Een aandoening om jaloers op te zijn: vier uur slaap per dag, en toch fit
Mensen die toe kunnen met vier, vijf uur slaap: ze bestaan dus écht. En dat kunnen zij, vonden Amerikaanse biologen, door een erfelijke eigenaardigheid.
Altijd als u nog op één oor ligt, wordt Eddy Wijnker uit Enkhuizen alweer wakker. De 69-jarige ondernemer knipt dan zijn licht aan, leest wat op zijn telefoon, of gaat vast naar kantoor. Op zijn dooie gemakje: het duurt toch nog uren voordat de rest van de wereld ontwaakt.
‘Ken je dat? Dat er net verse sneeuw ligt, en je de eerste voetstappen erin zet. Zo voelt dat ’s ochtends’, vertelt Wijnker over die eerste uren, waarin hij even alleen is op de wereld. ‘’s Zomers de zon zien opkomen. Of ik ga om half vier, vier uur naar de bakker. Het is heerlijk rustig, als iedereen nog slaapt.’
Een uur of drie, vier. Hooguit vijf. Meer slaap heeft Wijnker niet nodig. Dat is altijd al zo geweest, vertelt hij. ‘Mijn ouders stonden vroeg op, maar toch zat ik dan al een paar uur te spelen’, herinnert hij zich.
Je zou hem moeten onderzoeken om het zeker te weten, maar het is best denkbaar dat het dna van Wijnker een minieme schrijffout bevat. Een foutje, midden in het genetische recept voor een eiwit genaamd Npsr1, om precies te zijn. Wijnker zou daardoor een iets andere vorm van het eiwit aanmaken, met een ‘histidine’-bouwsteen op een plek waar eigenlijk een ‘tyrosine’-bouwsteen hoort te zitten, om precies te zijn.
Het gevolg: hersencellen die slaaphormonen nét op een wat andere manier aansturen – met als uitkomst dat Wijnker ’s avonds nog een wandeling maakt als zijn vriendin naar bed gaat, en ’s ochtends al een stuk heeft gezwommen als ze weer wakker wordt.
Een aandoening om jaloers op te zijn. Want terwijl slapeloosheid voor de meeste mensen een kwelling is, heeft Wijnker nergens last van. ‘Ik kan op commando slapen, en dan slaap ik ook heel diep’, vertelt hij. ‘En overdag ben ik fit, zit ik vol energie. Ik voel me 36.’
Net als de proefmuizen in het laboratorium van de Taiwanees-Amerikaanse bioloog Ying-Hui Fu van de Universiteit van Californië in San Francisco. Een paar jaar geleden bouwde ze het genetische defect na in het dna van haar muizen. Het resultaat: een kooi vol fitte proefmuizen, schrijft ze deze week in vakblad Science Translational Medicine. De dieren slapen korter, zijn actiever, worden minder gauw slaperig, en – cruciaal – zijn na hun veel te korte slaapje net zo uitgerust als ieder ander na een goede nacht.
Fu kwam de mutatie op het spoor via een familie die ze in het vakartikel anoniem aanduidt als ‘K50226’. Vader K50226 slaapt kort, zoon K50226 zelfs nog wat korter. Tien jaar geleden onderzocht Fu ook al een familie met een andere mutatie waardoor ze korter slapen. Maar de erfelijke eigenaardigheid van de familie K50226 is extremer, en trouwens ook zeldzamer: een op de 250 duizend mensen loopt ermee rond, schat Fu.
Wetenschappers als Fu hopen dat natuurlijke uitzonderingen zoals de familie K50226 licht kunnen werpen op de aloude vraag waarom we precies slapen. Want waarom voelen mensen zoals Wijnker zich na vier uur slaap kiplekker, terwijl een ander zulke nachten moet bekopen met concentratiestoornissen, geheugenproblemen en een pesthumeur, en bij een langdurig slaaptekort zelfs vergrote kans op aandoeningen uiteenlopend van depressie tot diabetes?
Wie weet kan zo’n genetisch defect onderzoekers nog op ideeën brengen voor nieuwe medicijnen, zegt kinderarts en psychiater Irene Pappa (Erasmus MC), na lezing van Fu’s artikel.
Pappa «Het is natuurlijk nog verre toekomstmuziek’, benadrukt ze. ‘Maar denk aan medicatie waardoor je minder slaap nodig hebt, of praktischer, aan middelen die bijvoorbeeld helpen tegen de slaapziekte narcolepsie.»
Of het kortslapen ook bij Wijnker in de familie zit, is trouwens onduidelijk: kinderen heeft hij niet, en zijn ouders en zussen slapen als ieder ander, vertelt hij.
Pappa (schreef mee aan een overzichtsetude van de genetica achter slaapduur) «Wie weet zit er bij Wijnker ergens verstopt in zijn biologie wel een heel andere reden waarom hij zo goed toe kan met weinig slaap. We hebben zó veel genen, en combinaties van genen die met elkaar en met de omgeving in interactie staan. Ik kan me voorstellen dat er meerdere onderliggende factoren denkbaar zijn die ertoe kunnen leiden dat je minder slaap nodig hebt.
Eén ding is in elk geval duidelijk: de beroemde korte nachten van Donald Trump, Margareth Thatcher, Elon Musk en Ruud Lubbers zouden wel eens meer kunnen zijn dan grootspraak of wilskracht.
Pappa «Ik denk dat natuurlijke korte slapers bestaan. Ze vallen alleen niet zo op. Het is toch een aandoening die ook voordelen biedt.
Zo’n gen willen we allemaal
De mutatie voor gezonde korte nachtrust kan zó op het ‘verlanglijstje’ van de beroemde Amerikaanse geneticus George Church. Die stelde zo’n lijst met gunstige genetische mutaties op om het debat over genetische manipulatie te prikkelen. Een greep uit de mogelijkheden:
MEER SPIEREN
Bij sommige mutaties in het gen MSTN wordt er minder van de spiergroei-remmer myostatine gemaakt. Met als gevolg extra spierkracht, zonder bijwerkingen.
MINDER PIJN
Veranderingen in het gen SCN9A zorgen al snel voor een hogere pijngrens. Zonder de sensatie van pijn helemaal kwijt te raken: dat zou weer gevaarlijk zijn.
STERKE BOTTEN
Een mutatie in het gen LRP5 heeft de lollige bijwerking dat botten sterker worden.
MINDER HARTAANVALLEN
Sommige varianten van het gen PCSK9 verhogen de snelheid waarmee de lever cholesterol uit het bloed haalt. Met minder hart- en vaatziekten als gevolg.
BETER LEREN
Voer het gen GRIN2B op, en leertaakjes die te maken hebben met het geheugen gaan opeens een stuk sneller. Enfin, bij muizen. Maar mensen hebben het gen ook.
NOOIT MEER STINKSOKKEN
Bepaalde varianten van het gen ABCC11 verlagen de kans op onwelriekende voeten en oksels bij het transpireren.
undefined
© De Volkskrant