijk, omdat onze opdracht verschillend is. Men spreekt altijd over de burger als klant van de overheid, maar ik kan u verzekeren dat weinig mensen die bij ons passeren zich klant voelen. Los daarvan worden wij met dezelfde problemen geconfronteerd als privébedrijven. De vergrijzing, dus. Mensen die vertrekken en niet vervangen worden. The war for talent woedt ook bij ons. Voor sommige profielen begint dat te spannen, maar gelukkig hebben wij het voordeel van het algemeen belang: we hebben nog altijd meer kandidaten dan vacatures.»

HUMO Uw hervorming is intussen goedgekeurd en grotendeels uitgerold.

D’Hondt (knikt) «Volgens twee assen: een nieuwe structuur en professionalisering.»

HUMO Zullen we het eerste maar meteen overslaan?

D’Hondt (onverstoorbaar) «Laten we eerlijk zijn: élke organisatiestructuur kan werken, als je maar wil dat-ie werkt. Toch was het belangrijk, want de structuren matchten niet meer met het wettelijk kader, doordat de Copernicushervorming hier niet was doorgevoerd. Dat had ook gevolgen voor de carrières van mensen. Bij het middelmanagement werkten veel mensen in tijdelijke functies. Je kan niet verwachten dat een chef zijn verantwoordelijkheid tegenover een werknemer neemt, die een week later weer zijn collega kan zijn.»

HUMO U hebt de werking van Financiën geprofessionaliseerd: hoe?

D’Hondt «Vandaag werkt onze FOD als een bedrijf. Een perfect bedrijf? Nee, maar geen enkel bedrijf werkt perfect. We hanteren wel dezelfde instrumenten: key performance indicators (KPI’s), beheerscontrole en projectopvolging. Meten is weten. Paradoxaal genoeg was de overheid lange tijd een bijna anarchistische organisatie. Omdat ze binnen een bestaand wettelijk kader werkte, met veel a-prioricontroles, voelde niemand de noodzaak om de werkprocessen precies te omschrijven en op te volgen. We hebben dat aangepakt: om de vier maanden houden de leidinggevende ambtenaren tijdens een business review de uitvoering van de strategische projecten tegen het licht, net als een eindeloze lijst KPI’s: concrete, objectieve doelstellingen op de korte termijn. Het aantal controles. Het aantal keren dat wij bij betwistingen gelijk krijgen van de rechter. Het aantal facturen dat tijdig betaald is. (Lachje) Schrijf maar niet te veel op: voor je het weet, hebben we elke week een parlementaire vraag aan ons been waarin die cijfers worden opgevraagd.

»We meten niet om onze mensen lastig te vallen: we willen weten waar we moeten ingrijpen om vooruit te gaan. Dat is een totaal ander systeem dan vroeger, toen een strikte verticale hiërarchie gold en de controle veel rigider was. Toen gold bijvoorbeeld het principe: ‘Wie binnen is, is aan het wérk’ (veelbetekenende grijns). Bonne chance. Vandaag moeten of mogen veel mensen niet meer prikken. Meer dan vijfduizend mensen doen aan een vorm van thuiswerken. En wij hebben meer satellietkantoren dan welk bedrijf ook, waar medewerkers kunnen binnenstappen en inloggen. Binnenkort kunnen mensen van op hun zolder werken, met de laptop en een VPN-verbinding. Men vergeet het weleens te zeggen, maar de workflow van onze back office is volledig elektronisch. Geen papier: bij veel bedrijven is dat toekomstmuziek, bij ons de realiteit.»

HUMO Nochtans zijn de verhalen over de informaticaproblemen bij Financiën legendarisch. Servers die om de haverklap uitvallen, archaïsche systemen die de tand des tijds niet doorstaan. Als u me enig poujadisme toestaat: in de jaren 70 stuurde de NASA al computergestuurde satellieten naar de manen van Jupiter.

D’Hondt «We hebben vorig jaar onze ICT doorgelicht. Daaruit bleek dat de grote projecten te weinig gecoördineerd waren. De berichten over de informaticaproblemen worden door de pers soms ook danig opgeblazen. Als onze vrienden (gebaart naar een ander torengebouw in de Brusselse Noordwijk) een halve dag plat liggen, maakt niemand daar een probleem van. Bij ons wel. Onze woordvoerder Francis Adyns weet dat beter dan wie ook, want hij mag het altijd uitleggen. Tijdens de vorige campagne is Tax-on-web een uur offline geweest voor een gepland onderhoud. Het jaar voordien: twee uur. Door een stuk hardware dat eruit was geknald. De recurrente, aanslepende pannes zijn eruit omdat we geprofessionaliseerd hebben. Ook op het vlak van de veiligheid: we hebben zelfs conventies met ethical hackers afgesloten die onze firewalls testen. Tot dusver zijn we nog geen slachtoffer van een aanval geweest. Puur technologisch zijn wij state of the art, al moet je durven te erkennen dat absolute veiligheid niet bestaat. Als we het als overheid moeilijker hebben, heeft dat vaak te maken met het systeem van de overheidsopdrachten. Als we een probleem constateren, duurt het lang voor we dat kunnen oplossen. Dat botst met het razende tempo waarmee technologie evolueert. Maar goed: ook hier klopt het beeld niet altijd met de realiteit. We moeten het tijd geven.»

HUMO Wat is de finaliteit van uw nieuwe structuren en werkprocessen? Met minder mensen hetzelfde doen?

D’Hondt «Als je een proces anders organiseert, kun je met de inzet van evenveel energie méér bereiken.»

HUMO U keert het om, maar u zult na de hervorming hetzelfde doen met minder mensen?

D’Hondt «We zullen de natuurlijke afvloeiing moeten volgen. Wij hebben pech met onze leeftijdspiramide: de komende jaren gaan er per jaar gemiddeld duizend mensen met pensioen. Als we er bijvoorbeeld maar één op de twee mogen vervangen, moeten we het elk jaar met vijfhonderd man minder doen.»

HUMO Niet zo lang geleden deden 37.000 mensen het werk dat vandaag door 26.000 mannen en vrouwen wordt gedaan. Volgens de logica van de koude grond zou je kunnen besluiten: vroeger werd hier minder hard gewerkt. Versta: niet hard genoeg.

D’Hondt «Het staat vast dat de mensen die hier vroeger werkten, niet de tools van vandaag hadden. Nu komen 5,6 miljoen van alle 6 miljoen belastingaangiften elektronisch binnen: 3,6 miljoen via Tax-on-web, en 2 miljoen vereenvoudigde aangiften. Vraag u eens af hoeveel paar handen je vroeger nodig had om die bruine enveloppen uit de bus te halen, te openen en de aangifteformulieren in het juiste dossier te stoppen, mét het juiste kohiernummer erop? Dat was nog maar het begin. Nu komt dat allemaal als vanzelf in onze workflow terecht. Onze mensen werkten vroeger niet minder hard, maar anders. Vandaag is het werk bij de overheid een pak interessanter, dat weet ik zeker.»

HUMO Maar daarom niet makkelijker. Alles wordt complexer, en daarvoor heeft u hoger opgeleid en duurder personeel nodig.

D’Hondt «Wij werven al jaren alleen bachelors en masters aan, op enkele uitzonderingen na.»

HUMO Twee weken geleden kondigde u met grote trom de aanwerving van zevenhonderd bachelors aan. De regering heeft daar een stokje voor gestoken: een wervingsstop moet de begroting mee onder controle houden.

D’Hondt «We hebben het tenminste geprobeerd (lachje). Ik weet niet hoelang die wervingsstop zal duren, hopelijk niet te lang, maar ik draai al lang genoeg mee om te weten dat ik voorzichtig moet zijn. Ik hoop wel dat ze ook eens gaan nadenken: men zal moeten beseffen dat wij onze job nog moeten kunnen blijven doen, hè.»

HUMO Hoe beslist u in welke afdeling de hakbijl valt en waar er mensen bij mogen komen? Volgt u uw buikgevoel?

D’Hondt «Dat zeker niet. Maar het kan nog professioneler. De mathematische regel is simpel: als de vervangingsratio één op twee is, mag je per tien vertrekkers vijf nieuwe mensen aanwerven. Dat houdt natuurlijk geen rekening met beleidsprioriteiten en de werklast per afdeling. Van de nieuwe mensen die we mogen aanwerven, houden we sowieso 5 procent apart die we inzetten om onze professionalisering op punt te zetten – beheerscontrollers, businessanalisten, interne controllers en informatici.»

HUMO Ik hoor zeggen dat er té lineair wordt bespaard, waardoor er diensten onderbemand raken.

D’Hondt «Hebt u met Frank Van Massenhove gesproken, misschien? Frank klaagt daar geregeld over. Hij heeft gelijk: lineair is niet altijd slim. Maar voor een regering die haar begroting op orde wil krijgen, is het op korte termijn vaak de makkelijkste optie.»

HUMO Het gevolg is wel dat diensten zoals het kadaster onderbevolkt zijn.

D’Hondt «Ja, omdat het probleem van de leeftijdspiramide daar nog acuter is dan bij andere diensten. Lineaire besparingen hebben nog een nadeel: daarmee straf je de goede leerlingen van de klas. Wij hebben al flink op personeel bespaard, en als we nu niet meer mogen aanwerven tot Nieuwjaar, worden wij over dezelfde kam geschoren als diegenen die niets of veel minder gedaan hebben.»


Klant, gebruiker, aandeelhouder

HUMO Ik graai nog eens in uw SWOT-analyse: rigiditeit heet een bedreiging voor uw organisatie.

D’Hondt «Daarmee doelen we vooral op de omslachtige procedures. Omdat we de overheid zijn, zijn we onderworpen aan regels die maken dat alles langer duurt. Als wij iemand voor een directeursfunctie zoeken, dan moeten we een dossier opmaken dat naar de inspectie van Financiën gaat. Als die de aanwerving geen goed idee vindt, kunnen we in beroep gaan bij de minister van Begroting. Daarna sturen we een dossier naar Selor, dat een vacature uitschrijft. Als vijftig mensen aan de vormelijke criteria voldoen, moeten die allemaal uitgenodigd worden voor de selectie. En altijd kan er iemand naar de Raad van State stappen. Een privébedrijf zet een headhuntersbureau aan het werk, maakt een selectie en nodigt vijf mensen uit voor een goed gesprek. Na een paar weken zit er iemand op die stoel. Ik gaf daarnet het voorbeeld van de overheidsopdrachten. Als een privébedrijf een server of software wil kopen, koopt het die waar het wil. De overheid is onderworpen aan controles en procedures die niet bedacht zijn om haar zo vlot mogelijk te laten werken, wel om iedereen op gelijke voet te behandelen.»

HUMO Rigiditeit: heeft dat ook te maken met het personeel?

D’Hondt «Noem mij één grote boîte waar dat niet zo is.»

HUMO Privébedrijven die willen herstructureren, hebben weinig last van vastbenoemd personeel.

D’Hondt «Weinig bedrijven kunnen iemand met twintig jaar anciënniteit afdanken, maar – en ik stel het nu scherp – wij wel. Als een bedrijf een werknemer wil ontslaan, wordt het arbeidscontract verbroken en moet er een opzegvergoeding betaald of een opzeggingstermijn gepresteerd worden. Als bij ons iemand twee negatieve evaluaties heeft, staat hij of zij aan de deur, zonder discussie over termijnen. Bovendien heb ik nog nooit ervaren dat een statutaire medewerker (met een ambtenarenstatus, red.) slechter of beter werkt dan een contractuele medewerker, al zijn niet alle collega’s het daarover eens.»

HUMO Het aantal negatieve evaluaties blijft laag.

D’Hondt «Ik zit in de beroepscommissie Evaluaties van de overheidsdienst Personeel & Organisatie: dat loopt steeds beter.»

HUMO Raken nieuwe personeelsleden nog vastbenoemd?

D’Hondt «Ja.»

HUMO Past dat in de principes van het new public management?

D’Hondt «Ja.»

HUMO Een doorn in het oog bij velen.

D’Hondt «Ja, bij mensen die er niks vanaf weten. Wij hebben de naam nogal streng te zijn, want we hebben de voorbije jaren ook mensen afgedankt. Om tuchtredenen, bijvoorbeeld. Wij werken met de centen van de overheid: onze ethische standaard moet hoger liggen dan in de privésector. Een organisatie die de gemeenschap vertegenwoordigt, mag minder begrip hebben voor een stommiteit dan een privébedrijf.»

HUMO Continuons: volgens bovengenoemde SWOT-analyse was uw organisatie in 2012 niet klantvriendelijk genoeg. Hebt u klanten, ja?

D’Hondt «In de zin dat een burger recht heeft op een uitstekende dienstverlening, maar eigenlijk hebben wij gebruikers. Tegelijk is de burger ook onze aandeelhouder: we werken met zijn kapitaal. Dat is een andere verhouding.»

HUMO Hoe klantvriendelijk kan een organisatie zijn als ze haar klanten elke maand ongevraagd geld afhandig maakt?

D’Hondt «Wij maken geen geld afhandig om geld afhandig te maken. In de democratie beslist de burger via de instellingen wie hoeveel afdraagt en wie in ruil daarvoor welke collectieve voorzieningen krijgt. Wij zijn de machinerie daartussen, wij innen voor de burger. (Lachje) Al geef ik toe dat weinig mensen onze rol zo zien.»

HUMO Hoe meet u uw eigen klantvriendelijkheid?

D’Hondt «Da’s moeilijk. We hebben een klachtenpunt, maar daar komen relatief weinig klachten binnen. Ons contactcenter is ook een bron van feedback. We zijn mensen, natuurlijk, en in een organisatie met een taille als de onze zijn er altijd uitzonderingen, maar door de bank zijn onze mensen correct en professioneel. Ondernemerskringen erkennen de professionaliteit van onze troepen. De huidige generatie – ik spreek niet over de tijd van ‘De collega’s’ – die in contact staat met de burger, is beleefd, correct en professioneel.»

HUMO Wordt dat aangeleerd?

D’Hondt «Mensen worden sowieso opgeleid, en er is een deontologische code. Het is een kwestie van basisrespect voor de burger. En als je gekwalificeerde mensen aanneemt, komen sommige dingen automatisch mee. Waarmee ik niet heb gezegd dat een hogeropgeleide beter opgevoed is dan iemand anders: ik kan u zo een aantal tegenvoorbeelden geven.»

HUMO U bent 32 jaar in dienst van de overheid: in die tijd is de filosofische kijk op de rol van die overheid aardig veranderd.

D’Hondt «Zoals ook de kijk op bedrijven is veranderd. De maatschappij is veranderd, de economie eveneens.»

HUMO Sinds de jaren 80 zijn de neoliberale principes doorgesijpeld in het denken over de overheid.

D’Hondt «Bof. Ik heb het moeilijk met al te grote chapeaus. De burger is op alle vlakken veeleisender, kieskeuriger en alerter geworden.»

HUMO De tolerantie voor een grote overheid is kleiner dan vroeger: dat kunt u toch niet ontkennen? De partijen die laatstleden riant de verkiezingen wonnen, spraken tijdens de campagne die eraan voorafging vaak en klagerig over het overheidsbeslag.

D’Hondt «Wij doen ons best om dat mee naar beneden te krijgen, want het is ook wel hoog als je het met de omliggende landen vergelijkt, waar ze soortgelijke structuren en manieren van werken hebben. Al mag je dat niet veralgemenen, want wat staat er tegenover voor de bevolking? Tijdens een debat op de uitreiking van de Taxman Award heb ik dat eens benadrukt: als je de fiscale druk laat zakken, moet je onvermijdelijk ingrijpen aan de uitgavenzijde. Als de overheid minder inkomsten krijgt, zal ze minder kunnen uitgeven en goedkoper moeten werken, maar ze zal ook selectiever moeten zijn in haar taken. In die zin is er veel veranderd. Er was een tijd dat de overheid taken op zich nam omdat de markt dat niet deed. Nu doet de markt dat wel en heeft de overheid zich teruggetrokken. Maar hoever moet dat gaan? Dat beslist de gemeenschap. Er zijn samenlevingen waar iemand die ziek wordt, zélf moet opdraaien voor de kosten: niet bepaald de warmste maatschappij, hè?»

HUMO U hebt de bankencrisis van nabij meegemaakt.

D’Hondt «U weet dat ik daar nooit commentaar op geef.»

HUMO Hebben die noodlottige gebeurtenissen uw beeld over de rol van de overheid veranderd?

D’Hondt «Nee. Het bevestigde wat ik al wist.»

HUMO Als het kapitalistische systeem wankelt, moet de overheid de hakken in het zand zetten.

D’Hondt «Over vijftig jaar zullen we weten of het systeem heeft gewankeld of niet. Achteraf voorspellen is makkelijk, maar allicht heeft de financiële sector zich te veel laten meeslepen door de groei en hebben ze lange tijd alles gemeten, behalve de risico’s. De toekomst zal uitwijzen of we lessen hebben getrokken. Op het moment zelf lieten de omstandigheden niet veel tijd voor reflectie over ‘de rol van de overheid’, maar het staat vast dat ze veel economisch en menselijk leed voorkomen heeft. In de sector zelf geven veel mensen dat toe: de overheid voorkomt rampen. Ze heeft in elk geval haar verantwoordelijkheid genomen toen er niet veel eer te rapen viel. Anders waren de gevolgen niet te overzien geweest.»

HUMO Verdient de overheid meer applaus, volgens u?

D’Hondt «Ze is een emanatie van de bevolking: applaus voor jezelf is wat onnozel. Maar ik vind wel dat het beeld van de overheid te veel door slogans wordt beïnvloed en dat de realiteit allang veranderd is. (Zwaait nog eens met de grafiek van de Nationale Bank) Dit is het bewijs. Het enige wat wij kunnen doen, is hard blijven werken. De perceptie zal wel volgen.»

HUMO De federale onderhandelaars willen het aantal ambtenaren verder afbouwen. Voelt u veel politieke druk om de curve op uw grafiek nog steiler te laten dalen?

D’Hondt «Ik heb gewerkt voor ministers van veel partijen, uit de twee taalgroepen: ik heb nooit rechtstreekse politieke inmenging ervaren.»

HUMO U klaagde daarnet toch over de wervingsstop van de federale regering?

D’Hondt «Ik heb niet geklaagd: ik heb gezegd dat het leuker was geweest als onze zevenhonderd bachelors hier binnen waren geweest (lacht). Als een regering en een minister een politieke beslissing nemen, is het onze job om die uit te voeren. Zo werkt democratie. Vind ik élke beslissing leuk? Niet per se. Als ik morgen duizend controleurs extra krijg, zullen ze hun wedde waard zijn.»

HUMO Wat denkt u van het voortijdig uitgelekte plan om alle topambtenaren op straat te zetten en hun opvolging naar Amerikaans voorbeeld over te laten aan de bevoegde ministers?

D’Hondt «Het spoils-system. Er zijn wellicht argumenten voor en tegen. Ik heb mijn ministers – van welke kleur ook – altijd zo goed mogelijk proberen te helpen. Je mag er ook niet van uitgaan dat een verstandige minister per definitie iemand van zijn eigen kleur op die stoel zet. Dat houdt ook een risico in.»

HUMO Als het fout loopt, kan hij zich niet verstoppen achter de sabotage van een onwillige topambtenaar?

D’Hondt «Een administratie is voor 90 procent een operationele machinerie. Als de top van de machinerie politiek benoemd is, komt elk operationeel probleem ook bij de minister terecht. De buffer valt weg, de lijn loopt rechtstreeks naar boven.»

HUMO Het huidige systeem biedt ook geen garantie: u hebt de strenge Selorselectie doorlopen, maar toch wordt u een politieke benoeming genoemd.

D’Hondt «Ik heb me nooit zo gevoeld, al kan ik gezien mijn parcours moeilijk ontkennen dat ik de politiek goed ken. Ik verzeker u dat het nog geen seconde heeft meegespeeld in mijn werk als ambtenaar. Ik doe mijn job, en de minister is de politiek verantwoordelijke. Wie verder wil gaan, moet maar op een lijst gaan staan en zich laten verkiezen. Maar ik denk er niet aan: ik heb het van dichtbij meegemaakt, en het is geen simpele stiel.»

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234