Earl Sweatshirt - Doris
Stunten op zestien met een Odd Future-lidkaart en een mixtape vol cartoonesk geweld en superieure raps. Door je moeder naar een school voor moeilijke kids gestuurd worden op fucking Samoa. Terugkeren, verse rhymes op Frank Oceans ‘Channel Orange’ droppen en een jaar later de op één na beste Odd Future-plaat afleveren: veel artiesten zouden daar vijftig jaar voor moeten sparen.
Niet dat ‘Doris’ vol hits staat. Earl Sweatshirts muzikale universum is randje claustrofobisch, met logge boom bapbeats en sombere, wazige soundscapes, waarin aanvankelijk enkel de schetterende blazers van The Neptunes (‘Burgundy’), de triphop goes Morricone van BadBadNotGood (‘Hoarse’) en de stottershuffle van toptrack ‘Chum’ opvallen. Een stoet gastrappers en vooral Earl spuien daar een schier eindeloze stroom raps overheen. Wat aanvankelijk echter een ondoordringbare jungle lijkt van rhymes over bitches, blowjobs en – voor het eerst ook – Earls afwezige vader (‘Knight’, ‘Chum’), ontpopt zich tot een feest van onnavolgbare woordspelletjes.
Zo gaat ‘Doris’ uiteindelijk fascineren. De gastenlijst mocht korter en om het grote publiek in te pakken is meer variatie nodig, maar laat hem eerst nog maar wat ‘young, black and jaded’ zijn.