Dossier voedingssupplementen: 'Of al die pillen ook nog wérken... Tja, dat controleert niemand'
Multivitamines om de winter te trotseren, echinacea om de weerstand van onze kindertjes te verhogen, lecithine om de examens door te komen, omega 3 om ons ‘gezond en vrolijk als een vis in het water’ te voelen... Waar je gaat langs Vlaamse wegen, overal kom je voedingssupplementen tegen: in de apotheek, bij de biowinkelier, in de supermarkt. Over heel België was de sector vorig jaar goed voor een omzet van 233,3 miljoen euro.
(Verschenen in Humo 3597 op 26 mei 2009)
Bekijk Humo's (On)volledige Voedingssupplementen-gids »
Voedingssupplementen zien eruit als medicamenten – meestal zijn ze verpakt als tabletten of capsules – en toch zijn het geen medicamenten. Wettelijk gesproken mag je niet beweren dat ze ziekten voorkomen of genezen, maar wel dat ze ‘de gezondheid bevorderen’. Of is zelfs dat te veel gezegd? Als je niks mankeert en evenwichtig eet, zeggen sceptici, zijn voedingssupplementen nérgens goed voor – tenzij voor een peperdure plas.
HUMO Wat is een voedingssupplement eigenlijk?
Jan Eyckmans (Volksgezondheid) «Gewone voedingsmiddelen, maar dan in een voorgedoseerde vorm: capsules, tabletten, ampullen... Ze zijn bedoeld als aanvulling op de normale voeding.»
Pascale De Gryse (Volksgezondheid) «Er zijn drie grote groepen. Je hebt planten als hop en ginseng, die we vaak ook kennen uit de kruidengeneeskunde. Daarnaast zijn er nutriënten: voedingsstoffen die de mens nodig heeft maar die hij zelf niet kan aanmaken, zoals vitamines en mineralen. En tot slot zijn er stoffen met een nutritioneel of fysiologisch effect, zoals creatine en glucosamine: die zitten vooral in producten voor sporters.» Maar het gaat er vooral om wat voedingssupplementen níét zijn: geneesmiddelen dus. Als fabrikant mag je geen ‘therapeutische claims’ maken: je mag niet beweren dat jouw producten helpen om ziekten te genezen of voorkomen. Maar als je de bewijzen kunt leveren, mag je wél zeggen dat ze de gezondheid bevorderen: ‘goed voor het cholesterolgehalte’, ‘verbetert het geheugen’... Alleen klinken die zogenaamde ‘gezondheidsclaims’ vaak nogal vaag. Dat zegt dr. apotheker Geert Vergote, directeur van Verno Scientific, een bedrijf dat onafhankelijk advies over voedingssupplementen geeft.
Geert Vergote «Wat moet je bijvoorbeeld verstaan onder ‘bevordert de spijsvertering’? Heb je dan minder diarree? Heb je minder vaak een opgeblazen gevoel? Who knows...»
Dr. Wim Betz (voorzitter van SKEPP, de Studiekring voor de Kritische Evaluatie van Pseudowetenschappen en het Paranormale) «Van een glas water kun je zeggen: ‘goed voor het hart’! Ha ja, want zonder water kun je niet leven. En van een boterham kun je zeggen: ‘goed voor de hersenen’ – want zonder eten redden die het ook niet. De vitamineboeren hebben sluwe mensen in dienst die het zo weten te formuleren dat er allerlei dingen worden gesuggereerd zonder dat ze expliciet worden gezégd.»
SLIK!
HUMO Ik neem aan dat je niet zomaar allerlei pillen en tabletten te koop mag aanbieden. Wat moet een firma doen die een nieuw voedingssupplement op de markt wil brengen?
De Gryse (Volksgezondheid) «Een notificatiedossier indienen. In dat dossier moet onder meer een lijst zitten van alle ingrediënten en hun dosering, en ook het etiket dat men wil gebruiken. Als een product aan alle wettelijke vereisten beantwoordt, krijgt het een notificatienummer.»
HUMO Moet u weleens een dossier afkeuren?
De Gryse (Volksgezondheid) «Ja, er zijn geregeld problemen met de dosering en de etikettering. Sommige voedingssupplementen krijgen geneeskrachtige eigenschappen toegeschreven, terwijl dat soort therapeutische claims alleen maar mogen voor medicamenten.»
HUMO In de reclame worden voedingssupplementen toch vaak in verband gebracht met de preventie of behandeling van allerlei kwalen, van hoge bloeddruk tot depressies?
De Gryse (Volksgezondheid) «In de reclame, ja. Maar wij beoordelen alleen het etiket.»
HUMO Een firma kan dus een notificatie vragen voor een product met vitamine C en daarna in advertenties doen alsof het je 120 helpt te worden of kanker helpt te voorkomen?
Eyckmans (Volksgezondheid) «Dat kan gebeuren, ja. Het notificatiedossier kan perfect in orde zijn, en twee maanden later begint men een reclamecampagne te voeren die nergens op slaat.»
HUMO De reclame is vaak het eerste waar de consument mee in contact komt. Is er dan niemand die daar controle op uitoefent? Lieve Busschots (Voedselagentschap) «Specifiek iemand die reclamefolders controleert? Nee. Bij het Voedselagentschap krijgen we weleens vragen of klachten over reclame voor, bijvoorbeeld, afslankmiddelen. Die worden dan onderzocht. Als we inspecties uitvoeren, gaan we ook systematisch na of het etiket én de reclame in orde zijn. Maar bij ons is er niemand van ’s ochtends tot ’s avonds in de weer met reclamefolders.»
Eyckmans (Volksgezondheid) «Onze grote bezorgdheid is de volksgezondheid, en die komt bij voedingssupplementen meestal niet in gevaar. De reclame controleren is ook geen makkelijke klus. Vaak is het al een hele zoektocht om de verantwoordelijke uitgever te vinden. Hardnekkige fraudeurs verschuilen zich achter postbusadressen. Zodra ze nattigheid voelen, stoppen ze met hun reclame. Maar even later duikt die opnieuw op in hetzelfde soort tijdschrift of huis-aan-huisblad, zij het in een licht gewijzigde versie: het product krijgt bijvoorbeeld een andere naam. En dan kan de zoektocht weer van voren af aan beginnen.»
Betz (SKEPP) «Een schurk kan twee of drie regels in een reclametekst vervangen en gewoon opnieuw beginnen. Ik ben lid van een provinciale geneeskundige commissie, die waakt over de gezondheid van de bevolking en onder meer optreedt tegen kwakzalverij. Die commissies zijn zwaar onderbemand. Loopt er een melding binnen over één of ander schandaal, dan hebben ze gewoon de middelen niet om alles te onderzoeken, ze moeten zich beperken tot de gevallen waar er echt doden dreigen te vallen. De burger is ongelofelijk slecht beschermd in dit land.»
Sabine Heyman (secretarisgeneraal van NAREDI, belangenvereniging van de sector) «Ik ga niet beweren dat er geen cowboys zijn. Maar die zijn zeker geen lid bij ons, want wij hebben een gedragscode, en die houdt onder meer in dat je de reclameregels moet naleven.»
HUMO Ik heb hier een magazine van Svensson, een gedeponeerd merk van één van de NAREDI-leden. Is die reclame in orde?
Pottier (Volksgezondheid) «Ik zie hier meteen al een advertentie met een dame die ’24 kilo’ verloren heeft met een afslankmiddel. Dat is verboden: volgens de wet mag je niet zeggen hoeveel gewicht je verliest. Je mag niets zeggen over het aantal kilo’s dat je kwijtraakt, en ook niet in hoeveel tijd dat gebeurt – ook dat zie je soms in de reclame.
»Ik zie hier ook een advertentie waarin omega3 wordt voorgesteld als ‘de oplossing voor vele welvaartsziekten’. Er staat bij dat vele kwalen in verband worden gebracht met een tekort aan omega3vetzuren: ADHD, autisme, depressie... Dat is verboden, je mag niet naar ziekten verwijzen. Die reclame laat vermoeden dat je met omega 3-capsules bepaalde aandoeningen kunt voorkomen of bestrijden. En dat mag je zelfs niet suggereren!»
HUMO Hoewel ze in België actief zijn, zeggen de verdelers van Svensson dat ze de Nederlandse reclameregels volgen, ‘omdat die duidelijker zijn dan de onze’. Maar in Nederland mag je evenmin zeggen dat een voedingssupplement ziekten geneest of voorkomt; je mag er zelfs geen toespelingen op maken.
Heyman (NAREDI) «Als een firma medische claims maakt, tikken wij ze op de vingers. Wij zien er streng op toe dat ons charter wordt nageleefd. Leden die dat níét doen, worden uitgesloten.»
HUMO Maar als ik zelf geen klacht indien tegen de Svenssonreclame, gebeurt er van overheidswege dus niets.
De Gryse (Volksgezondheid) «Niet systematisch, nee. Toen de notificatieprocedure in het leven werd geroepen, wilden wij ook de bijsluiter én de reclame kunnen opvragen, maar België is teruggefloten door de Europese Commissie: het enige wat wij mogen vragen is het etiket.»
LOOK ZONDER LOOK
HUMO Als leek vind ik het moeilijk om een onderscheid te maken tussen een therapeutische claim en een gezondheidsclaim. Wanneer houdt een middel ziektes buiten de deur en wanneer is het ‘alleen maar’ goed voor je gezondheid?
Vergote (Verno Scientific) «Zelfs voor de niet-leek is dat moeilijk.»
Jean Pottier (Volksgezondheid) «Soms is het heel simpel. We hebben al claims gezien als ‘voorkomt kanker’ of ‘geneest allergiesymptomen’ – die gaan duidelijk over het voorkomen of genezen van ziekten en zijn dus verboden voor voedingssupplementen. Maar andere gevallen zijn veel minder duidelijk. Die worden stuk voor stuk bekeken door een gemengde commissie met vertegenwoordigers van Volksgezondheid, het Voedselagentschap, het Geneesmiddelenagentschap en Economie.»
Philippe De Buck (inspecteur Geneesmiddelenagentschap en lid van de gemengde commissie) «Elk jaar behandelen wij een honderdvijftigtal dossiers. In eerste instantie proberen wij een constructieve oplossing te zoeken: we vragen de firma’s dat ze hun claim aanpassen. Als dat niet helpt, kan het tot een administratieve boete komen, of zelfs een vervolging voor de rechtbank als de volksgezondheid in gevaar is gebracht.»
Busschots (Voedselagentschap) «Zo’n boete kan oplopen tot 3.000 euro. Producten kunnen ook uit de handel worden genomen. En als
het echt héél erg is, kan een bedrijf worden gesloten.»
HUMO In de apotheek moet het Geneesmiddelenagentschap toezicht houden op voedingssupplementen, maar in 2007 waren er géén gerichte controles en de resultaten van 2008 zijn nog niet bekend. Maar ligt een product gewoon in de winkel, dan valt de controle onder de bevoegdheid van het Voedselagentschap. En bij controles daar blijkt jaar na jaar dat meer dan de helft niet in orde is. Is de helft van de markt dan in handen van cowboys?
Vergote (Verno Scientific) «Soms is het snel gebeurd. Een verdeler in België koopt zijn product in vertrouwen bij een leverancier in het buitenland, bijvoorbeeld in Azië of Oost-Europa. Die leverancier zal misschien zeggen: ‘Er zit vitamine B en vitamine C in.’ Maar achteraf kan blijken dat er ook vitamine A en vitamine D in zit, of juist géén vitamine B. Dan stemt de inhoud natuurlijk niet overeen met wat de verdeler op het etiket zet, en bij een controle loopt hij tegen de lamp.»
Betz (SKEPP) «KMO’s bestellen hun grondstoffen en vrac in het buitenland – bijvoorbeeld in China – en we weten allemaal wat er zoal uit het Verre Oosten komt. Bij onderzoek van consumentenorganisaties in België en Canada is onder meer al gebleken dat er in lookpillen ofwel niks zat ofwel – en dat is gevaarlijker – veel te veel. Een voedingssupplement kopen is als Russische roulette spelen!»
Heyman (NAREDI) «Ook grote bedrijven kopen grondstoffen in het buitenland aan, maar er is wel degelijk controle. Dat wordt duidelijk voorgeschreven in de Auto-controlegids die wij in samenspraak met het Voedselagentschap hebben opgesteld.»
HUMO Toch loopt het geregeldfout. Van oktober 2007 tot juni 2008 waren er bij distributeurs zowat vijfduizend controles van voedingssupplementen. In de helft van de gevallen was er iets mis.
Heyman (NAREDI) «Ja, maar in het overgrote deel ging het om louter administratieve inbreuken. De volksgezondheid was niet constant in gevaar: in slechts vijf gevallen was er sprake van de aanwezigheid van hormonen, en in 72 gevallen werden planten aangetroffen die in België verboden zijn. Het zou natuurlijk niet mogen dat er administratieve fouten worden gemaakt of dat er wat méér vitamines en mineralen in een product zitten dan volgens onze erg strenge reglementering toegestaan is. Maar dat is nog geen reden om te zeggen: ‘Het is allemaal bullshit, gooi maar in de vuilnisbak!’»
Betz (SKEPP) «Voedingssupplementen zijn duur en zinloos voor gezonde mensen – even zinloos als met een paraplu gaan wandelen als het niet regent.»
HUMO Het lijkt wel windhandel: als het werkt, is het een medicament; als het niet werkt, is het een voedingssupplement.
Heyman (NAREDI) «De vraag is niet: kan een voedingssupplement iets, of is het allemaal nonsens en weggegooid geld? Europa erkent dat voedingssupplementen en geneesmiddelen perfect naast elkaar kunnen bestaan, en daarmee erkent het impliciet ook de waarde van voedingssupplementen. En toch ligt onze sector altijd extreem onder vuur en krijgen wij ternauwernood de kans om ons te verdedigen. Ik heb zelfs al gelezen dat iederéén voedingssupplementen kan maken – gewoon in zijn garage, tussen de soep en de patatten. De teneur is altijd: voedingssupplementen dienen tot niets, je kunt maar beter je geld in je zakken houden. Is het de geneesmiddelenlobby die daarachter zit? In de farmasector zijn de zaken óók niet altijd in orde, maar dat komt nooit in de pers!»
Betz (SKEPP) «Dat is een klassieke truc van kwakzalvers: als je indringende vragen stelt, beginnen ze de farmaceutische industrie zwart te maken, in de hoop dat je dan zou denken dat zij wit zijn. Het is gewoon met modder smijten naar anderen om de aandacht van zichzelf af te leiden.»
Maar wérkt het?
HUMO Of een middel nu ziektes voorkomt dan wel de gezondheid bevordert, biedt stof voor boeiende semantische discussies. Maar wat de consument het meest interesseert is of het wérkt. Gaat de overheid ook na of de beweringen van producenten waarheidsgetrouw zijn?
De Gryse (Volksgezondheid) «Bij Volksgezondheid hebben we niet de expertise om te zeggen: dat is fout of dat is juist. Maar als er twijfel is over het waarheidsgehalte van een claim, kunnen we advies vragen aan de Hoge Gezondheidsraad. Een fabrikant moet kunnen aantonen dat zijn claims wetenschappelijk onderbouwd zijn. Lijkt een bewering ons erg ver te gaan, dan vragen wij weleens naar wetenschappelijke argumenten. En we stellen vast dat sommige beweringen dan uit het dossier verdwijnen.»
Vergote (Verno Scientific) «Er bestaat een officiële lijst van claims die toegestaan of verboden zijn. Je kunt niet zomaar op een voedingssupplement zetten: ‘Goed voor hart en bloedvaten.’ Je mag er wél opzetten: ‘Bevordert de doorstroming.’ Daar wordt nauwlettend op toegezien. Maar of dat product dat dan ook nog dôét... Tja, dat controleert niemand!
»Ik vind: als een fabrikant een claim op zijn product wil zetten, moet hij zelf een kleinschalige studie opzetten. Maar dat gebeurt niet. Je ziet vooral copycatgedrag: ergens in de literatuur hebben ze gevonden dat veenbessen goed zijn om urineweginfecties te voorkomen, en dus brengen ze veenbessentabletten op de markt – zonder te controleren of hun product ook werkt.»
Pottier (Volksgezondheid) «Maar er is beterschap op komst. Op dit moment zitten we in een overgangssituatie. Sinds 2007 is er een nieuwe Europese regelgeving: in de toekomst zullen er alleen nog maar claims mogen worden gebruikt die vooraf zijn goedgekeurd door Europa. Dat is een titanenwerk: vanuit de verschillende lidstaten zijn er zowat 44.000 claims ingediend, waarvan 1.311 uit België. Te vage claims – zoals ‘bevordert het algemeen welzijn’ – vielen automatisch uit de boot. Ook medische claims werden sowieso geschrapt, want die zijn uitsluitend voor medicamenten bestemd. Uiteindelijk bleven er 4.262 claims over, die nu door de European Food Safety Authority worden geëvalueerd. Vanaf 2010 zal er een lijst bestaan van alle claims die wetenschappelijk bewezen zijn en die nog voor voedingssupplementen mogen worden gebruikt. Wil je een volledig nieuwe claim gebruiken, dan moet je die éérst ter goedkeuring voorleggen. Dat zal de cowboys natuurlijk niet tegenhouden, maar het zal wel veel makkelijker worden om te controleren of hun beweringen kloppen.»
Betz (SKEPP) «De manier waarop ze op dit moment gezondheidswinst suggereren is doortrapt, vaak op het oneerlijke af. Ze maken beloftes die op niets gebaseerd zijn en praten mensen zinloze behoeftes aan. En nu Europa daar iets tegen wil doen, weren ze zich als een duivel in een wijwatervat, uit vrees dat de kip met de gouden eieren wordt geslacht.»
VUIL BLOED
HUMO Sommige voedingssupplementen lijken zo weggelopen uit de kruidengeneeskunde: knoflook wordt aangeprezen voor een grote schoonmaak van de ingewanden, valeriaan als hulpmiddel tegen stress...
Heyman (NAREDI) «Daar staan we voor een probleem. Knoflook bijvoorbeeld wordt van oudsher gebruikt omdat het goed is voor het bloed – dat heb je vast nog gehoord van je moeder en je grootmoeder. Maar de European Food Safety Authority vindt dat geen goed argument. Als je in de toekomst nog wilt zeggen: ‘Look is goed voor het bloed,’ moet je dat wetenschappelijk kunnen onderbouwen. Begin er maar aan!»
HUMO Dat is toch een goeie zaak voor de consument?
Betz (SKEPP) «Absoluut. Je hoeft geen wetenschappelijk dossier op te stellen als je bloemkool wilt verkopen, maar als je bloemkoolpillen aan de man brengt, willen we graag weten wat erin zit en wat ze doen. Van veel middeltjes wordt bijvoorbeeld beweerd dat ze het lichaam ‘ontgiften’. Zo zou knoflook het bloed zuiveren. Maar dat is pure nonsens. ‘Het bloed zuiveren’ is een uitdrukking die kwakzalvers honderd jaar geleden gebruikten. Vuil bloed bestaat gewoonweg niet. Als je bloed vuil is, ben je dood! »In een hoge dosis zorgt knoflook er wél voor dat het bloed wat minder stolt. Maar als je daar baat bij vindt – zoals hartpatiënten – kun je beter een kinderaspirientje nemen dan een lookpil waarvan je niet weet wat erin zit. Als je te veel knoflook inneemt – niet als voedsel maar in pilvorm – kun je zelfs bloedingen krijgen. Eigenlijk is er van knoflook niets heilzaams bewezen, en zeker niet dat het ons bloed zuivert.»
Heyman (NAREDI) «Voor ons is de nieuwe regeling een drama. Onze sector bestaat vooral uit KMO’s, en die hebben niet de financiële middelen van grote farmaceutische bedrijven. Iedereen wéét dat valeriaan goed is om rustig te worden. Maar als je dat met een wetenschappelijk dossier moet staven, ben je daar drie jaar mee zoet en je bent 100.000 euro kwijt.»
Vergote (Verno Scientific) «De nieuwe regeling is een financiële strop, ook voor serieuze bedrijven. Als je aan voedingssupplementen dezelfde hoge eisen stelt als aan medicamenten, beland je al snel in een situatie waarin er alleen nog maar medicamenten bestaan.»
Heyman (NAREDI) «Het Belgische Geneesmiddelenagentschap – een overheidsinstantie! – heeft er niets beters op gevonden dan een rondzendbrief te verspreiden. Die moet producenten van voedingssupplementen ertoe aanzetten om al hun producten waarvan ze denken dat het geneesmiddelen zijn, zo snel mogelijk als geneesmiddel te laten registeren. Ik vind dat raar. Sommige mensen spreken zelfs van een verborgen agenda.»
HUMO Wil de farmaceutische industrie met de hulp van de overheid een deel van uw inkomsten inpikken?
Heyman (NAREDI) «Dat hebt u mij niet horen zeggen, maar ik vrees het wel – anders begrijp ik het niet goed.»
Ann Eeckhout (Geneesmiddelenagentschap) «Onze rondzendbrief ging over traditionele kruidengeneesmiddelen en vergelijkbare producten. Een Europese richtlijn zegt dat die tegen 30 april 2011 een specifieke registratieprocedure moeten doorlopen om op de markt te kunnen blijven. Dus hebben wij alle producenten gevraagd welke van hun producten daar volgens hen voor in aanmerking komen. Die kunnen dan niet langer als voedingssupplementen worden beschouwd: het zijn geneesmiddelen. Om die op de markt te brengen, moet je in orde zijn met de geneesmiddelenwetgeving, en die is op zowat elk vlak strenger dan die voor voedingssupplementen: erkenning, fabricage, stockering, groothandel...»
Heyman (NAREDI) «Dat is een ramp voor onze sector! Als al die producten geneesmiddelen worden, zijn wij ze kwijt: dan mogen ze alleen nog maar in de apotheek worden verkocht. De producent heeft dan een procedure aan zijn been die vier jaar duurt, en de consument kan niet langer in de biowinkel of in de supermarkt terecht. Om nog maar te zwijgen van de prijs die hij zal betalen: de dure registratieprocedure zal natuurlijk op de klant worden verhaald.»
TOTALE NONSENS
HUMO Een registratie als geneesmiddel kost meer dan een notificatie als voedingssupplement. Is dat een verschil van dag en nacht?
Vergote (Verno Scientific) «Twéé dagen en twéé nachten!»
Heyman (NAREDI) «Een registratie kost minstens 50.000 euro.»
Betz (SKEPP) «Als je een totaal nieuw medicament wilt maken met alles erop en eraan – dierproeven, proeven op mensen... – kom je naar het schijnt al snel aan een half miljard euro.»
Vergote (Verno Scientific) «Een notificatie daarentegen is een puur administratieve aangelegenheid. Je dient de naam van je product in, je geeft een overzicht van de ingrediënten en de dosering, je voegt de verpakking erbij en klaar is Kees. Wil je een registratie, dan moet je aantonen dat je product veilig is en dat het echt wérkt!»
HUMO Dat lijkt mij een zegen voor de consument. Zou het ook niet eenvoudiger zijn als al wat echt werkt alleen maar in de apotheek werd verkocht? Heyman «De mensen denken: in de apotheek gaat het serieuzer toe. Maar of je een voedingssupplement nu koopt in de supermarkt of bij de apotheker, het gaat om identiek hetzelfde product.»
HUMO Maar is het niet gek dat apothekers middeltjes verkopen met een twijfelachtig nut?
Betz (SKEPP) «Absoluut. Ze verkopen bijvoorbeeld glucosamine – dat is eigenlijk gemalen kraakbeen. Ze maken de mensen wijs dat het, als je het doorslikt, eerst verteerd wordt in je maag en vervolgens via je bloed naar je gewrichten gaat om daar nieuw kraakbeen te maken. Nonsens, totale nonsens! Maar de apothekers verkopen het. En dat doen ze op basis van slecht opgezet onderzoek.
»Veel apothekers zijn hun eigen ruiten aan het ingooien: het zijn commerçanten die van alles en nog wat verkopen, zelfs homeopathische middelen, waarvan geweten is dat ze niet kunnen werken.
»Ik maak een moreel onderscheid tussen apothekers. Je hebt er die zeggen: ‘Iedereen weet dat homeopathische middelen niet werken, maar de mensen vragen ernaar, dus verkoop ik ze.’ Maar je hebt er ook die actief reclame maken voor nepproducten. Neem nu antirimpelcrèmes. Hoeveel apothekers verkopen die niet? Bijna allemaal, denk ik. En toch helpen ze niet, er zijn er hooguit enkele bij die bij het opdrogen de huid een beetje strak trekken. Als een product bij de apotheker verkocht wordt, heb je de garantie dat het niet giftig is en dat er de juiste hoeveelheid in zit. Maar de garantie dat het werkt? Nee, jammer genoeg niet.»