Drie Nederlanders vs. drie Belgen: wie wint de ECI Literatuurprijs?
De Rode Duivels torenen al een hele tijd boven Oranje uit, maar in de wereld van literaire prijzen staat het momenteel gelijk: de Fintro Literatuurprijs ging naar onze Jeroen Olyslaegers, de Libris mocht Alfred Birney op zak steken. Voor de ECI Literatuurprijs, die op 9 november wordt uitgereikt, heeft de jury evenveel Belgen als Nederlanders genomineerd. Humo wikt en weegt de winstkansen van de zes.
'De letterenslag der Lage Landen'
Huub Beurskens ‘Eindeloos eiland’
Poëzie voor fijnproevers
De schrijver: De 67-jarige Huub Beurskens heeft al meer dan tien romans op zijn naam staan, maar werd vaker bekroond voor zijn poëzie dan voor zijn proza. Hij vertaalde ook dichtbundels, schrijft essays en schildert.
Het boek: ‘Eindeloos eiland’ is een paternoster van verhalen, waarin telkens een personage opduikt dat de hoofdfiguur van een ander verhaal blijkt te zijn. De centrale verteller krijgt die aangereikt van zijn buren uit hetzelfde flatgebouw. Of, zoals Beurskens schrijft: ‘Losse verhalen (…) die je een gevoel geven van een samenhang, als vormden ze een organisch verbonden geheel, als een rij leilinden.’ Een bedrogen echtgenoot op een hotelkamer, de verteller die als kind Camus ontmoette op een Grieks eiland, een jongen die blind wil worden in Marrakech, een hond die onsterfelijk lijkt. Het ontbreekt niet aan poëtische beelden en indrukken, aan magisch-realistische en/of surrealistische metaforen.
De troef: Liefhebbers omschrijven het als een bijzonder knap gecomponeerde roman. De verhalen gaan alle richtingen uit, maar ze blijken subtiel met elkaar verbonden. Soms verrassend meanderend, soms dwingend, met telkens dezelfde fascinatie voor het terugkerende thema: vrijheid die op dwang botst.
De handicap: Je moet al wat literaire bagage hebben om alle verwijzingen naar waarde te kunnen schatten, en soms is de roman ook overgeconstrueerd. Geniet van de poëzie en de taal, anders wordt het een lange rit.
De winstkans: 6%
Koen Peeters ‘De mensengenezer’
De gedoodverfde favoriet
De schrijver: Koen Peeters (58) is een oeuvrebouwer die met elk nieuw boek een extra laag toevoegt aan zijn veelgelaagde bibliografie. Met zijn ‘Grote Europese roman’ stond hij in 2007 op de shortlist van de Libris Literatuurprijs.
Het boek: In een verhaal dat de levensgeschiedenis van Renaat Devisch, Peeters’ professor antropologie aan de KU Leuven, echoot, voert de schrijver de West-Vlaamse boerenzoon Remi op, die intreedt bij de jezuïeten en in Congo terechtkomt. Daar raakt hij gefascineerd door de lokale gebruiken. Daarnaast schrijft Koen Peeters een versie van zichzelf in het verhaal: een schrijver die bij Remi te rade gaat om zijn scriptie over een angstpsychose voor krokodillen af te werken, en die uiteindelijk de reis van zijn professor overdoet.
De troef: Wie anders dan Koen Peeters had zo trefzeker een roman kunnen componeren over de verschillende manieren waarop beschavingen omgaan met de dood en er zin aan geven? Hij mengt de oorlogsgeschiedenis van de Westhoek met het Congolese sjamanisme en houdt zijn roman meer dan driehonderd pagina’s lang aan de juiste kant van de grens tussen ontroering en sentimentaliteit.
De handicap: De West-Vlaamse boerenstiel, de Sociëteit van Jezus en een onafgewerkte scriptie over antropologie zijn geen sexy thema’s, maar als grootse literatuur sexy moest zijn, dan deed ze wel mee aan ‘Temptation Island’. Als er gerechtigheid bestaat, dan wint Koen Peeters.
De winstkans: 29%
Daniël Rovers ‘De waren’
Herkenbare generatieschets
De schrijver: ‘De waren’ is de derde roman van de 42-jarige schrijver uit Nijmegen, die ook een tijdje in Brussel heeft gewoond. Zijn debuutroman ‘Elf’ beschreef het onderling verbonden leven van elf Brusselaars.
Het boek: Veertigers Ade, Bob en hun vriendin Ricky ontmoeten elkaar opnieuw in Nijmegen, waar ze hebben gestudeerd. Dik twintig jaar later blijkt de vriendschap het te moeten afleggen tegen de zoveelste verliefdheid, romance of illusie van eeuwige liefde. Het leven is een rommeltje geworden en heeft helemaal niet gebracht wat ze destijds hadden gehoopt en geambieerd. Zittend aan de Waal, dromend van hun vervlogen jeugdjaren, vragen ze zich af of ze wel de juiste keuzes hebben gemaakt.
De troef: Zoet ironisch, met humor. Rovers weet een perfecte toon te vinden voor een vriendenportret dat er geen is, omdat de zoektocht naar de liefde allesverslindend bleek te zijn. Het heeft niet voor trauma’s gezorgd, zelfs niet voor diepe wonden. De personages hebben het winnende lot niet getrokken, maar het leven is uiteindelijk best aardig gebleken. Een herkenbare generatieschets voor wie in de jaren 90 opgroeide.
De handicap: Voor wie niet in de jaren 90 opgroeide, is het een antropologische schets van een generatie die niet ver van de eigen middenklassenavel is grootgebracht. Hoe mooi en empathisch geschreven ook, ons bekroop geregeld de lust om ‘Get a life!’ te roepen. Maar dat horen ze niet in een boek, natuurlijk.
De winstkans: 10%
Marijke Schermer ‘Noodweer’
#MeToo à la McEwan
De schrijver: Marijke Schermer (42) is artistiek directeur van theater Oostblok in Amsterdam-Oost. ‘Schermen’ is haar tweede roman. Daarnaast schrijft en regisseert ze toneelstukken.
Het boek: Emilia is een statisticus met een fascinatie voor het gemiddelde. Ook haar leven lijkt er zo uit te zien: huisje aan de dijk, twee kinderen, getrouwd met een arts. Maar al op de eerste pagina’s zijn er subtiele aanwijzingen dat ze iets ergs heeft meegemaakt dat ze verzwijgt, omdat het haar anders haar relatie zou kosten. Maar het zwijgen doet daar weinig goeds aan, zeker niet in een steeds beklemmender sfeer: noodweer dreigt het buitendijkse huisje te verzwelgen.
De troef: Het boek past perfect in deze #metoo-tijden. Het gaat over vrouwen en daders, en hoe de meesten zich na seksueel geweld een grote uitzondering voelen, terwijl verrassend veel vrouwen daarmee worden geconfronteerd. Is zwijgen de oplossing om het trauma te vergeten en zo onschadelijk te maken, of is het net een bijkomende bedreiging voor het eigen psychische evenwicht en dat van je relatie? Schermer beschrijft het dilemma doorvoeld en intelligent, en eindigt met een onwaarschijnlijk goed gevonden ontknoping.
De handicap: Niet meteen te vinden in deze meeslepende roman, die volgens een recensent herinneringen oproept aan ‘On Chesil Beach’ van Ian McEwan. Dat compliment is wat overdreven, maar niet geheel onterecht. Wat ons betreft de beste van de Nederlandse genomineerden.
De winstkans: 25%
undefined
Peter Terrin ‘Yucca’
Ambitieus vlechtwerk
De schrijver: Peter Terrin was een 23-jarige marmerverkoper toen hij ‘De donkere kamer van Damokles’ van W.F. Hermans las en besloot schrijver te worden. Zesentwintig jaar en zeven romans later mag hij straks misschien zijn tweede ECI op de schouw zetten. De eerste won hij, toen die nog de AKO Literatuurprijs heette, in 2012 met ‘Post mortem’.
Het boek: Viktor, uit Terrins tweede roman ‘Blanco’, komt na elf jaar vrij uit de gevangenis, waar hij een straf heeft uitgezeten voor zijn aandeel in de dood van zijn zoontje. Renée, de dochter uit ‘Post mortem’ die inmiddels een welgestelde kunstenares is, spreekt in het jaar 2035 een autobiografisch bandje in voor haar eigen zoon Willem. Terrin jongleert met twee verhaallijnen die onvermijdelijk samenkomen, en flirt met de misdaadliteratuur wanneer Viktor werk krijgt in een schimmig bedrijf dat maaltijden aan huis levert bij senioren.
De troef: in ‘Yucca’ koppelt Terrin een markant stukje recente Belgische geschiedenis aan een blik op de nabije toekomst, met terugkerende thema’s uit eigen werk. Hij toont zich opnieuw één van de meest ambitieuze auteurs uit de Vlaamse letteren.De handicap: in de dertigjarige geschiedenis van de literaire prijs wonnen alleen Arnon Grunberg, Jeroen Brouwers en A.F.Th. van der Heijden twee keer. De kans dat het Terrin overkomt, is vrij gering. Zeker met een door literatuurcritici matig ontvangen roman.
De winstkans: 13%
Annelies Verbeke ‘Halleluja’
Tomeloos inlevingsvermogen
De schrijver: Annelies Verbeke (41) wist al sinds haar 5de dat ze schrijver wilde worden, maar pas in 2003 debuteerde ze met de internationale bestseller ‘Slaap!’.
Het boek: ‘Halleluja’ is, na ‘Groener gras’ en ‘Veronderstellingen’, haar derde verhalenbundel. Die wordt bevolkt door een verrassend verstandige huilbaby, een slapeloze ex-gedetineerde, een zich op de apocalyps voorbereidende architect en een auteur die in een beer verandert. Wat al die moeizaam door het leven sukkelende mensen met elkaar delen, is het strenge maar vergevingsgezinde literaire licht dat Verbeke op hen laat schijnen.
De troef: ‘Halleluja’ is een verhalenbundel. Dat laat Verbeke, meer nog dan de andere genomineerden, toe om haar stilistische bereik te etaleren. En hoewel ze dat zeker niet nalaat, schuilt de kracht van ‘Halleluja’ vooral in de niet-belerende urgentie van de verhalen, waarin ze verder kijkt dan de eigen navel en belangrijke vragen durft te stellen.
De handicap: ‘Halleluja’ is een verhalenbundel, en de ongeschreven wet bij literaire prijzen is dat verhalenbundels al tevreden mogen zijn met hun plekje op de shortlist. Verbeke haalt het waarschijnlijk net niet, maar aan haar stijl en tomeloze inlevingsvermogen zal het niet gelegen hebben.
De winstkans: 17%
Yves Desmet interviewt de zes genomineerden op de Boekenbeurs op vrijdag 3 november om 16 uur, Hal 4, stand 403.
Bij Humo van volgende week vindt u een unieke code waarmee u het e-book van een titel naar keuze uit de shortlist gratis kunt downloaden. Ga heen en lees!