Drie jaar geleden overleed Jordy Brouillard: 'Je kunt toch niet achttien jaar lang gezinsvervangend handelen, en daarna gewoon loslaten?'
Vandaag is het 3 jaar geleden dat Jordy Brouillard eenzaam overleed. Hij had de instelling waar hij verbleef vaarwel gezegd omdat hij meerderjarig was stierf van honger en dorst in een tentje op recreatiedomein de Blaarmeersen in Gent. Humo sprak enkele weken later met Saskia Van Nieuwenhove, die zelf een instellingenkind geweest is en die zich ontfermt over kwetsbare jongeren. Anderhalf jaar geleden startte ze haar haar eigen opvanginitiatief voor kwetsbare jongeren op: vzw Ne(s)t.
(Verschenen in Humo 3968 op 19 september 2016)
'Ik ben ook Jordy geweest: als de samenleving mij niet wil, wil ik de samenleving niet'
Op 15 maart 2015 kreeg journaliste Saskia Van Nieuwenhove (44) een mail van één van de vele opvoeders die haar al jaren om raad vragen. Haar kennis van zaken met betrekking tot instellingskinderen en jeugdrechtbanken heeft ze opgebouwd vanuit haar eigen ervaring als instellingskind. In de mail stond: ‘Er wordt hier een verkeerde beslissing genomen. Jordy kan echt niet alleen wonen. Ik denk dat we hem gaan verliezen.’ Iets meer dan een jaar later, weet iedereen, zíjn we hem kwijt. Op zijn 19de stierf hij, na vijftien jaar in een instelling te hebben geleefd, eenzaam en uitgeput in een tentje in de Gentse Blaarmeersen.
Van Nieuwenhove heeft de mail indertijd naar allerlei belanghebbenden doorgestuurd, maar liet het daarna los. Zeker zes keer zal ze zeggen hoe schuldig ze zich daarover voelt. Maar er lopen bij haar meer dan honderd noodkreten per week binnen, en ze doet voor iedereen wat ze kan – vrijwillig en met een zelden geziene overgave. Na twee uur op haar pover ingerichte etage kun je niet anders dan haar mateloos bewonderen, en ervan genieten dat je nog eens tegenover iemand zit die echt ergens in gelooft, en onbaatzuchtig en zonder een zweem van cynisme vecht voor haar ideeën. En kennelijk snakken mensen naar iemand zoals zij – zie haar 16.000 Facebookvolgers en de tienduizenden lezers van haar blog.
‘Nogal wat politici worden zenuwachtig van mijn stijl,’ zegt ze. Haar opinies zijn inderdaad nogal uitgesproken, in die mate dat Siegfried Bracke al eens publiekelijk op haar kap zat en Theo Francken haar heeft geblokkeerd op Twitter. Maar in deze wereld van jargon en blablabla is de openhartigheid van Van Nieuwenhove net een verademing.
Saskia Van Nieuwenhove «Nooit zal ik nog over zo’n zin heen lezen: ‘Hij kan het niet alleen. We raken hem kwijt.’ Nu, Jordy Brouillard was in principe niet alleen. Zijn moeder wilde hem terug, dus hebben ze hem daarheen laten gaan – alsof die nadat ze vijftien jaar niet in staat geacht was geweest hem op te voeden, dat nu ineens wel zou kunnen. Er wordt gezegd dat hij geen begeleiding meer wilde, maar hij heeft een sms-bericht naar zijn voormalige begeleider gestuurd: ‘Mijn mama behandelt mij als een slaaf. Ik ben bang.’ Blijkbaar heeft niemand van de instelling waar hij vijftien jaar lang gewoond had, de reflex gehad om te zeggen: ‘Oei, we moeten dringend eens met hem gaan praten. Zeg dat hij mag komen.’ Ze hadden in zijn begeleidingstehuis metéén moeten zeggen: ‘Dossier terug open, luisteren en hem opvangen.’ Het kan niet dat je iemand vijftien jaar onder toezicht houdt en vervolgens na zo’n noodkreet de deur dicht houdt. Ik kan tot op de dag van vandaag nog terecht bij mijn begeleiders en zou soms niet weten wat ik zonder hen zou moeten.»
HUMO Dat hij geen hulp wilde, is dus niet waar.
Van Nieuwenhove «Natuurlijk zal hij op zijn 18de gezegd hebben: ‘Ik wil hier weg!’ Hoe vaak ik vroeger niet ‘Kust m’n kloten’ heb geroepen en uit het tehuis ben weggelopen. Het was m’n thuis, maar het was ook de plek waar ik, bijvoorbeeld, elk jaar van de begeleiding moest horen dat ik alwéér niet terug naar mijn moeder mocht, dat ze alwéér niet op bezoek zou komen. Het was dus ook een plek die je verdriet berokkende. Maar als ik me in die tijd misdroeg, kreeg ik een gepaste straf binnen de instelling. Nu kiezen ze, in gevallen als dat van Jordy, vaak voor een time-out in, bijvoorbeeld, Mol. Ik begrijp dat ze moeten ingrijpen als je de boel kort en klein slaat, maar dat je het terrein niet meer op mag na een incident: dat doet nadenken. Hoezeer iemand ook is ontspoord: je moet te allen tijde blijven zeggen: ‘Onze deur staat open.’
»Ik heb de laatste weken vaak gedacht: stel je voor dat ik Oswald en Corine, mijn opvoeders van toen, nu uit mijn leven zou moeten wegdenken. Dan word ik meteen een patattenzak. Ik besef nu meer dan ooit hoeveel geluk ik heb gehad. Ik heb vrienden, een sociaal vangnet, mensen die na de zelfmoord van mijn zus drie jaar geleden meteen op de stoep stonden en me in huis wilden nemen. Maar hoe warm ik ook omringd was, de mensen die ik op dat moment het hardst nodig had, waren Corine en Oswald. Ik moest hen meteen bellen en zeggen: Mieke heeft het niet gehaald, ze is voor de trein gesprongen. Alleen instellingskinderen begrijpen dat je zoiets op dat moment alleen maar kunt bespreken met iemand die je als kind heeft gekend.»
HUMO Je beschrijft op je blog ook heel mooi hoe cruciaal de rol van je jeugdrechter, Jan Peeters, is geweest.
Van Nieuwenhove «Absoluut. Het zijn de gesprekken met hem die mij voor een stuk gevormd hebben. Sommige zinnen herinner ik me nog letterlijk: dat ik met mijn gezonde hoofd moest stoppen het zieke hoofd van mijn moeder te proberen begrijpen. Dat hij wel móést ingrijpen tussen mij en mijn vader omdat ‘we de zaken niet met agressie oplossen, zoals hij’. Wat ik nooit zal vergeten is dat hij me drie dagen naar Werchter heeft laten gaan. Ik was – en ben – een muziekfreak. Met mijn koptelefoon op kon ik wegkruipen in de muziek van obscure groepjes, want die begrepen mij tenminste (lacht). Dat snapte hij, en daarom liet hij me enkele dagen los op de wei van Werchter. Zonder controle, hè, want het was in het pre-gsm-tijdperk. Ik heb die toelatingsbrief nog altijd. Hij eindigde met: ‘Veel luistergenot, en amuseer je Saskia, jouw jeugdrechter.’ Dat soort nabijheid mis ik nu heel erg in de jeugdzorg. Betrokkenheid wordt begeleiders in spe ook afgeraden: ‘Hou afstand, geef geen telefoonnummers!’ Nee, ze moeten verslagen maken.»
HUMO Waarom wordt die afstand nu zo fel gepredikt?
Van Nieuwenhove «Ik denk dat ze het goed bedoelen. Ze zeggen: betrokkenheid kan uitputten en burn-outs veroorzaken. Daarom moeten ze zich ook concentreren op de huidige bewoners en degenen die vertrokken zijn, loslaten. Wat ze niet begrijpen is dat opvoeders die jarenlang een kind omarmd hebben en door en door kennen, net een burn-out krijgen omdat ze nu in het geheim moeten afspreken. Ze moeten constant over hun schouder kijken, omdat ze anders berispt worden. Tegenwoordig heet een instelling ook een ‘begeleidingstehuis’. In mijn tijd waren het ‘gezinsvervangende tehuizen’. Dat woord zegt alles. Ik heb de laatste weken zo vaak gedacht: stel dat ze mij op mijn 18de volledig hadden laten stikken.
»(Ze schenkt een cola in) Ik drink niet. Nooit gedaan. Dat heb ik beloofd in mijn afrondingsgesprek met Jan Peeters.»
undefined
'Toen de jeugdrechter tegen me zei dat hij in mij gelóófde, kwam dat zo hard binnen. Mijn ouders hadden mij altijd een rotjong gevonden'
HUMO Waarom?
Van Nieuwenhove «Ik hoor ’m nog altijd zeggen: ‘Meiske, er zal nu niemand meer zijn die zegt dat je je huiswerk moet maken, die zegt hoe laat je thuis moet zijn. Zie dat ik niet in de krant lees dat je alcoholverslaafd bent of aan de drugs zit.’ Maar hij zei ook: ‘Ik geloof in jou. Jij gaat dat kunnen.’ Dat er iemand tegen me zei dat hij in mij gelóófde: dat kwam zo hard binnen. Mijn ouders hadden mij altijd een rotjong gevonden, ze konden me alleen maar het gevoel geven dat ik beter niet geboren was. En nu zei deze man, die mijn situatie zo goed kende: ‘Jij kunt het, ik geloof in jou. Komaan, bewijs het!’ Ik zie me nog altijd zitten op een terras in Leuven, net begonnen aan mijn eerste jaar universiteit: het plateau met pintjes gaat rond, iedereen pakt er eentje en ik zeg: ‘Nee, bedankt.’ Denkende: ‘Ik kan het. Want Jan heeft het gezegd.’»
Hier laat ik je los
HUMO Pleit je voor een verlengde begeleiding? Eventueel verplicht? Had dat Jordy kunnen redden?
Van Nieuwenhove «Nee. Als ze 18 zijn, moet je tegen Jordy’s zeggen: ‘Nu moet je op eigen benen staan.’ Als het niet lukt, moeten we eens zuchten en een preek afsteken, maar ook: de deur opnieuw openzetten. Net zoals ouders dat zouden doen. Je kunt toch niet achttien jaar lang gezinsvervangend handelen, en daarna gewoon loslaten? Tussen 18 en 25 jaar is iedereen bezig z’n leven op de rails te zetten: dat is een cruciale levensfase, waarin je meer dan ooit iemand nodig hebt die je kent en die je vertrouwt. Een luisterend oor: ‘Denk jij dat de studie pedagogie iets voor mij is?’ ‘Denk je dat ik een winkeltje zou kunnen bestieren?’ Trajectbegeleiding is wat we nodig hebben. Het is voorgesteld in het Vlaams parlement, maar heeft het decreet niet gehaald.»
HUMO Jij bent naar de universiteit gegaan. Nu zou dat, schreef je op je blog, heel moeilijk zijn.
Van Nieuwenhove «In mijn tijd zat onderwijs niet in het persoonlijke budgetbeheer, nu wel. Maar wie haalt het nu in z’n hoofd om jongeren zelf voor hun school te laten betalen? Elke 16- of 17-jarige, zelfs die met de beste ouders, zal het wel weten als hij moet kiezen tussen Pokemon GO en sparen voor een studie. Als die studie betekent dat hij geen gsm kan kopen, kun je het vergeten.»
HUMO Jij hebt je studie niet afgemaakt.
Van Nieuwenhove «Nee, ik ben geschorst – met dat ongelofelijke verhaal heb ik indertijd nog in Emiel Goelens ‘Op de koop toe’ gezeten. Ik had opeens van het OCMW een brief gekregen waarin stond: ‘Jij hebt gekozen voor een langere studie en bent daardoor niet beschikbaar voor de arbeidsmarkt, dus schrappen we je leefloon.’ Voilà. Voor een lange studie willen ze niet betalen. Zo dwingen ze je dus kapster of loodgieter te worden – heel valabele opleidingen, maar als je universiteit wil volgen, heb je dus pech.
»Ik was zo gemotiveerd begonnen, maar toen had ik het helemaal gehad en ben ik opnieuw in de muziek gekropen. Ik ben samen met een vriendin met onder andere L7 en Beck mee op tournee gegaan in de VS als roadie, in mijn Biohazard-broek. (Steekt haar vuist in de lucht) Keep your friends close, keep your enemies closer! (de kreet waarmee Biohazard ‘Retribution’ opent, red.).
»Ik heb me op het maniakale af in de muziek afgereageerd. Eigenlijk was ik op dat moment Jordy: kont tegen de krib – als de samenleving mij niet wil, dan wil ik de samenleving niet. De specialisten ter zake zullen het zeker een obsessieve vlucht noemen... En zo voelde Jordy zich natuurlijk ook. Alleen vluchtte hij in het snuiven van aanstekergas.»
Ik heb de laatste weken zo vaak gedacht: stel dat ze mij op mijn 18de volledig hadden laten stikken.' Foto: Jordy Brouillard.
HUMO Je bent heel sterk, hè.
Van Nieuwenhove «Dat zegt iedereen. Maar hoe ziet mijn leven eruit? Ik ben 44 en leef nog steeds als een halve student. Ik heb geen huis, geen auto, en kan maar net mijn rekeningen betalen. Ergens voel ik me nog steeds een Jordy’ke.
»Iedereen heeft het wel over mijn kracht, maar mijn zus heb ik er niet mee kunnen redden. Zij had een diploma, een baan, een gezin. Zij stónd er. Haar hebben ze niet bij mijn moeder weggehouden en kennelijk heeft ze daar zo van afgezien… Dat zij het opgaf, was enorm confronterend. Het is een feit: we zijn verneukt.
»Het enige waar ik goed in ben, is de ellende van anderen oppikken. Is dat iets om trots op te zijn? Neen, maar daarna denk ik: ik ga daar toch maar mee aan de slag.»
HUMO Je vertelde in ‘Terzake’ dat Jordy zijn budget niet goed kon beheren en zijn geld vaak weggaf. Hij was eigenlijk heel aardig en daar werd misbruik van gemaakt.
Van Nieuwenhove «Veel geven: dat doen instellingskinderen geregeld. Want je kent dat niet, duurzame vriendschap, duurzame banden. Wat je wel vaak ervaart, is: ik krijg aandacht als ik iets geef. Ik heb dat misschien wel even obsessioneel als Jordy, maar zet het op een positieve manier in.»
HUMO Jij doet veel goeds met je obsessie. Je volgers zijn ook blij met jouw stem: voor hen betéken je iets.
Van Nieuwenhove «Ja, maar ook wat dat betreft blijf ik een instellingskind. Ik ben blij met de reacties waarin ik oprechte erkenning zie – als ik de afzender ken en dus weet dat hij of zij het méént. Maar van de berichten waar geen naam onder staat, vraag ik me meteen af: wat heb je van mij nodig in ruil voor dat compliment? Dat wantrouwen is dwangmatig, omdat ik jarenlang met angst in de kamer zat te wachten tot m’n vader thuiskwam. Omdat ik vreselijk bang was voor de man die me juist een veilig gevoel moest geven.»
undefined
'Mijn wantrouwen is dwangmatig, omdat ik vreselijk bang was voor de man die me juist een veilig gevoel moest geven: mijn vader'
HUMO Waarom is je broer, Humo-journalist Gert Van Nieuwenhove, nooit in een instellling terechtgekomen?
Van Nieuwenhove «Hij is zes jaar ouder dan ik: toen de situatie bij mijn vader niet langer houdbaar bleek, was hij oud genoeg om met vrienden op kamers te mogen wonen. De ouders van zijn beste maat, Bart Somers, hebben hem ook een beetje onder hun vleugels genomen. Gert en Bart hebben lang samen in een huis gewoond, waar ik ook heb mogen bivakkeren. Ideologisch lig ik vaak in de clinch met Bart Somers – dat mag duidelijk zijn – maar dat ik daar tussen die lunatics van studenten ben terechtgekomen, is onbetaalbaar. Bart is als student nogal een beest geweest, maar tegelijk zetten hij en de andere kotgenoten elke dag de wekker om ervoor te zorgen dat ik naar school ging.»
Buikouders
HUMO Het pijnlijkst vond ik Jordy’s schreeuw om liefde op Facebook: ‘Zou je om me huilen als ik niet meer bestond. Zou je me ooit missen? Zou je aan me denken als ik weg was? Deze dingen vraag ik me echt af.’
Van Nieuwenhove «Ook dat ik helaas vaak typisch voor (ex-)instellingskinderen. Gelukkig begint dat bij mij – maar ja, hoe oud ben ik nu – te kenteren. Ik heb jarenlang naar aandacht en erkenning gesmacht, naar het gevoel gehoord en gezien te worden. Psychologisch besef je wel dat je daarnaar aan het hengelen bent. Je zegt tegen jezelf: ‘Wat doet de erkenning ertoe van lui die eigenlijk geen knijt in mij als mens geïnteresseerd zijn?’ Maar toch hengel je krampachtig verder: dat is de enige manier waarop je de leegte kunt vullen van achttien jaar geen ouders te hebben die zeggen: ‘Dat heb je goed gedaan, joh.’ Ook al wéét je: het lag niet aan jou. Ze konden het niet, interesse opbrengen voor hun kinderen. Punt.»
Hoezeer een kind ook is ontspoord: je moet te allen tijde blijven zeggen: 'Onze deur staat open.'
HUMO Had Jordy’s moeder zijn trieste einde kunnen voorkomen?
Van Nieuwenhove «Als er iets is wat ik nooit doe, is het: de schuld bij ouders leggen. Sommige ouders missen een bepaalde gevoeligheid en hebben daardoor een lage opvoedkundige draagkracht. Ik heb lang nagedacht over hoe ik hun rol het best zou omschrijven en ik kwam uit bij: buikouders. Meer betekenen ze eigenlijk niet voor hun kinderen. Het probleem is alleen dat ze, naar mijn idee, juridisch veel inspraak blijven houden in wat er met hun kinderen gebeurt. Zo kunnen ouders die al tijdens de zwangerschap voor zware feiten in de gevangenis zitten, zeggen: ‘Een pleeggezin voor mijn kind, dat vind ik te confronterend. Ik wil als vader niet vervangen worden.’ Op die eis wordt dan te vaak ingegaan, met het gevolg dat die kindjes dan als baby en peuter maandenlang in een instelling zitten.»
HUMO Is dat de reden waarom jij na zes jaar rust in een pleeggezin opeens bij je vader moest gaan wonen?
Van Nieuwenhove «Dat weet ik niet. Ik ben van de generatie die geen toestemming heeft om haar eigen dossier in te kijken. Ik weet niet wat er met mijn moeder aan de hand is. Ik heb haar sinds ik een baby van negen maanden was, nooit meer één dag in mijn leven gehad. Dat mocht niet, want zij was een gevaar. Waarom ik niet in mijn pleeggezin mocht blijven, maar naar mijn vader moest, weet ik ook niet. Ik hoop nog altijd dat de procureur van Mechelen ooit zal zeggen: ‘Ik ga haar inzage in haar dossier geven, want ze heeft recht op haar identiteit. Veel instellingskinderen van mijn generatie snakken naar fundamentele informatie over wat er allemaal is gebeurd, om een beter beeld van zichzelf te krijgen en te kunnen berusten in hun situatie.»
HUMO Jouw pleegouders wilden je eigenlijk adopteren, maar je vader was daar tegen. Jij bent, las ik, in gevallen zoals het jouwe ook geen voorstander van adoptie.
Van Nieuwenhove «Als ik dat aankaart tijdens mijn lezingen, gaat er altijd een golf van verontwaardiging door de zaal. Als ik zeg: ‘Ook al heb ik nu een flinke rugzak, toch zou ik niet bij een prachtig adoptiegezin gewoond willen hebben. Ook al is er weinig positiefs te zeggen over waar ik vandaan kom, toch wil ik mijn roots niet wegvegen: ze blijven de basis van mijn identiteit.’ Zo denk ik dat ik mijn gedrevenheid van mijn vader heb. Hij heeft zich heel erg ingezet voor de splitsing van de Vlaamse en de Waalse sociale zekerheid. Dus mijn politieke interesse is waarschijnlijk ook iets wat er van in die periode bij hem is blijven hangen.
»Mijn moeder ken ik niet, maar ik weet dat ze knettergek is. Ik denk dat ik die gekte heb kunnen keren. Ik spring misschien constant in de auto om kwetsbare mensen te helpen, maar ik ben geen borderliner en heb nog nooit medicatie moeten nemen.
»Mijn zus is zoals gezegd bij mijn moeder opgegroeid. Vanaf mijn 15de zag ik haar af en toe – in het geniep, want mijn moeder mocht het niet te weten komen… Eigenlijk is het ongelofelijk dat het oordeel over mijn moeder ineens was veranderd bij de geboorte van mijn zus: gevaar geweken. Dat is het failliet van de jeugdzorg: fouten in de veel te uitgebreide administratie en het kokerdenken: diensten die volkomen náást elkaar werken.
»Iedereen is nog met Jordy bezig, maar ik heb me alweer vastgebeten in een volgende zaak waarvan ik denk: hoe is het mogelijk! De familierechtbank van Antwerpen die beslist dat een vader zijn kinderen moet kunnen blijven zien. Terwijl de jeugdrechtbank van Mechelen heeft geoordeeld dat die man zijn zoontje – die hij kreeg bij een andere vrouw – niet eens onder begeleiding mag ontmoeten, omdat hij gevaarlijk is. Dan kruip ik in mijn computer om dat openbaar te maken bij de bevoegde diensten. Direct heeft een substituut met het hart op de juiste plaats gereageerd: ‘Saskia, kun je dit confidentieel houden? Ik zet dit meteen op de agenda.’ Kijk, dat heb ik dus na al die jaren bereikt.
»Die dubbele oordelen over kinderen maken me nog steeds woest. Dit klopt niet, denk ik dan, net zoals het niet klopte dat ik angstvallig bij mijn moeder werd weggehouden en dat mijn zus moest blijven. Weet je wat het laatste is wat mijn zus tegen me heeft gezegd over onze jeugd? ‘Wees blij, écht blij dat jij zo’n goed leven in een instelling hebt gehad.’»