DWARSKIJKER
Dwarskijker over 'La Mamma', 'Mij overkomt het niet' en 'Op de man af'Het begin van alle vrijheid
Sergio ís ook wel een wonderdoener, die, als hij op stoot is, blinde vinken kan doen zien
undefined
'De Universele Slechte Mens (m/v) voelt zich uiteraard ook in Koekelare thuis'
La mamma
VTM – 8 januari – 532.082 kijkers
Even warmdraaien na het winterslaapje: aangezien er aan knoerten van moederbindingen geen gebrek is, lijkt het me gezond om ook de ingebeelde navelstreng bijtijds door te knagen, eventueel op de tonen van ‘Mamma’ in de versie van het voormalige ontploffingsgevaar Luciano Pavarotti. Meer goede raad zit er voorlopig niet in, goddank. Ter zake dan maar, op hoop van zegen: in ‘La mamma’, een programma waarin Moederdag zich niet tot Moederdag beperkt, maakt Sergio Herman, de hoge keukenpiet, bij verrassing een naar alle waarschijnlijkheid exquise maaltijd voor de moeder van een Bekende Vlaming (m/v) klaar. De BV in kwestie mag, nadat hij samen met Sergio bij plaatselijke neringdoenden of op de dichtstbijzijnde versmarkt boodschappen heeft gedaan, een handje helpen in de keuken. Daartoe is het de BV zelfs vergund de messenset van de meester aan te raken. Is er dan niets meer heilig? Terwijl de BV dienstbaar een raap snippert of een voederbiet voorkauwt, maakt hij intussen een lichtjes confidentieel praatje met Sergio. De hoge keukenpiet, die volgens het format zelf ook in een lichtjes confidentiële stemming moet verkeren en op z’n minst de schijn moet ophouden dat hij vriendjes is met de BV, slaat in dit programma een gevoeliger toon aan dan een pas aangeworven koksmaat in The Jane, die van de zenuwen suiker in de erwtensoep heeft gedaan, wellicht van zijn vermaarde, met sterren omkranste chef zou verwachten. Het wegvallen van zijn vader, van wie Sergio Herman naar verluidt alle culinaire beginselen had geleerd, was ‘erg emotioneel’. Als ik het goed heb, komt het in de beste families voor. Hij was als jongen thuis altijd erg gelukkig geweest, hoewel zijn ouders zich dag en nacht uitsloofden in hun restaurant en dus nauwelijks tijd en aandacht voor hem hadden. Uit eigen ervaring weet ik dat gebrek aan ouderlijke aandacht het begin van alle vrijheid is.
De comédienne Tine Embrechts, wier moeder in deze aflevering gastronomisch en ook van ganser harte gefêteerd zou worden, haalde in de keuken onprettige herinneringen op aan een medisch probleem: een onstuitbaar groeiende onderkaak toen ze een pubermeisje was – het soort leed dat je, hoezeer je er ook van verlost mag zijn, met het klimmen der jaren maar niet kunt vergeten. Tine Embrechts was in dit programma ook hoogzwanger, een hormonale noodtoestand die haar aldoor naar droge worstjes deed snakken, die er altijd een beetje als het in het voormalige Oostblok gemummificeerde geslachtsapparaat van een mannelijke zwerfhond uitzien. Maar zijn ze daarom minder smakelijk? Au contraire! Ze vroeg Sergio Herman of hij, ondanks z’n verfijnde smaak, weleens toehapt in een frituur. Haar woorden waren nog niet koud of de hoge keukenpiet reed haar al naar frituur ‘De puntzak’ – de vindingrijkheid van de dynamische middenstand kent geen grenzen – alwaar hij in samenspraak met Tine vleeskroketten naar binnen douwde. Dat schept ongetwijfeld een band voor het leven.
Ik kreeg de indruk dat Sergio Herman, terwijl ik even niet had opgelet, al op hoog niveau een volledige maaltijd had bereid, met als toetje een appeltaart volgens het persoonlijke recept van de moeder van Tine Embrechts. Eén van de uitgangspunten van dit programma is de courante echtscheidingsgrond dat mama het best kan koken van alle vrouwen ter wereld. Toen ze onvoorzien Sergio Herman in haar keuken aantrof, leek het even alsof de moeder van Tine Embrechts Jezus zag, de eens zo populaire Verlosser der wereld. ‘Sergio in mijn keuken!’ exclameerde ze, als iemand die in andere tijden naar vlugzout had gegrepen. Dat zegt mogelijk iets over de algehele overwaardering van chef-koks die nog steeds – hoelang nog? – aan de orde van de dag is. Nu ja, Sergio ís ook wel een wonderdoener, die, als hij op stoot is, blinde vinken kan doen zien. Andere moeders van BV’s doen bij de eerste aanblik van Sergio Herman dan weer alsof hij een callboy is: ‘Je bent nog mooier dan op de televisie.’ En de hoge keukenpiet laat zich dat allemaal welgevallen, ook wel omdat hij het roerend met zijn bewonderaarsters eens is.
Het hoogtepunt van dit programma is een potentiële tranentrekker: op verzoek van de televisie leest de BV een zo goed als zelfgeschreven liefdesverklaring aan haar of zijn moeder voor. Jazeker, mama is de allerliefste van de hééééle wereld, al liet Tine Enbrechts in haar huldeblijk niet na op het bestaan van haar vader te wijzen, die zo te horen óók deugde. De vader is in dit programma grondig afwezig, een schimmige figuur die mogelijk de restjes mag opeten als Sergio Herman en zijn tv-ploeg eindelijk het huis uit zijn. Die vader moet er buiten beeld wel voor zorgen dat de hond des huizes, wat die restjes betreft, hem niet vóór is.
undefined
Mij overkomt het niet
Eén – 8 januari – 821.185 kijkers
In een woonwijk in de gemeente Koekelare in West-Vlaanderen, het zoveelste dorp met voorstedelijke trekjes, is het ukje Merel verdronken in een vrijetijdsbesteding van haar vader: een vijvertje. Die noodlottige gebeurtenis voltrok zich in een ommezien, terwijl Melissa, de moeder, op een zonnige zomerdag eventjes over koetjes en kalfjes aan het praten was met de overbuurvrouw. Het leven is al sinds de oersoep verraderlijk en ongewis, maar daar de hele tijd op bedacht zijn is geen leven. De bijzondere Lies Lefever was er laatst niet op bedacht.
In ‘Mij overkomt het niet’ wilde Fatma Taspinar om te beginnen weten wat de buren zoal van Melissa en Kenneth vonden. Dat buurtonderzoek van de omroepjournaliste zat me niet meteen lekker, vooral omdat het me in tegenstelling tot politiewerk volkomen indiscreet leek. Maar goed, Melissa en haar man Kenneth bleken volgens één van hun buurvrouwen geschikte mensen te zijn. ‘De vorige buren waren niet zo tof,’ klonk het, en op slag voelde ik me overdreven geïnformeerd.
‘Mij overkomt het niet’ viel me nogal rauw op het dak. Snel werd het me duidelijk dat dit programma behalve het portret van een kwelling ook een praktische handleiding bij het noodlot wilde zijn. Melissa en haar man Kenneth vertelden hun wedervaren van naaldje tot draadje, en tussendoor voerden onscherp gehouden acteurs een reconstructie van de rampdag uit. Melissa herinnerde zich in chronologische volgorde elk gevoel dat haar op de dag des onheils doorvaren had. Geen gevoel bleef onbenoemd, geen schrijnend detail bleef onvermeld – de half geloken ogen van het kind toen het levenloos bovendreef – en iedereen die bij de verdrinkingsdood van Mereltje betrokken was, mocht zich nader verklaren: Kenneth, buurvrouwen, de procureur des Konings, een slachtofferbejegenaar van de politie, een begrafenisondernemer en een wetsdokter, die voor Melissa en haar man de eerstaanwezende kop van Jut was – ‘Hij had zo’n streng hoofd’ – want hij werd ervan verdacht dat hij in Mereltje zou snijden. Hij sneed niet, want dat was in dit geval niet nodig om wetenschappelijk uit te sluiten dat het kind vermoord was. De wetsdokter wist dat het noodlot al genoeg had aan een vijvertje waar nauwelijks water in stond.
Ik was al snel begaan met Melissa. Haar blijvende verdriet was te wijten aan een onbewaakt moment waaraan zij volstrekt geen schuld had, ook al had iemand haar verweten dat ze die keer maar niet met de overbuurvrouw had moeten staan kletsen. De Universele Slechte Mens (m/v) voelt zich uiteraard ook in Koekelare thuis. Dat ze geen uitgesproken dader kon verfoeien – een dronken doodrijder, bijvoorbeeld – droeg nog elk wakend uur bij tot haar fundamentele troosteloosheid. Ze herinnerde zich dat de dood van haar dochtertje pas messcherp tot haar doordrong toen ze er in de krant over las. Wat zou deze niemand ontziende, aldoor erg expliciete aflevering van ‘Mij overkomt het niet’ haar hebben gedaan? Wellicht vielen er geen oude wonden open te rijten omdat ze toch nog niet waren dichtgegroeid. De camera hield even stil bij een schilderij waarop Mereltje – als ik het goed heb – van leliewitte engelenvleugels was voorzien.
Een handleiding bij de gevolgen van een noodlot sluit het noodlot niet uit, maar mensen zonder verbeelding of mensen die het talent ontberen om zich in het leed van anderen te verplaatsen, zijn vast flink geholpen door ‘Mij overkomt het niet’.
Op de man af
Eén – 10 januari – 831.250 kijkers
‘Uitdaging’ heeft z’n beste tijd gehad als modewoord. Zou het ooit spontaan in Mathias Vergels, zeg maar Lowieke uit ‘Thuis’, zijn opgekomen om de aan sport verslingerde Saartje Vandendriessche uit te dagen in ‘Op de man af’? Natuurlijk niet. Dit programma moet volgens mij aan de hand van onolympische, veeleer aan de kermis herinnerende sporten de aloude machtsstrijd tussen mannen en vrouwen aanschouwelijk maken voor een ruim publiek: een geduchte krachtmeting, zowel fysiek als mentaal, die zich al langer dan vandaag buiten mijn belangstellingssfeer afspeelt. Het kost mij dan ook geen moeite om Saartje de ene klinkende overwinning na de andere toe te wensen, als ze zich er maar lekker bij voelt, zodat ze na afloop van deze serie volkomen voldaan kan zuchten: ‘Nooit meer ‘Op de man af’, erewoord.’ En zich vervolgens tegoed doet aan haar lauwerkrans, verwerkt in een gezond slaatje.
Onder aanvuring van coaches, eeuwige gymnastiekleraressen, probeerden Mathias Vergels en Saartje Vandendriessche elkaar de loef af te steken op de hoogste klimwand ter wereld: de dam van het meer van Luzzone in Zwitserland, 165 meter. Waarom beperken die Zwitsers zich niet tot horloges maken, volharden in het bankgeheim en neutraliteit tijdens wereldoorlogen?
Toen ik even uit mijn boek opkeek – ‘The Subtle Art of Not Giving a F*ck’ van Mark Manson – zag ik eerst Mathias Vergels tegen die steilte aanhikken, als een bromvlieg op vensterglas. Zijn vocabulaire beperkte zich tot ‘Putain!’ en ‘Fuck!’, alsof de dialoogschrijvers van ‘Thuis’ Lowieke eens en voor altijd tot zijn essentie probeerden te herleiden. Het duurde niet lang of mijn empathische vermogen, iets tussen een gave en een zwakte in, ging met me aan de haal: het duizelde me op de begane grond toen ik Saartje moeizaam maar verbeten, ook namens de internationale vrouwenbeweging, op grote hoogte de zwaartekracht zag tarten. De zwiepende beeldvoering was aan de actiefilm ontleend en in de bijbehorende muziek loerde overal levensgevaar. Ik geef toe dat ik niet aan de onverschrokkenheid van Saartje Vandendriessche en Mathias Vergels kan tippen, maar dat belet me niet om, speciaal voor deze gelegenheid, op mijn zelfkennis prat te gaan.
Saartje versloeg deze keer de mannelijke kunne, die voor het ruime publiek volkomen terecht Lowieke heet. De tussenstand is intussen 1-1, want de acteur Rik Verheye, die Saartje natuurlijk ook niet op eigen initiatief heeft uitgedaagd, won de race met walmende autowrakken. Er rest me niets meer dan ‘The Subtle Art of Not Giving a F*ck’.
Rudy Vandendaele