Vaccin
Duitse media zien in doorbraak coronavaccin een migrantensprookje. Of is dat juist beledigend?
Turks-Duitse jongeren in Berlijn worden niet warm of koud van het feit dat het Duitse oncologenechtpaar, dat een veelbelovend coronavaccin heeft ontwikkeld, Turkse ouders heeft. ‘Ik voel er niks bij.’
Op de vraag of haar iets is opgevallen aan de berichtgeving over het hoopgevende coronavaccin van de Duitse start-up BioNTech, antwoordt Gülcihan (17) met onmiskenbaar sarcasme dat het ‘onmogelijk was om niet mee te krijgen dat die wetenschappers Turkse Duitsers waren.’
Gülcihan heeft gelijk. Van het goede nieuws over het potentiële coronavaccin, maakten media wereldwijd dubbel goed nieuws; een integratiesprookje over het Duitse wetenschappersechtpaar Özlem Türeci en Uğur Şahin, kinderen van Turkse immigranten die de wetenschappelijke top hebben bereikt. (Als er een Duitse variant op het Amerikaanse van postbode-tot-miljonair bestaat, dan is dit het wel.) ‘Van gastarbeiderskind tot wereldredder.’ En Bild, niet de enige krant die de hele ontwikkeling uit overtuiging of gewoonte maar even toeschreef aan de man van het stel, ‘van gastarbeiderszoon tot miljardair.’
Het is pauze op het Hermann Hesse Gymnasium in Berlijn. Leunend tegen de gymzaalmuur vangen Gülcihan en vriendinnen Büsra en Melda bleke stralen novemberzon. Hun mondkapjes, met spelden aan de stof van hun hoofddoeken bevestigd, hebben ze onder hun kin geschoven. Het coronavirus gaat in galop door de Duitse hoofdstad en de school, op de grens tussen de stadsdelen Neukölln en Kreuzberg, ligt in een zwaar getroffen gebied.
De vriendinnen hopen dat het wat wordt met dit vaccin of een ander vaccin, zodat ze volgende zomer enigszins normaal eindexamen kunnen doen. Maar wat vinden ze van het nieuws dat het migrantenkinderen waren die deze wetenschappelijke doorbraak tot stand brachten, net als zijzelf?
Trots of beledigd
‘Je kunt er twee kanten mee op’ analyseert Gülcihan, die zelf als kleuter uit Turkije naar Duitsland verhuisde. ‘Je kunt trots zijn, of je kunt beledigd zijn omdat mensen het bijzonder vinden dat migranten zoiets kunnen.’ Maar wat voelde ze zelf? ‘Niks, eigenlijk.’ En na een vragende blik naar haar vriendinnen: ‘Ik heb er niet echt een mening over.’
‘We zijn het gewend’, sprint Büsra (17) bij. ‘Het gaat altijd over ‘de moslims’ of ‘de immigranten en bijna altijd is de aanleiding negatief, zoals bij die aanslag in Wenen.’ Ook als mensen het goed bedoelen kan het ongemakkelijk zijn, vindt Melda (18). De vriendinnen halen herinneringen op aan een schoolreisje naar de deelstaat Rijnland-Pfalz, ‘ergens in de bossen,’ waar de Berlijnse scholieren bewondering oogstten met hun goede kennis van de Duitse taal, ‘terwijl de meesten van ons gewoon in Duitsland geboren zijn.’ Ruim tweederde van de leerlingen van het Herman-Hesse-Gymnasium hebben buitenlandse voorouders, overigens geen uitzondering op vwo-scholen in de Duitse hoofdstad.
Duitse politici, met en zonder migratieachtergrond, grepen het verhaal van BioNTech aan om een politieke middelvinger te maken naar de rechtse anti-immigratiepartij AfD. ‘Als het aan de AfD lag’, twitterde parlementslid Johannes Vogel van de liberale FDP, ‘had er geen BioNTech met Uğur Şahin en Özlem Türeci aan het roer bestaan.’
Wonder van integratie
Eveneens op Twitter uitte socioloog Michael Lühmann van het Göttinger Institut der Demokratieforschung zijn ongemak hierover. Zijn punt: de mensen die Uğur Şahin en Özlem Türeci ophemelen als een wonder van integratie, bevestigen – alle goede bedoelingen ten spijt – juist het racistische stereotype dat succesvolle immigranten een uitzondering zijn en in het verlengde daarvan het idee dat discriminatie vanzelf verdwijnt als minderheden zich maar ‘goed genoeg aanpassen.’
Ook actrice en Spiegel-columnist Samira el Ouassil schreef ‘dat er geen succesvolle Duitsers met Turkse ouders nodig zouden moeten zijn om triomferend aan nazi’s te kunnen bewijzen dat hun racisme toch niet zo constructief is.’ Haar stoort vooral de gretigheid waarmee allerlei groepen het succes van BioNTech ombuigen in hun eigen succes, of dat nou over geslaagde migratie gaat of over vrouwen op topposities.
‘Maar het dilemma is dat we het verhaal van succesvolle migranten wel moeten blijven vertellen’, zegt Michael Lühmann aan de telefoon. Maar hoe? Een eenduidig antwoord heeft hij niet. ‘Een goed begin is om mensen over wie het gaat zulke verhalen zelf te laten vertellen.’ In dit specifieke geval vraagt hij zich bovendien af of het wetenschappersechtpaar zichzelf wel als ‘migrant’ zou omschrijven.
Daarover is weinig bekend. De spaarzame interviews die Uğur Şahin de afgelopen week heeft gegeven – hij staat de pers te woord, zij nooit – gaan uitsluitend over het vaccin. Wel doet er in de Duitse media een gerucht de ronde dat Sahin als kind een vmbo-advies kreeg en pas op het gymnasium belandde nadat een buurman het schoolhoofd had weten te overtuigen dat Sahin daar thuis hoorde. Sahin heeft het verhaal niet bevestigd, wel zijn er talloze andere bekende Duitsers met een migratieachtergrond die in interviews hebben verteld over leraren die hen chronisch te laag hebben ingeschat.
Grap
Op de stoep voor het Herman Hesse Gymnasium vindt Emirhan (16) het benadrukken van afkomst of nationaliteit juist helemaal niet bezwaarlijk. ‘Het is toch normaal? Als die mensen uit Polen waren gekomen hadden we dat ook geweten’, zegt de lange jongen die over zijn coltrui een matzwarte, deftig ogende bodywarmer draagt. Zelf zegt hij vooral hard te hebben gelachen om de nationalistische ‘memes’ die Turkse Duitsers op sociale media verspreidden na het nieuws over het vaccin. ‘Die zijn bedoeld als grap, hoor!’
Gevraagd naar zijn toekomstplannen zegt Emirhan, die ook komend jaar eindexamen doet, dat hij civiele techniek wil studeren zodat hij daarna een eigen bouwfirma kan beginnen. ‘Dan kan ik profiteren van het grote netwerk van mijn vader, hij is voorman in de bouw.’
Mensen met buitenlandse wortels beginnen in Duitsland vaker voor zichzelf dan gemiddeld, zo blijkt uit een recente studie van de Bertelsmann Stiftung. Sinds 2005 is het aantal migranten met een eigen bedrijf in Duitsland sterk gestegen, terwijl het percentage ondernemers op de gehele bevolking is afgenomen. Dat heeft verschillende oorzaken: de algehele toename van het aantal migranten en de risicomijdende Duitse mentaliteit, maar ook het institutionele racisme waardoor immigranten in sollicitatieprocedures meestal aan het kortste eind trekken, speelt een rol.
Ook hier relativeert Emirhan: ‘Dat is geen racisme, dat is gewoon de realiteit. Misschien zou ik bij gelijke kwalificaties ook eerder een Turk aannemen dan een Duitser, gewoon omdat er meer chemie is en omdat ik hoop dat we na het werk samen thee gaan drinken. Een Duitser denkt hetzelfde, alleen wil hij bier drinken.’
Gülcihan, Büsra en Melda hebben minder vastomlijnde toekomstplannen. Ze willen studeren, maar weten nog niet wat. Dat gaan ze ‘na corona’ bedenken. Zorgen om benadeeld te worden bij sollicitaties wuift Gülcihan weg: ‘Als iemand mij niet wil aannemen om mijn achtergrond of geloof, dan wil ik natuurlijk ook niet voor diegene werken.’
(VK)