null Beeld

Dwarskijker over 'Culture Club' en 'Het lichaam van Coppens'Een krachteloos, mistroostig kukeleku

Het geval wil dat ik een bloedhekel heb aan de holle karakteristiek 'belangrijk'.

Rudy Vandendaele

undefined

null Beeld


Culture Club

Canvas – 18 oktober – 27.838 kijkers

Door hardop te vinden dat de media altegader buitenissig veel aandacht aan het profvoetbal besteden, de neoliberale volkssport bij uitstek, zal ik wellicht de gunst van het ruime publiek niet winnen. Ik maak me sterk dat er overal in het land ongeregeldheden zouden uitbreken mocht de openbare omroep ‘Extra Time’ afvoeren. Als de netmanager van Canvas een punt zou zetten achter ‘Culture Club’, zal alles rustig blijven in de straten. Nu ja, er zal misschien één gecastreerde haan naar kraaien – een krachteloos, snel verijlend, mistroostig kukeleku. ‘Culture Club’ is kwetsbaar, en aangezien ik al met al meer met kunst en cultuur opheb dan met het voetbal, ben ik geneigd dat wekelijkse cultuurprogramma principieel te koesteren. Wat mij geenszins belet om er bij tijd en wijle een kanttekeningetje bij te plaatsen, met een zekere drift zelfs.

Laatst was de gewaardeerde schrijver Herman Koch te gast in ‘Culture Club’: hij mocht één uitzending lang met de andere invités meepraten, waardoor hij in dit programma, of hem dat nu zinde of niet, als ‘tafelvriend’ bekendstond. Sofie Lemaire kondigde hem aan als ‘één van de best verkopende schrijvers’ in ons zwemwater. Even later zou ze Sidi Larbi Cherkaoui ‘één van de strafste choreografen van de hele wereld’ noemen. Bent Van Looy, algemeen deskundoloog in kunstzaken, zou ook een duit in het zakje doen: Gerhard Richter was ‘de belangrijkste schilder die er op aarde rondloopt’. Het geval wil dat ik een bloedhekel heb aan de holle karakteristiek ‘belangrijk’ en voorts aan allerlei schrille superlatieven die net als in de sport op een classificatie wijzen, een vervloekte wereldranglijst. Alleen het sterrenstelsel waarmee beschouwers in kranten en weekbladen bij gebrek aan precisie een mening over cultuurgoederen uitdrukken, ergert me nog meer. Vandaar dat ik een weeskind van deze tijd ben.

Als je het over Gerhard Richter wil hebben, wiens werk heden in het S.M.A.K. te zien is, moet je er alles aan doen om hém te interviewen, ook al is die knar al 85. En als je Jan Wolkers wil herdenken, dan moet je in deze tijd zijn biograaf Onno Blom uitnodigen, als je meer wil vernemen dan alles wat een lezer al lang over Wolkers weet. Aan de tafel van ‘Culture Club’ vroegen de gespreksgenoten, tafelvrienden onder elkaar, zich op een bepaald moment af of Wolkers’ roman ‘Een roos van vlees’ in hoofdzaak over een dode hond ging of over een dood kind, of over beide sterfgevallen. Ik hoop dat ze er intussen al uit zijn.

Het publiek proberen aan te steken met enthousiasme voor kunst en cultuur is uiteraard verdienstelijk, maar daarom hoef je nog niet aldoor als een lichtjes overspannen fan te klinken. Ietsje hoger mikken is geen zonde.

undefined

null Beeld

undefined

'Ik herinner me ineens dat ik op de middelbare school, waar ik door een kosmische dwaling in een wetenschappelijke richting zat, zulke dingen moest uitrekenen'


Het lichaam van Coppens

VTM – 19 oktober – 546.688 kijkers

‘Alle stunts worden uitgevoerd door niet-professionelen onder professioneel toezicht.’ Eén keer per tv-seizoen vraag ik me af of de gebroeders Coppens, de niet-professionele stuntlui in kwestie, nog voldoende samenhang zouden vertonen. Ik bedoel niet onderling, maar apart, en puur lichamelijk. Ik stel me dan voor dat de broers, die zich onder auspiciën van de commerciële televisie tot onvoorwaardelijke proefdieren van de wetenschap opwerpen, intussen op krukken huns weegs hompelen, en aan eerstejaars geneeskunde vertoond worden wegens hun ontelbare spierscheuringen met blijvend letsel. Ze schreeuwen het in mijn verbeelding al uit van de pijn als de bevoegde professor zijn aanwijsstok op hen richt. Na afloop van het college verlaten ze op handen en voeten, met achterlating van hun krukken en aldoor ‘Au!’ roepend, de ruimte die niet toevallig ‘aula’ heet. Ik verwacht dat het hun, wegens hun doorlopende offer aan de wetenschap, aan minstens twee snijtanden per broer ontbreekt, alsook aan één à twee vingerkootjes aan elke hand, waardoor ze niet langer kunnen schitteren in hun plaatselijke mandolineorkest.

Toen ik op een donderdagavond in oktober, ouder gewoonte reikhalzend naar rechttoe rechtaan vertier, voor ‘Het lichaam van Coppens’ had postgevat, zag ik tot mijn verbazing dat zowel Staf als Mathias als bij mirakel ongedeerd waren gebleven. Om de wetenschap te dienen gingen ze onverminderd als gekken tekeer. Staf was erachter gekomen dat je wellicht al een verre neef van Jezus moet zijn om voortgetrokken door een roeiboot overeind te kunnen blijven op waterski’s. Daarom liet hij zich deze keer over de waterspiegel sleuren door een dol pirouetterende graafmachine die op een eilandje te midden van een meer stond. Het waterskiën lukte wonderwel. Ik merkte dat ik dat baldadige schouwspel geamuseerd gadesloeg en me daar in het geheel niet voor schaamde.

De gebroeders Coppens keken toe hoe een staaldraad waaraan gewichten hingen, langzamerhand een joekel van een ijsblok doormidden sneed, maar terwijl het ijs verder smolt, groeiden de twee helften doodleuk weer aan elkaar vast, alsof ze nooit gescheiden waren. Lieven Scheire, die namens de exacte wetenschap het woord voert in het programma, zei dat hij uit naam van diezelfde wetenschap voor een raadsel stond. Hij voegde eraan toe dat die fameuze wetenschap nog steeds niet kan verklaren waarom ijs glad is. Eén van de broers Coppens – u mag er zelf één kiezen – zei: ‘Omdat ijs glad is, natuurlijk!’ Op zo’n moment zie je Lieven Scheire, een aimabele nerd, in een flits denken: ‘Waarom heb ik mijn studie natuurkunde net niet afgemaakt? Waarom heb ik mezelf tot de amusementswereld veroordeeld?’

Een kijkster vroeg zich hardop af hoeveel gewicht de onderste verdieping van een menselijke piramide moest torsen. Ze kon haar voorpret niet op. Haar woorden waren nog niet verklonken of Staf en Mathias Coppens hadden zich in Barcelona al aangesloten bij een vereniging voor lieden die in hun vrije tijd graag op elkaars schouders plaatsnemen, mogelijk om daarvandaan de onafhankelijkheid van Catalonië uit te roepen. Het gewicht van de hogere verdiepingen moeten lagere verdiepingen in zo’n piramide letterlijk verbijten: de traditie wil dat deelnemers bij die inspanning hun tanden in de punten van hun hemdsboord zetten. Onnodig te zeggen dat Staf en Mathias daar meteen de smaak van te pakken hadden, al zouden ze wellicht nog liever hun tanden in andermans hemdsboordpunten hebben gezet. We zagen hoe ze steeds roder aanliepen terwijl zich onvermoede aders in hun fieselemie aftekenden, tot knappens toe. ’t Zal wel weer een ’obby zijn. Een kenner zei dat het zulke piramidebouwers te doen is om de verlossing na zes, zeven minuten intens afzien. Terwijl de gelaatskleur van de verloste gebroeders Coppens nog maar voor 75 percent het steenrood van hun overhemd evenaarde, kwamen zij te weten dat ze, de gewichtsverdeling in aanmerking genomen, op de onderste verdieping per man zo’n 120 kilogram hadden geschraagd, maar naar hun gevoel leek die last een ton te wegen. Ik herinner me ineens dat ik op de middelbare school, waar ik door een kosmische dwaling in een wetenschappelijke richting zat, zulke dingen moest uitrekenen. Een nagekomen huivering trok me door de leden.

Het is bekend dat de gebroeders Coppens graag kindjes plagen en gniffelend hun voordeel doen met de onschuld van de gemiddelde kleuter. Uit een interessant experimentje bleek dat kinderen pas rond hun derde levensjaar kunnen liegen. Kinderpsychiater Binu Singh zei dat liegen bij de algemene ontwikkeling hoort, en de ene mens is ongetwijfeld al algemener ontwikkeld dan de andere. Uiteraard namen de gebroeders Coppens geen vrede met die proefneming. Ze sloten enkele kleuters op een verneukeratieve leugendetector aan, en na enige manipulatie lieten ze die kinderen zeggen dat hun moeder thuis geen klap uitvoerde en dat hun vader meer dronk dan gemiddeld. De adolescente pret die de gebroeders Coppens daar zichtbaar aan beleefden, het genoegen van de sabotage, voerde mij opnieuw tot mijn middelbareschooltijd terug, wat deze keer een aangename gewaarwording was. Staf zei dat die kindjes als dank voor achteloos bewezen diensten een zak snoep zouden krijgen. Het is raadzaam geen snoep aan te nemen van de gebroeders Coppens, maar al eens naar ‘Het lichaam van Coppens’ kijken kan dan weer geen kwaad.

Rudy Vandendaele

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234