Échte Marokkaanse supporters schiepen orde na de rellen in de Brusselse straten

#tisaanons, scandeerde de openbare omroep voor het WK van de Rode Duivels, maar gisteren bleek het toch vooral aan Marokko te zijn. En aan enkele heethoofden die, volledig ontbrand door één vonk in een kruitvat, de boel op stelten zetten in Brussel en op de Borgerhoutse Turnhoutsebaan. Achter hen een stoet Marokkaanse supporters, niet van nabij gefilmd door VRT- en VTM-nieuwsploegen, maar wel het puin van hun rellende landgenoten opruimend.

Een Poppy op z’n kop, tientallen Bird-steps in de fik en een VTM-reporter op z’n schedelpan gemept: iedereen zag hoe gisteren de feestvreugde na de overwinning van Marokko tegen België al snel omsloeg in een vertoning nog bedroevender dan wat de Rode Duivels op de mat legden. ‘Maar o wee als je daar aandacht op vestigt’, blokletterden verschillende politici ter rechterzijde op Twitter, terwijl ons netvlies intussen door alle Belgische nieuwsmedia en sociale media bekogeld werd met beelden van de relschoppers.

Wat veel minder onze aandacht kreeg, maar die evenzeer verdiende: filmpjes van de opruimers die, met de Marokkaanse vlag trots over de schouders gedrapeerd, opnieuw orde schiepen in de ravage van hun voorgangers. Vuur werd gedoofd, vuilnis werd aan de kant gesleept, elektrische steps werden bespaard van een lot als alternatieve straatverlichting.

Zij begonnen alvast aan de excuusronde die vanuit politieke hoek van hun gemeenschap geëist zal worden na de wanvertoning van gisteren. Op de eerste ‘sorry’ van de witte Belgische bevolking na het hooligangeweld in de Jupiler Pro League blijft het vooralsnog wachten. En op verontschuldigingen van het klein dozijn Rode Duivels dat gisteren op het veld slofte alsof ze liefst zo snel mogelijk terug naar hun luxehotel in Qatar wilden. De belabberde bezieling van elf Belgen mag de reputatie van ons hele land niet besmeuren. Laten we dat ook niet doen met de supporters van hun tegenstander.