Eeuwig spits Jan Mulder: 'Alejandro Pozuelo'
Mijn advies aan Pozuelo in smoorverliefde dagen: blijf Clement trouw, ook als hij er op het oefenveld een keer de zweep overlegt
Alejandro Pozuelo is in de vorm van zijn leven. Men zegt dat de regisseur van Racing Genk momenteel zo briljant speelt dankzij de nieuwe trainer, Philippe Clement. Na Racing Genk – RSC Anderlecht, een wedstrijd waarin hij weer onvergetelijke acties had gedemonstreerd, zei Pozuelo in een interview met Het Laatste Nieuws: ‘De steun van de coach is voor mij essentieel geweest om weer naar mijn topniveau toe te groeien. Ik ben een Spanjaard. Wij zijn gevoelsmensen. Wij moeten liefde en vertrouwen voelen om het beste uit onszelf te halen.’ Clement gaf hem de liefde.
Onder trainer Peter Maes, een fijne vent die tussen de jongens staat maar er eigenlijk liever de zweep overlegt (‘Het kan nóg beter, Pozo’), was Pozuelo ook uitstekend op dreef en van Maes’ opvolger Albert Stuivenberg kan niet worden beweerd dat hij een kille, afstandelijke leider was. Albert is een sympathieke man en een coach die met Genk en Pozuelo prachtige resultaten behaalde. Maar Maes en Stuivenberg schrikten de provincie Limburg niet op met een uitzinnige vorm van knuffelgedrag of ander vertoon van affectie tussen coach en voetballer.
Maes lijkt een droogstoppel op het amoureuze vlak. Peter gaat de geschiedenis niet in als een uitblinker in het vrijelijk laten stromen van zijn gevoelens richting een bepaalde persoon op voetbalschoenen. Hij is meer iemand die zijn hartstocht aan een mooie tractor schenkt. De lak van oude McIntosh of een gloednieuwe Massey Ferguson strelen. Met voetballers voelt Peter zich minder op zijn gemak – een beetje afstand graag.
Albert Stuivenberg loopt ook niet over van lust om één van zijn spelers eens lekker tegen zich aan te drukken. Toch speelde Racing Genk de beste wedstrijd uit zijn bestaan in de Europa League in en tegen AA Gent. Racing Genk én Alejandro Pozuelo blonken tijdens de samenwerking met Albert Stuivenberg uit. Jammer: Stuivenberg was te weinig peoplemanager. Hij is een leraar, een theoreticus, geen minnaar.
In het seizoen 2018-2019 vond Pozuelo de ware liefde. De gelukkige heet Philippe Clement. Stroomt door de aderen van Philippe zóveel meer passie dan door die van Peter en Albert? Het spat er niet van af. Clement is een persoonlijkheid met de voeten stevig in de Vlaamse grond. Een latin lover is van hem met de beste wil van de wereld niet te maken. Na de overwinning op Anderlecht was Clement te gast in ‘Extra Time’. Even vragen hoe de liefde met Pozuelo is ontstaan. ‘Ik heb hem aanvoerder gemaakt.’ Het aanvoerderschap is misschien efficiënter dan het opstarten van een passionele verhouding, dat klopt.
Ik herinner me de liefde die mijn eerste trainer, Sinibaldi, me gaf. En die ik later beschaamde. Voetballers snappen niet dat een coach meer kinderen heeft en zijn genegenheid moet verdelen over de hele groep.
Mijn tweede trainer was Bandi Béres, een warmbloedige Hongaar. Zijn eerste daad was een bezoek aan de militaire kazerne in Ossendrecht, waar ik was gelegerd. Bandi kwam om me moed in te spreken: dat hij me niet zou vergeten in zijn toekomstplannen. Na een half jaar al werden zijn emotionele en affectieve omgang onverdraaglijk. Exit Béres. Georg Kessler werd benoemd. Hij kon gloedvol over Rembrandt spreken en wees mij aan de hand van de Nachtwacht m’n plek in het team: in het midden, machtig en fier, leider van de aanval. ‘Jan, jij bent de Frans Banninck Cocq van Anderlecht.’
Kessler had een eindeloos vertrouwen in ondergetekende, ook als ik wekenlang onder de maat presteerde. Na één, mij onwelgevallige, confrontatie kwam ik in opstand. Einde wederzijdse hartstocht, op mijn initiatief.
Advies aan trainer Clement: hou van de spelers en vertrouw ze niet. En in deze smoorverliefde dagen zou uw ervaringsdeskundige tegen Alejandro Pozuelo willen zeggen: ook als Clement op het oefenveld er een keer de zweep overlegt of in de kleedkamer een uur saaie theorie onderwijst, blijf hem trouw.