Dossier Loverboys: Verliefd, vernederd, verhuurd
‘Ik ben doodsbang geweest dat ik mijn dochter nooit meer zou terugzien. In zes weken tijd was ze volledig gebrainwasht door een loverboy,’ vertelt Anne, de moeder van de 14-jarige Lotte.
'Die meisjes beseffen niet dat ze gebruikt worden en beschouwen zichzelf helemaal niet als slachtoffer'
Anne (mama van Lotte) «Toen ik Lotte die ochtend bij de jeugdrechter zag binnenkomen, schrok ik. Ik had haar al twee weken niet meer gezien, sinds ze thuis was weggelopen. Het meisje dat ik zag, was lijkbleek, rillerig, met zwarte kringen om haar ogen. Maar het meest schrok ik van haar houding. Die was extreem vijandig: in haar lichaamstaal – ijskoud en afstandelijk – en in haar woordgebruik. Ze gunde mij nauwelijks een blik en begon de jeugdrechter uit te schelden in een Arabisch-getint Antwerps, heel plat en ordinair. Toen ze hoorde dat de jeugdrechter haar in een gesloten jeugdinstelling wilde plaatsen, werd ze hysterisch. Ze wilde uit de zitting weglopen: de agenten hebben haar moeten tegenhouden. ‘Uw dochter is zélf een hoer!’ schreeuwde ze naar de jeugdrechter. Ik wist niet wat ik zag. Langs de ene kant was ik ontzettend blij om haar terug te zien en wilde ik niets liever dan haar knuffelen, maar langs de andere kant stond ik gewoon perplex: ik herkende haar gewoon niet. Dit was mijn Lotte niet meer.»
De Antwerpse jeugdrechter Philip Vandaele windt er geen doekjes om, die woensdag 24 juni 2015. Lotte, net 14, is het slachtoffer geworden van een loverboy – dat is een pooier die jonge, emotioneel kwetsbare meisjes verleidt en inpalmt, om ze nadien in de prostitutie te duwen. Zo is Lotte in een gevaarlijk prostitutiemilieu met oudere mannen terechtgekomen. Ze is een gemakkelijke prooi en moet dringend tegen zichzelf beschermd worden, want zelf zal ze de lokroep van de loverboy niet kunnen weerstaan.
'Indien de minderjarige toevertrouwd wordt aan een open voorziening zal zij met zekerheid terug benaderd worden door het prostitutiemilieu of zal zij dit zelf opzoeken. De minderjarige moet beschermd worden tegen zichzelf. Enkel een gesloten instelling kan deze veiligheid bieden.' Jeugdrechter Vandaele, 24 juni 2015
Probleem. Er is maar één gesloten jeugdinstelling voor meisjes in Vlaanderen, De Zande in Beernem, en daar is geen bed meer vrij. En dus moet Lotte die nacht opnieuw in de politiecel overnachten, waar ze moeilijk de slaap kan vatten, niet kan douchen en geen schone kleren kan aantrekken. De dag nadien brengt ze opnieuw in een kamertje in het Antwerpse justitiepaleis door, samen met een 13-jarig meisje dat in een gelijkaardige situatie zit, wachtend op een oplossing die niet gevonden wordt. Dus vliegen de meisjes de volgende nacht weer de cel in. En de nacht daarop opnieuw. Het lot van de meisjes beheerst dagenlang het nieuws. De jeugdrechtbank reageert ziedend, jeugdrechters en hulpverleners sturen verontwaardigde tweets. ‘Hallucinant en compleet onaanvaardbaar. Een kind sluit je niet op in een politiecel,’ reageert Lottes jeugdadvocate Chantal Van den Bosch, die zelfs plannen maakt om de Belgische staat te dagvaarden als Lotte nog één nacht langer in de cel moet blijven.
Schattige tienerpooier
Minstens even schokkend als het plaatsgebrek in de jeugdzorg, is de reden waarom Lotte en haar 13-jarige lotgenote niet naar een open instelling kunnen. ‘Meisjes die in de greep zijn van een loverboy zijn heel moeilijk uit zo’n circuit los te weken,’ klinkt het bij Child Focus. ‘Ze beseffen niet dat ze gebruikt worden, en beschouwen zichzelf helemaal niet als slachtoffer. Ze willen gewoon hun gang blijven gaan en bij ‘hun lief’ zijn. Bij elke interventie van de politie of de hulpverlening staan de loverboys hun meisjes aan de poort van de instelling of de politiecel op te wachten. Ze staan met open armen klaar om hen verder seksueel uit te buiten.’
undefined
'De loverboys staan hun meisjes met open armen aan de poort van de instelling op te wachten' Child Focus
Het fenomeen van de loverboys wordt in België al jarenlang zwaar onderschat, zegt Stef Janssens, expert bij Myria, de onafhankelijke Nationale Rapporteur voor Mensenhandel.
Stef Janssens «In Nederland kwam onlangs een zaak aan het licht waarbij 76 kwetsbare en soms zwakbegaafde meisjes door loverboys in de prostitutie werden gepraat. Zulke dingen gebeuren ook bij ons, alleen wordt het te weinig opgemerkt omdat mensen in de jeugdzorg, in scholen, bij politie en justitie niet genoeg vertrouwd zijn met het fenomeen. Daar moet dringend iets aan gebeuren. De politie behandelt die zaken dikwijls als gewone zedenfeiten en vaak is hun eerste reactie dat het meisje het misschien heeft uitgelokt. Ze beseffen niet altijd dat die meisjes gemanipuleerd worden en dat het om pure mensenhandel gaat.
»Er zijn twee soorten netwerken in België: de buitenlandse en de binnenlandse. Er zijn de voorbije jaren in Gent en Sint-Truiden een paar grote prostitutienetwerken opgerold van buitenlandse loverboys die hun slachtoffers rekruteerden in Hongarije, Bulgarije of Roemenië. Ze maken die meisjes eerst stapelverliefd, komen met hen naar België en dwingen hen hier in de prostitutie.
»Daarnaast zien we ook steeds meer dossiers van Belgische loverboys die Belgische meisjes ronselen. Ze hangen rond in de buurt van jeugdinstellingen of schoolpoorten en pikken er feilloos het meisje met de meest onzekere tred uit. Of ze schuimen de sociale media af, op zoek naar meisjes die zich eenzaam voelen of slecht in hun vel zitten, en daardoor erg vatbaar zijn voor de charmes van zo’n man die hun het gevoel geeft dat ze bijzonder zijn. De loverboy begint een relatie met het meisje, isoleert haar van haar vrienden, palmt haar volledig in, tot ze zowat alles voor hem zou doen. Dan begint hij haar te testen. Eerst vraagt hij haar om hem één keer uit de financiële nood te helpen door met een vriend naar bed te gaan. Geleidelijk aan verschuiven de grenzen, het meisje moet seks tegen betaling hebben met steeds meer mannen. Soms wordt er grof geweld gebruikt, chantage en vernederingen. Zo wordt de wil van het meisje gebroken, en bouwt de loverboy zijn eigen netwerk uit. Eigenlijk is ‘loverboy’ een veel te schattige term voor wat het is: een tienerpooier die meisjes verkoopt.»
undefined
'Op een dag zei Jimmy mij dat hij wilde dat ik ‘wa geld verdiende’. Op café zei hij tegen de anderen dat ze voor 40 euro seks met mij mochten hebben. Hij stak een condoom in mijn beha en zei: ‘Kijk, die gast is uw eerste klant.’ Ik zei uiteindelijk ja en ging met hem naar het toilet. Toen ik weer buitenkwam, stonden er drie anderen klaar. Van het geld heb ik niets gekregen' Lisa, 13 jaar, in een verklaring aan de Gentse politie, februari 2014
Vakantie in Zweden
Na vier dagen krijgt de Antwerpse jeugdrechter eindelijk zijn zin en maakt de jeugdinstelling van Beernem, met het mes op de keel, een bed vrij voor Lotte en haar lotgenote. Dat hun logeerpartij in de Antwerpse politiecel dagenlang het onderwerp is van de nieuwsberichten, merken de meisjes zelf niet op. Ze pendelen vier dagen lang tussen de politiecel en het justitiepaleis, vervelen zich elke dag steendood in de wachtkamer en klagen tegen de bewakers dat ze alleen broodjes met kaas te eten krijgen. Lottes moeder volgt het nieuws natuurlijk wel.
Anne «Toen ik op het internet de reacties van de mensen las, ben ik enorm geschrokken. ‘Het zal wel weer zo’n marginaal gezin zijn, waar de ouders niet naar hun kinderen omkijken.’ Of: ‘Als zo’n meisje van huis wegloopt, zal er wel een reden zijn.’ Zo’n reacties komen héél hard aan, want je voelt je falen als ouder. Terwijl ik juist álles gedaan heb om mijn dochter te helpen. Wij zijn een heel gewoon gezin. Mijn man en ik werken allebei, en we hebben altijd geprobeerd om fatsoenlijke ouders te zijn voor onze twee dochters. Lotte is de oudste. We waren behoorlijk streng voor haar: ze mocht niet elk weekend naar de stad met vriendinnen en uitgaan mocht ze helemaal nog niet. Om haar te beschermen heb ik besloten om mijn verhaal anoniem te doen.
»We weten nog altijd niet hoe diep Lotte in het prostitutienetwerk zat. Toen de politie haar in juni na twee weken verdwijning terugvond, verbleef ze in een huis in Borgerhout met verschillende oudere mannen, Palestijnen en ook een paar Roemenen. Die lagen ganse nachten aan een waterpijp te lurken. Er werden ook drugs gebruikt. Er zaten nog vier andere Belgische meisjes van 15 en 16 jaar in het huis. Die meisjes waren ook van huis of uit een instelling weggelopen en prostitueerden zich voor hun vriend. Lotte beweert dat zij dat niet gedaan heeft, maar ik weet niet of dat waar is. Misschien wil ze het gewoon niet tot haar laten doordringen om zichzelf te beschermen.
»We hebben geen idee wat er in dat huis allemaal gebeurd is, welke trauma’s ze daar misschien heeft opgelopen. Wel weet ik dat ze eten, kleren en make-up van de mannen kreeg. Ze sprak over een heel mooi kort zwart jurkje, terwijl ze normaal altijd in een skinny jeans rondloopt. Er was ook een oudere dame in huis die hen hielp met hun make-up en nagels en die hen ook leerde koken, want de meisjes moesten eten maken voor de mannen. Lotte had zich tot de islam bekeerd, zei ze, ze deed zelfs de ramadan mee. Op een bepaald moment ben ik zelfs bang geweest dat ze naar Syrië zou vertrekken. Ik denk dat ze totaal opgeslorpt was door de wereld van die mannen.
»Hoe het zo ver kon komen? Instinctmatig heb ik altijd aangevoeld dat Facebook een grote rol heeft gespeeld. Er klopte iets niet met die sociale media. Ze zat voortdurend te chatten. Het was alsof die telefoon aan haar hand vastgeplakt zat. Ik heb haar profiel gekraakt toen ze de laatste keer van huis was weggelopen – ze had meer dan 3.000 vrienden, van wie 90 procent mannen van allochtone afkomst waren. Duizenden chatgesprekken had ze gevoerd. Sommige waren seksueel getint. Later heeft ze me verteld dat ze acht Facebookprofielen heeft. Ik denk dat ze ook via Facebook onder druk werd gezet om telkens van huis weg te lopen.»
HUMO Je had wellicht nooit verwacht dat je dochter in zo’n milieu verzeild zou raken. Wat voor meisje is Lotte eigenlijk?
Anne «Tot haar 12de hebben we nooit problemen met haar gehad. Lotte was een lief, beetje schuchter kind dat heel snel zelfstandig was. Ze haalde goeie punten op school en had veel vriendinnetjes. Ze had een zekere naïviteit over zich, maar ze was ook een plantrekker. In het eerste middelbaar is haar gedrag omgeslagen en werd ze onhandelbaar. Ze heeft ons nooit willen zeggen wat er aan de hand was, maar – weet ik nu – tegen haar beste vriendin heeft ze verteld dat ze in die periode verkracht is. Ze werd heel teruggetrokken en kreeg af en toe agressieve uitbarstingen. Dan sloeg ze me soms. Ze sneed zichzelf ook, ik heb op haar kamer eens een mes gevonden.
»Ze ontwikkelde hardnekkige acne in haar gelaat, waardoor ze heel onzeker werd. Ze verstopte haar gezicht onder een dikke laag schmink, als een masker. Ze deed zich altijd heel stoer voor, maar haar hele houding straalde onzekerheid uit. En ze was alleen nog geïnteresseerd in Facebook. Op een bepaald moment hebben we haar gsm en tablet afgenomen, en na een week werd haar gedrag beter. Op school deed ze het heel slecht. We dachten dat ze misschien gepest werd, maar ze beweerde stellig dat dat niet het geval was. Ik ging met haar naar de kinderpsycholoog en de kinderpsychiater, maar ook zij raakten niet door de muur die ze rond zich had opgetrokken.
»In mei van dit jaar vertelde ze plots dat ze stapelverliefd was op een jongen van 17 die ze in Antwerpen in een park had leren kennen toen ze met vriendinnen op stap was. Mohammad – zo heette haar vriendje – wilde bij ons thuis komen om onze toestemming te vragen om met onze dochter om te gaan. Ik vond dat een raar idee en wimpelde het af. Ze kenden elkaar nauwelijks een week, en ik vond 17 ook veel te oud – achteraf bleek trouwens dat hij al 18 was. Maar ze was bezeten door die jongen, die haar foto’s stuurde om te tonen hoe schattig hij met zijn kleine zusje omging, en haar helemaal betoverde. Ze wilde elk vrij moment naar Antwerpen, wat thuis voor zware discussies zorgde. Twee weken later liep ze voor het eerst weg.
»De eerste keer bleef ze maar één weekend weg. Zondagavond kwam ze terug thuis en vertelde ze dat ze met Mohammad en een stel nieuwe vrienden was gaan feesten in Antwerpen. Alsof dat de normaalste zaak van de wereld was voor een meisje van 14. Vanaf toen liep ze elk weekend weg en bleef ze steeds langer vermist. Eén keer plukte de politie haar om vijf uur ’s ochtends van een bankje in de Antwerpse stationsbuurt, samen met een 15-jarig vriendinnetje. Wat ze daar aan het doen waren, wilden ze niet vertellen.
undefined
'Ik zwierf door de ruige buurten van Antwerpen om mijn dochter te zoeken. Ik zag ongure types rondlopen en dacht: 'Misschien weten die wel waar ze zit'' Anne, mama van Lotte
»De laatste keer, in juni, bleef ze twee weken vermist. De eerste dagen hoopte ik nog dat ze zelf zou terugkeren, maar naarmate de dagen vorderden, vreesde ik het ergste. ‘Morgen vinden ze haar dood terug,’ dacht ik. Ik wist toen al dat ze in een gevaarlijk milieu vertoefde. Tijdens de middagpauze van mijn werk in Antwerpen zwierf ik door de stad, in de ruige buurten, om haar te zoeken. Ik zag ongure types rondlopen en dacht: ‘Misschien weten die wel waar mijn dochter zit.’ Het was zenuwslopend. Na een week kon ik niet meer gaan werken en doen alsof alles normaal was, en heb ik verteld dat mijn dochter vermist was. Gelukkig kreeg ik veel steun van mijn collega’s. Ik ben trouwens nog altijd thuis om alles wat er de voorbije maanden is gebeurd, te verwerken.
»Toen ze al een dag of tien vermist was, zag een vriendinnetje Lotte op de Groenplaats. Ze was erg geschrokken, want Lotte zag er slecht uit en leek onder de drugs te zitten. Haar hals zat onder de zuigvlekken. Mijn dochter vertelde haar dat ze binnenkort op vakantie naar Zweden zou vertrekken met haar vriend. Ze versprak zich en zei dat ze geld had uit ‘praktijkjes’. Tien meter verderop stond een allochtone man met een baard die Lotte geen moment uit het oog verloor. Daarna doken ze samen de metro in. Toen ik dat hoorde, wist ik dat we haar heel snel moesten terugvinden.
»Drie dagen later kreeg ik telefoon van de politie: ze hadden Lotte gevonden, samen met Julie, een meisje van 15 dat in hetzelfde circuit zat. Dat was de eerste keer dat ze de nacht in de politiecel doorbracht. De volgende ochtend moest ze voor de jeugdrechtbank verschijnen en zag ik haar na twee weken voor het eerst terug. De jeugdrechter vroeg tijdens die eerste zitting of het mogelijk was om Lotte mee naar huis te nemen, omdat er nergens plaats was in de jeugdinstellingen. Ik heb gezegd dat dat niet kon, en geloof me, dat was een hartverscheurende beslissing. Heel mijn hart wilde ja zeggen, maar ik wist dat ik het niet mocht doen. Anders zou Lotte binnen de kortste keren wéér weglopen. En dan was ik haar misschien voor altijd kwijt.
»Na heel lang zoeken hebben ze toen een crisisbed voor haar gevonden in De Wending, een halfopen instelling. Ik was er niet gerust in: ik vond dat ze naar een gesloten instelling moest waaruit ze niet kon ontsnappen. En inderdaad, het heeft maar tot de volgende middag geduurd. Zondagnamiddag kreeg ik telefoon van de instelling, ze zaten er ook erg mee verveeld: ‘Uw dochter is opnieuw weggelopen.’ Toen voelde ik de grond onder mijn voeten wegzakken. ‘Die zie ik nooit meer terug,’ dacht ik.
»Lotte is toen regelrecht naar het huis in Borgerhout teruggekeerd waar ze twee weken had gezeten. Ook Julie, het meisje van 15 dat ook was opgepakt en in een andere instelling zat, is daar die dag ontsnapt en nog dezelfde avond met de trein uit Gent terug naar hetzelfde adres in Borgerhout getrokken. Een dag later heeft de politie beide meisjes op de Groenplaats in Antwerpen gevonden. Toen volgden de drie nachten in de politiecel en is de mediaheisa begonnen.»
undefined
'Ik kon het vijf dagen volhouden om niet te gaan werken. Ik zag dat andere vrouwen wel met klanten gingen kameren. Op zaterdag heeft Alexandru me in de auto gezet en hij is naar een braakliggend veld met een metalen container gereden. Hij trok me bij mijn haar uit de auto, nam zijn pistool en schoot in de container. ‘Je doet wat ik zeg of ik doe met jou wat ik met de container deed.’ Daarna bracht hij me terug naar de club en hij zei tegen Corine dat ze me make-up moest opdoen en kledij geven. Dat was de eerste keer dat ik dan kamerde' Nicole, een 16-jarig Roemeens meisje dat via een Roemeense loverboy in een prostitutiebar in Sint-Truiden belandde, politieverhoor Leuven, 2012
Foute vriendjes
Hoeveel jongeren in de greep van een loverboy vallen? Niemand die het weet. Er zijn geen politiestatistieken. Bij Payoke, het centrum voor slachtofferhulp van mensenhandel waar Patsy Sörensen al járen op het gevaar van loverboys wijst, kwamen vorig jaar 14 aanmeldingen (op een totaal van 250) binnen die verband hielden met meisjes die in een loverboycircuit zaten. Bij Child Focus leverde een recente scan van 2.800 dossiers naar de link tussen wegloopgedrag en seksuele uitbuiting 25 zaken op waarbij die link zeker is, en 140 zaken waarbij er sterke aanwijzingen zijn. Myria wijdde een volledig hoofdstuk van zijn jongste jaarrapport aan de problematiek. Magistraten zien loverboys geregeld opduiken in hun dossiers over mensenhandel. Maar niemand heeft een overzicht – het gevaar werd ook jarenlang ontkend door hulpverleners en politie. Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen vroeg, naar aanleiding van het schrijnende avontuur van de twee Antwerpse tienermeisjes, in juni aan Child Focus om het fenomeen in Vlaanderen te onderzoeken. De resultaten van die studie, die ook aanbevelingen zal doen voor het beleid, worden tegen het einde van dit jaar verwacht.
'Net als bij huiselijk geweld zal het besef moeten groeien dat dit niet alleen een probleem is voor meisjes uit marginale gezinnen' Els Lieckens, Jeugdzorg Emmaüs
De meeste jeugdinstellingen in België vangen geregeld slachtoffers van loverboys op, of merken dat de gewiekste meisjesversierders in de buurt van de instelling rondhangen om meisjes te ronselen, zo leert ons een snelle rondvraag. Zo ook in de Antwerpse jeugdinstelling Van Celst, een begeleidingstehuis voor meisjes van 14 tot 20 jaar. ‘Op zich is dat niet zo verwonderlijk, want hier zitten natuurlijk heel kwetsbare meisjes,’ zegt Els Lieckens, verantwoordelijke bij jeugdzorg Emmaüs Antwerpen.
Els Lieckens (foto links) «Trauma’s, een problematische thuissituatie, een borderlinestoornis, een verwrongen houding tegenover seksualiteit door misbruik in het verleden, een drugs- of alcoholverslaving. Dat zijn allemaal factoren die van hen gemakkelijke slachtoffers kunnen maken. Maar ik denk dat het elk meisje zou kunnen overkomen dat zich op een bepaald moment slecht voelt of een laag zelfbeeld heeft – door iets wat ze heeft meegemaakt, of door aanleg – en op dat ogenblik opgepikt wordt door een fout vriendje dat het niet goed met haar meent. Dat is het beangstigende.
»Vroeger dacht men ook van huiselijk geweld dat het alleen in marginale gezinnen voorkwam. Langzaam is het besef gegroeid dat het in alle sociale milieus voorkomt. Met dit fenomeen is dat ook het geval, denk ik. De kwetsbaarheid van die meisjes hoeft niet altijd aan een marginaal milieu gelinkt te zijn.
undefined
'Hoe vaak zie je niet dat pubermeisjes in hun Facebook-status zetten: 'Ik zie het niet meer zitten, niemand geeft om mij'? Met díé meisjes knopen loverboys een gesprek aan' Els Lieckens, Jeugdzorg Emmaüs
»Die jongens gaan trouwens gericht op zoek naar hun slachtoffers op Facebook. Hoe vaak zie je niet dat pubermeisjes open en bloot in hun status zetten: ‘Ik zie het niet meer zitten, niemand geeft om mij’? Met díé meisjes knopen loverboys een gesprek aan via de chat. Op het internet vinden ze allerlei informatie over het meisje, bijvoorbeeld dat ze een hondje heeft, en vervolgens stellen ze zich voor als een echte dierenvriend. Het kan soms zeer snel gaan. Het is niet zo dat er maandenlang een relatie wordt opgebouwd of dat er in een discotheek een vracht drankjes moet worden getrakteerd. Als meisjes hier aan de instelling worden opgepikt, zitten ze vaak al na twee dagen in zo’n circuit. Soms is er heel weinig nodig. Zegt het meisje: ‘Niemand ziet mij graag’, dan antwoordt zo’n man: ‘Ik zie je wél graag.’ Zo simpel kan het zijn.
»Het hoeft overigens niet altijd om verliefdheid te gaan. Soms is het gewoon het uitzicht op een ander leven, de drang naar vrijheid, het financiële lokmiddel. In de instelling hebben onze meisjes weinig zakgeld. Zij willen ook weleens een smartphone, of een nieuwe jas. Sommigen gaan daar ver in. We hebben zelfs eens een lovergirl in begeleiding gehad, die in opdracht van haar loverboy andere meisjes kwam ronselen.
»De meisjes zijn vaak uitgeput en hongerig als ze uit zo’n circuit komen en in de instelling weer op adem komen. Ze hebben vaak medische zorg nodig – voor gynaecologische problemen of soa’s of omdat ze bang zijn voor een zwangerschap. Maar dikwijls zijn ze na een paar dagen alweer weg.»
HUMO Waarom blijven die meisjes bij hun loverboys als die hen zo vreselijk uitbuiten?
Lieckens «Soms uit schaamte of uit angst voor represailles, omdat ze bedreigd of geslagen worden, of omdat ze gechanteerd worden. Soms komt er middelengebruik aan te pas, drugs of alcohol. In andere gevallen is de drang naar vrijheid en affectie zó groot dat ze er de seks met vreemde mannen bij nemen. Er zijn meisjes die zeggen: ‘Ik kies daarvoor.’ Maar als 14-jarige kies je er toch niet voor om op één avond met vijf vreemde mannen naar bed te gaan omdat je vriendje die bij jou brengt?
»Bijna geen enkel meisje hier zal van zichzelf zeggen dat ze het slachtoffer is van een loverboy. Ik zie veel raakpunten met huiselijk geweld: ook daar duurt het vaak heel lang eer vrouwen inzien dat hun situatie niet meer gezond is. Als het voor een volwassen vrouw al zo moeilijk is om toe te geven dat ze een slachtoffer is, hoe moeilijk moet het dan zijn voor zo’n jong meisje? De afhankelijkheidspositie van het slachtoffer, de complexiteit in de relatie, de grenzen die worden overschreden: het is allemaal gelijkaardig. Tegenover de buitenwereld zullen die vrouwen hun man vaak beschermen zoals meisjes dat ook met hun loverboys doen. Ze zijn bang voor de gevolgen mochten ze dat niet doen: de vrouw vreest dat ze haar kinderen zullen afnemen, het meisje is bang dat de jeugdrechter haar in een gesloten instelling zal stoppen.
»Eigenlijk weten we nog altijd niet goed hoe we het fenomeen moeten aanpakken. Het is niet iets wat één sector kan oplossen, we moeten overleggen met de hulpverlening, kinder- en jeugdpsychiaters, de magistratuur, de jeugdrechters, de politie, het onderwijs, de medische sector. We kunnen als samenleving toch niet toelaten dat die meisjes op die manier worden gebruikt?»
undefined
'Ik heb Selim verteld dat ik eigenlijk heel mijn leven ben misbruikt. Dat vond hij wel erg, denk ik toch. Hij raakte wel altijd opgewonden als ik over het misbruik vertelde. Als ik hem pijpte, vroeg hij me om dat te doen zoals ik het bij mijn pa deed. Hij wilde ook anale seks en plasseks. Eén keer wilde Selim dat ik zijn stoelgang zou opeten. Op het toilet legde hij zijn stoelgang op een bordje. Hij zette het bordje voor me neerop tafel. Ik kon het niet. Ik heb er toen mayonaise bij gedaan' Een Belgisch meisje over de vernederingen van haar Turkse loverboy, politieverhoor uit 2008, Tongeren
Vier maanden in de kou
HUMO Anne, je dochter Lotte werd vier maanden geleden opgenomen in de gesloten meisjesinstelling van Beernem. Hoe gaat het vandaag met haar?
Anne «Lotte gedraagt zich voorbeeldig in de instelling, maar ik maak me enorm veel zorgen om haar, omdat ze in die vier maanden in Beernem nog geen psychologische begeleiding heeft gekregen. Terwijl er dagelijkse ondersteuning zou moeten zijn voor meisjes die uit zo’n gevaarlijk milieu komen en god weet welke trauma’s hebben opgelopen. Daar ga je toch vanaf dag één mee aan de slag? Mijn dochter is zwaar gebrainwasht. Ze wil niet praten over wat er gebeurd is en vindt dat iedereen overdrijft. Ze moet ge-unbrainwasht worden. Er moet met haar gewerkt worden om haar zelfbeeld op te vijzelen, zodat ze steviger in haar schoenen staat. Anders komt ze na verloop van tijd terug vrij en is ze weer een vogel voor de kat.
»In Beernem heeft Lotte eerst twee maanden in een onthaalgroep doorgebracht waar ze alleen kon schoonmaken, eten en slapen. Twee maanden lang! Vanaf eind juni heb ik verschillende keren om een kindpsychiatrisch onderzoek gevraagd, zodat we kunnen achterhalen hoe we mijn dochter het beste kunnen helpen. Maar in Beernem heeft ze nauwelijks een psycholoog te zien gekregen. Het personeelsverloop is er groot. De psycholoog die er in het begin werkte, was in september alweer weg. Na drie maanden had de instelling niet eens een sociaal verslag opgemaakt voor de jeugdrechter, die daar heel ontstemd over was.»
'Uit de beperkte verslaggeving van de sociale dienst kan afgeleid worden dat er tot op heden geen maatschappelijk onderzoek werd uitgevoerd. De verslaggeving uitgaande van De Zande geeft ook geen zicht op de persoonlijkheid van de minderjarige. Haar moeder geeft aan dat zij het gevoel heeft dat er binnen De Zande niet wordt gewerkt rond de problematiek van haar dochter. Verder onderzoek dringt zich op in deze zaak. Het is tot op heden onduidelijk welke vorm van hulpverlening het best aansluit bij de noden van de minderjarige.' Jeugdrechter Vandaele, 24 september 2015
Anne «Twee weken geleden, toen mijn dochter opnieuw voor de jeugdrechter verscheen, heeft hij zelf een psychiater aangesteld om Lotte te onderzoeken, omdat er in Beernem niets gebeurde. Ik heb trouwens een brief geschreven naar het kabinet van minister Vandeurzen om de situatie aan te klagen. Ik zou het van de daken willen schreeuwen, ik vind dit zo’n onrecht. Als het bij ons gebeurt, gebeurt het wellicht ook bij anderen. Wat voor jeugdzorg hebben wij eigenlijk in Vlaanderen?»
‘Dit is opnieuw een onaanvaardbare en hallucinante toestand,’ vindt Lottes advocate Chantal Van den Bosch.
undefined
'Als je de slachtoffers opsluit zonder enige vorm van psychologische bijstand, ervaren ze dat als een straf' Chantal Van den Bosch, jeugdadvocaat
Chantal Van den Bosch (foto links) «Ik volg verschillende dossiers op van slachtoffers van loverboys, waaronder dat van Lotte, maar daar kan ik geen uitspraken over doen. Eén ding is echter duidelijk: ze hebben heel intensieve psychologische bijstand nodig. Soms is het terecht dat je die jongeren een tijd in een gesloten instelling plaatst voor hun eigen veiligheid, maar dan moet er wél met hen gewerkt worden. Anders ervaren ze hun opsluiting als een onrecht en een straf. En eigenlijk komt het daar wel op neer, dat ze behandeld worden als criminelen, terwijl ze slachtoffers zijn. Je moet ook kort op de bal spelen in de begeleiding. Dat is van cruciaal belang om die kwetsbare jongeren zo snel mogelijk uit het verstikkende web te halen waarin ze zijn terechtgekomen.»
Bij jeugdinstelling De Zande in Beernem wil men niet ingaan op concrete dossiers. ‘Maar we delen de bezorgdheid van de moeder, en doen er alles aan om zo goed mogelijk voor haar dochter te zorgen,’ klinkt het daar. Het kabinet van minister Vandeurzen reageert met een algemene uiteenzetting over de toekomstige plannen voor een beleid inzake loverboys, en meldt dat Lottes moeder spoedig antwoord krijgt op haar brief.
Alle namen van slachtoffers en die van de moeder van Lotte zijn fictief.