Eagulls - Ullages
Als iemand ons één goeie reden kan geven om naar ‘Ullages’ te luisteren in plaats van naar ‘Disintegration’ van The Cure, dan krijgt hij of zij terstond een job op de marketingafdeling van Humo aangeboden. Mét bedrijfswagen + tankkaart, maaltijdcheques en een Deezer-abonnement om naar alle duffe rommel te luisteren die hij of zij kan verhapstukken terwijl hij of zij schaamteloos staat te kopiëren. Want u had toch niet gedacht dat er bij Humo niet gewerkt hoeft te worden?
Eagulls: twee jaar geleden hadden de jongens uit Leeds – waar men als postpunker geboren wordt – energie te over, die ze ternauwernood wisten te kanaliseren in venijnige singles als ‘Possessed’ en ‘Nerve Endings’. Die energie hebben ze op een kruispunt aan de duivel verkocht – we zien hem zo uit de smog en fabrieksdampen opdoemen met een sikje en een exemplaar van De Tijd onder de arm – en al is het niet duidelijk wat ze ervoor in ruil hebben gekregen, ze hebben zich in elk geval in de zak laten zetten.
Men zou hun geluid kunnen roemen – zelf horen ze naast The Cure ook de gitaar van Johnny Marr, wij vangen al eens een echo van The Bunnymen op – maar wat schiet je ermee op? Een goeie intro hier (‘Head or Tails’) en een halve melodie daar (‘Lemontrees’) ten spijt, zondigen alle elf songs op ‘Ullages’ tegen de eerste wet van de popmuziek: ze zijn saai. Volkoren-boterhammen-met-hesp-saai.
Er zit een bus vol Limburgers in ons hoofd de pointe van een oude mop te roepen: ‘Geef ze nog een kans!’ Mooi niet.