Een mens van goede wil: Nicole Lafosse maakt kunst toegankelijk voor blinden
Als blinde een theaterstuk volgen: het lijkt onmogelijk, maar met de audiodescripties van Nicole Lafosse kan het wél. ‘Decor, kledij, de handelingen en mimiek van de acteurs, zelfs kleuren beschrijf ik.’
'Rubens is makkelijker dan Picasso'
Nicole Lafosse (63) uit Lommel kon het altijd goed uitleggen. Als lerares koos ze bewust voor de net iets minder begaafde leerlingen, waarbij haar talent voor helder en eenvoudig formuleren maximaal rendeerde. Die eigenschap kwam ook van pas in haar vrijwilligerswerk. Nadat haar 25-jarige dochter door een hersenbloeding in een rolstoel was beland, engageerden Nicole en haar man zich bij de vzw Intro. Intussen is die vereniging opgegaan in het Agentschap Toegankelijk Vlaanderen Inter, dat ijvert voor de inclusie van mindervaliden. ‘Zo is het begonnen,’ vertelt Nicole. ‘Als er een blinde of slechtziende aan een activiteit deelnam, dan nam ik die altijd onder mijn hoede. Op een dag vroeg Intro of ik geen zin had om een cursus audiodescriptie te volgen. Echt iets voor jou, zeiden ze, zo kun je blinden en slechtzienden nog beter bijstaan.’
HUMO Wat is audiodescriptie?
Nicole Lafosse «Een techniek die wordt gebruikt om theaterstukken, films, televisieprogramma’s, sportwedstrijden, schilderijen en andere kunstwerken toegankelijk te maken voor blinden en slechtzienden. Ik heb aan de Artesis Hogeschool in Antwerpen workshops gevolgd om scripts te schrijven voor theater en tentoonstellingen. Er zijn in Vlaanderen enkele professionele audiodescriptiemakers actief, onder meer bij de VRT. Zelf werk ik via Inter vooral voor amateurtheatergezelschappen. Onbezoldigd, maar de dankbaarheid en vriendschap die ik ervoor terugkrijg, zijn onbetaalbaar.»
HUMO Hoe maak je een theaterstuk toegankelijk voor iemand die niet ziet wat er op de bühne gebeurt?
Lafosse «Door me eerst en vooral goed voor te bereiden. Ik ga het stuk vooraf bekijken, documenteer me grondig over de schrijver, het verhaal en de personages, en pas dan schrijf ik mijn script. Vóór de voorstelling geef ik mijn ‘klanten’ een uitgebreide inleiding, waarin ik het decor en de kledij van de acteurs in detail beschrijf. Soms laten we hen het textiel en de rekwisieten voelen, want tactiele ervaringen helpen de verbeelding. Tijdens het stuk zit ik met een headset in een apart lokaal, de slechtzienden zitten in de zaal met een oortje. Ik beschrijf niet alleen de handelingen maar ook de mimiek van de acteurs.»
HUMO Heeft het zin om ook kleuren te beschrijven?
Lafosse «Zeker. Slechtzienden kunnen nog kleuren waarnemen. Veruit de meeste blinden hebben hun zicht door een ongeval of ziekte verloren. Ze weten dus uit hun vorige leven hoe ze zich groen, rood of blauw moeten voorstellen. Voor blindgeboren mensen omschrijf ik kleuren met associaties. Rood is vurig, groen voelt als gras, bij blauw verwijs ik naar de hemel.»
HUMO Word je vaak opgetrommeld?
Lafosse «Er valt geen peil op te trekken. Een keer per maand, soms meermaals per week. Mijn jaarlijks hoogtepunt is Beeldig Lommel, een internationaal festival met figuranten die beroemde personages of taferelen uit de wereldgeschiedenis uitbeelden. Ik word al drie jaar ingeschakeld als beeldentolk of, zoals sommigen het noemen: beeldenfluisteraar.»
HUMO Prachtige naam. Wat doet de beeldenfluisteraar?
Lafosse «De levende beelden staan op een sokkel, verspreid over de hele stad. Het publiek mag kijken maar niet aanraken. Alleen voor ons maken ze een uitzondering, ze stappen zelfs van hun sokkel als ze me met mijn gevolg zien aankomen. Ik geef via de headset de beschrijving, en intussen mogen de blinden en slechtzienden de kostuums en uitrusting van de figuranten betasten. Heel wat buitenlandse deelnemers zijn daar verrukt over. Een levendebeeldenfestival met audiodescriptie, dat bestaat nergens ter wereld.»
HUMO Hoe ontsluit je een museum of tentoonstelling?
Lafosse «Tijdens de opleiding heb ik daarvoor de nodige knepen geleerd. Eerst uitleggen waar in de zaal het kunstwerk zich bevindt, dan de informatie over de kunstenaar geven, vervolgens vertellen wat het werk voorstelt. Pas daarna kun je beginnen met je gedetailleerde beschrijving, van links naar rechts of van boven naar onder. Dat lukt gemakkelijker bij een Rubens dan bij een Picasso. Doe mij dus maar figuratieve kunst!»