WetenschapGezondheid
Een slim fabriekje in de hersenen gaat de ziekte van Parkinson tegen
Cellen in de hersenen laten zich eenvoudig ombouwen tot zenuwcellen. Dat biedt perspectief voor de behandeling van de ziekte van Parkinson.
Het lijkt wel tovenarij: met één enkele ingreep wisten Amerikaanse en Chinese wetenschappers cellen uit het bindweefsel van de hersenen om te zetten in neuronen. Deze zenuwcellen pakten de draad op van hun uitgebluste soortgenoten: ze produceerden weer dopamine. En de eigenaar van deze hersenen, een muis met Parkinson, liep na een tijdje weer als vanouds.
De onderzoekers noemen hun vondst vandaag in het vakblad ‘Nature’ een toevalstreffer. Enkelen van hen hielden zich jaren geleden bezig met zeer fundamenteel werk. Ze bestudeerden hoe een specifiek eiwit, PTB geheten, in een cel genen aan of uit wist te zetten. Om de functie te doorgronden, creëerden ze cellen die dit PTB niet konden maken. Maar de cellen wilden niet groeien. Na een paar weken waren ze zelfs zo goed als verdwenen. Het kweekbakje was daarentegen gevuld met neuronen.
De truc bleek voor tal van celtypen te gelden. Schakel het gen uit dat zorgt voor de aanmaak van PTB en de cel verandert in een zenuwcel. Kennelijk was dat de functie van PTB: gij zult geen zenuwcel worden.
Mitsen en maren
Met hulp van artsen en neurologen ontwikkelden de onderzoekers hun vondst tot een medische techniek. Ze maakten een genetische pleister om het PTB-gen af te plakken en brachten die direct in de hersenen van muizen in. In hun astrocyten om precies te zijn, cellen uit het bindweefsel in de hersenen die onder andere zorg dragen voor de bloed-breinbarrière. De muizen leden aan de ziekte van Parkinson. Dat wil zeggen, hun zenuwcellen die de signaalstof dopamine produceerden, waren uitgeschakeld.
Een deel van de omgeturnde astrocyten nam die taak over. Na drie weken liepen de muizen weer soepel. De klachten kwamen in de rest van hun leven ook niet meer terug, noteren de onderzoekers tevreden.
Interessant onderzoek van hoge kwaliteit, reageert Bas Bloem, hoogleraar neurologie aan het Radboudumc in Nijmegen. Natuurlijk, er zijn veel mitsen en maren. Zo zou het niet de eerste keer zijn dat veelbelovend parkinsononderzoek de sprong van muis naar mens niet weet te maken. En de veiligheid moet ook nog bewezen worden; kun je niet-neuronale hersencellen ongestraft omzetten? Bloem: ‘Maar de grootste uitdaging is: veel omgebouwde astrocyten weten niet waarheen ze moeten uitgroeien. Bij vergelijkbare therapieën uit het verleden kon de patiënt zijn voorheen te trage arm weer goed bewegen, maar kreeg hij er veel overtollige gelaatstrekkingen bij.’
Dan doelt hij op behandelingen met bijniercellen of stamcellen. Die onderzoeken zijn vanwege deze zogeheten runaway-effecten gestaakt. Bloem: ‘Het mooie van dit werk is dat de astrocyten lichaamseigen zijn; je hoeft dus geen immuunonderdrukking te gebruiken. En ze kennen de omgeving. Er is goede reden om te hopen dat ze zich met een beetje hulp beter weten aan te passen.’
Parkinson is niet alleen de snelstgroeiende hersenziekte, vervolgt hij. Het is ook een progressieve ziekte. ‘Ook deze aanpak biedt geen genezing. De afbraak van dopamine producerende cellen gaat gewoon door. Dit is wel een heel slimme manier om een dopaminefabriekje in de hersenen in te bouwen.’
(Trouw)