Dwarskijker over 'Wonen.tv', 'Dwars door Amerika' en 'De ideale wereld''Een uitnodiging tot indoorwildplassen'
De fascistoïde vastgoedboer Trump verbeeldt ronduit alles waar ik sinds de jaren des onderscheids hartstochtelijk tegen ben.
undefined
Wonen.tv
Op VIER heb ik me al weleens een poosje bij ‘Een baksteen in de maag’ en ‘Ons eerste huis’ neergelegd. Bij die programma’s overviel me meestal een gevoel van volslagen arbeidsongeschiktheid. Ik val eerlijk gezegd maar al te graag buiten de doelgroep van de bouw- en verbouwsector, en heb dan ook niets aan televisieprogramma’s over sympathieke doe-het-zelvers die in hun vrije tijd mortel bereiden en niet uitgepraat raken over slijpschijven en de voor- en nadelen van gyproc. Ik ben me er terdege van bewust dat bouwen of verbouwen in het Tochtgat aan de Noordzee tot de volwassenwording behoort, maar het geval wil dat ik die hele volwassenheid schromelijk overschat vind.
Het is nogal vaak een houding waarmee men z’n volslagen gebrek aan verbeelding probeert goed te maken. Het waren dan ook reddeloos volwassen, al deels tot stof weergekeerde leraren die me er in de middelbare school op wezen dat ik ‘te veel fantasie’ had. De negatieve bijklank van de typering ‘infantiel’, die zulke lesgrutters in de mond bestorven lag, is me altijd ontgaan. Ik maak me sterk dat Marcel Vanthilt, een kekke brildrager uit Leopoldsburg, precies begrijpt wat ik bedoel. De erg inzetbare Marcel, die net zolang jong is gebleven tot hij er tijdloos van werd, roert zich thans in ‘Wonen.tv’, een bijdrage van Eén aan de bouw- en verbouwgekte.
Hij bevond zich of all places in de Koninklijke Militaire School. ‘Naast mij staat majoor Coghe,’ sprak hij, waarna hij zich droogjes tot die militair wendde: ‘Staat u hier al lang?’ Alleen al door dat tikje mallotigheid onderscheidde ‘Wonen.tv’ zich van andere programma’s over bouwellende en haar aanhangers. Marcel zou met steeds zwaardere wapens, en onder toezicht van een wapenspecialist van het leger, doorheen zeven aan elkaar gelijmde glasplaten proberen te schieten, de beglazing van sommige ambassadegebouwen. Dat deed hij om de vraag ‘Hoe sterk is glas?’ te beantwoorden, maar ook wel voor de kick. Schieten was in deze proefopstelling: Marcel die een ruk gaf aan een touw dat de trekker overhaalde. Hij plaatste voor de spanning en de sensatie een net iets te aaibaar knuffeldier, een konijntje, achter dat glas. Glas en speelgoedbeest knalden pas in slomo uit elkaar na een schot met een snipergeweer van het kaliber .50, waarvan de nare kogel met 3000 km per uur doel trof. All we are saying is give peace a chance.
Opdat hij zich nu ook weer niet de hele tijd zou amuseren tijdens de werkuren, trof Marcel twee twintigers die op het punt stonden hun zorgeloze jeugd op te geven. Samen met hen zou hij nagaan of dit stel nu beter zou bouwen of verbouwen. ’t Zal vast wel een belangwekkende problematiek zijn, waar heel veel hoofdbrekens en cijferwerk aan te pas komen, maar ik moest toch vooral aan de voorbijgaande aard van het leven denken. Ene Jan, een montere man van middelbare leeftijd die zich jonger beweerde te voelen dan je zou denken, hield voor ‘Wonen.tv’ een videodagboek van zijn verbouwing bij. Op den duur zat hij afgemat naar een modderpoel te staren waarin zich in het beste geval ‘greppels voor nutsvoorzieningen’ schuilhielden, maar verbouwen was zijn lust en zijn leven.
Voor de rest was ‘Wonen.tv’ een mooi geritmeerd en luchtig magazine waarin je onder andere een fraaie eikenstam kon zien die middenin een woonkamer oprees: een uitnodiging tot indoorwildplassen, kon een beetje natuurliefhebber denken. In een rubriekje aangaande bijzondere woonplaatsen, zagen we vier hipsters die in het kader van het tijdelijke leegstandsbeheer voor merkwaardig weinig geld hun intrek hadden genomen in een vleugel van het Geerard de Duivelsteen in Gent, waar eens het rijksarchief was gevestigd. Bij een tour d’horizon van afbladderende, deerlijk onderkomen, maar zich met revolutionair elan tegen instorting verzettende gebouwen in Havana, sloeg de commentaarstem een lollige toon met dialectklanken aan: ’t was me niet geheel duidelijk waarom. Om het zogeheten volk beter te bereiken, schat ik. ‘Wonen.tv’ had merkwaardigerwijs ook een taalrubriek waarin een sifon, een welbepaald loodgietkundig tussenstuk, in de standaardtaal een waterslot bleek te heten, maar bouwvakkers kregen zo te horen nog liever een gevorkte staart dan dat ze een sifon op de werf ooit een waterslot zouden noemen.
De eerlijkheid noopt me zoals vaker tot een complexe conclusie: ‘Wonen.be’ sprak me niet meteen aan, ik ben geen betrokken partij, maar in deze eerste aflevering hinderde me dat niet noemenswaardig. En Marcel verstaat z’n vak, ook al kan hij dan geen spijker in de muur slaan.
undefined
'Het geval wil dat ik die hele volwassenheid schromelijk overschat vind'
undefined
Dwars door Amerika
De ideale wereld
Eén & Canvas – 18 januari – 683.924 en 178.390 kijkers
Karine Claassen onderhield zich tussen New York en Los Angeles met modale Amerikanen die het met de onberekenbare Trump zullen moeten stellen, de 45ste president van de Verenigde Staten van Amerika, een fascistoïde vastgoedboer die ervan overtuigd is dat hij uit het allerbeste genenmateriaal is opgetrokken sinds God de genen heeft geschapen. Die vent verbeeldt ronduit alles waar ik sinds de jaren des onderscheids hartstochtelijk tegen ben. ‘We moeten hem een kans geven,’ hoor en lees ik steeds vaker, en telkens weer trekt er me een huivering door de leden.
In McDowell County in West Virginia, een streek waar de mijnen dichtgingen, liep Karine Claassen bij een verpauperd gezin met drie kinderen aan. De man, ooit een veiligheidsagent in de mijn, sprak dof: ‘Obama wilde windturbines.’ Nadat ze een foto van de vrouw des huizes in betere tijden had gezien, zei Karine Claassen: ‘Je bent vermagerd.’ De bijna transparant bleke vrouw sprak haar niet tegen. McDowell County was totaal verkommerd: er was geen leven meer. Er waren geen vooruitzichten, er was niets meer waar ontwikkeling in zat, tenzij dan in de armoede zelf. Soms had het gezin ook geen stromend water. Dan liepen de man en de vrouw vijf kilometer te voet naar een bron, wat in ontwikkelingslanden niet ongebruikelijk is. De man hoopte hardop dat Trump, de banenschepper naast God, de mijnen weer zou openen. Op Trump rekenen lijkt me al een wanhoopsdaad en op Hem rekenen nog meer. Karin Claassen wist dat de levensverwachting in McDowell County even laag was als in Ethiopië.
Mogelijk nog deprimerender was de jonge zwarte moeder in Atlanta die ook bij wapens zwoer en haar dochter routineus gelastte de grote blaffer uit de kofferruimte van de auto te halen. Die joekel was kennelijk een gebruiksvoorwerp als een ander. Haar jongste dochtertje, een uk, was ook al erg vertrouwd met schiettuig. De jonge moeder had al veel familieleden, vrienden en kennissen in bendeoorlogen verloren, maar dat bloedvergieten keerde haar allerminst van vuurwapens af. Onder Trump vreesde ze uitslaand racisme, waartegen ze zich gewapenderhand zou moeten verdedigen. We zagen hoe de jonge moeder en haar vriendinnen Karine Claassen meenamen op een vrolijk uitje naar de schietbaan. Karine Claassen mocht ook eens vuren en nagenoeg synchroon met de terugslag schoot ze vol: het gemak en de vanzelfsprekendheid waarmee die jonge zwarte vrouwen met vuurwapens omgingen, was haar opeens te veel geworden. Ik ben geen voorstander van emotionele verslaggeving, maar Karine Claassen kwam ermee weg. ‘We zijn geen Amerikanen,’ zou die zwarte jonge moeder ook nog zeggen, ‘we leven hier. Dat is alles.’ En daar gaat Trump, de grootste verzoener sinds God de verzoeners heeft geschapen, allemaal verandering in brengen.
undefined
Het was mij na de eerste aflevering van ‘Dwars door Amerika’ zodanig droef te moede dat ik aan medicatie toe was. Daartoe wendde ik me zoals gebruikelijk tot ‘De ideale wereld’, waar de combinatie van Herr Seele en de nieuwe sidekick Jean Paul Van Bendegem wonderen deed. De ene is een kunstzinnige gentleman die buiten de tijd staat, en de andere is een filosoof die onder andere de humor van wiskunde inziet en schalks kan cijferen. Allebei kenden ze The Bonzo Dog Band nog, een ongeregeld ensemble uit de late sixties waaraan ik zelf ook graag herinnerd word. Herr Seele, die de ongevraagde zelfanalyse niet schuwde, was formeel: ‘Ik ben geen humorist. Mijn moeder zei het al: ‘Jij bent niet grappig.’’ Daar moest ik, op 6581 kilometer van McDowell County, doorvoeld om lachen.
Rudy Vandendaele