Eeuwig spits Jan Mulder: 'Herman Kuiphof'
Plezier is niet iets waaraan ik denk wanneer iemand 80.000 jeugdwedstrijden per seizoen wil uitzenden
Omstreeks 1960 kwamen de eerste belangrijke voetbalwedstrijden op de televisie. Europa Cup. Ik verheugde me er weken van tevoren op. De opwinding begon met een bericht in de krant: ‘De Nederlandse Omroep Stichting heeft het plan opgevat Feyenoord – Real Madrid rechtstreeks op het scherm te brengen. Herman Kuiphof zal het commentaar verzorgen. Voorwaarde voor de uitzending is een uitverkocht stadion.’ Om twaalf uur ’s middags op de dag van de wedstrijd zou de beslissing vallen. De zenuwen. Je zat met het oor aan de radio gekluisterd wanneer een plechtige stem bekendmaakte dat er geen kaartje meer te krijgen was en de uitzending diezelfde avond dus kon doorgaan.
Analisten bestonden gelukkig nog niet. Na de Eurovisiemars gingen we meteen over naar de Kuip waar de elftallen al klaar stonden voor de aftrap. Feyenoord – Real Madrid was een betrekkelijk simpele onderneming, Real Madrid – Feyenoord lag ingewikkelder. De Pyreneeën. Het signaal zou met een aanloop over masten in Vilvoorde, Metz, Lyon en Toulouse de sprong over het hooggebergte doen en als dat was gelukt langs diverse Spaanse stations het doel bereiken.
Acht uur. De gordijnen waren dicht, de hele familie zat klaar en de omroepster verscheen in beeld. De uitzending liet nog even op zich wachten aangezien de verbinding nog niet tot stand was gebracht, zei ze. Onweer boven de Pyreneeën. In beeld verscheen het woord PAUZE met daaronder de zin ‘Wij wachten op verbinding’. Een kwartier later schakelde de omroepster over naar Herman Kuiphof en een enorme vreugde nam bezit van de kamer. De eerste beelden toonden het veld als abstracte kunst. De donkere collage wilde minutenlang maar geen voetbalveld worden. De stem van Herman Kuiphof knetterde er met korte, onverstaanbare brokjes doorheen. Na een minuut werd alles zwart. Het woord PAUZE keerde terug. Weer iets later kwam de mededeling dat de bliksem een paal bij Amiens zodanig had beschadigd dat de verbinding niet kon worden gemaakt. Een bandopname van het orkest van tangokoning Malando verving Real Madrid – Feyenoord en in plaats van de schoten van Puskas hoorden we ‘Olé guapa’.
Toen de satellieten hun intrede deden en de taak van de oude zendmasten bij Amiens en Metz overnamen, de bergen en de bliksem geen obstakels meer waren, werd de voetballiefhebber beter bediend, hoewel niet wekelijks. Later pakten de commerciële zenders en de jongens achter de decoder het rigoureuzer aan en zonden zelfs in volle zomer volstrekt onbelangrijke oefenwedstrijden tijdens een trainingskamp in Zwitserland uit.
Ondanks de overdosis groeiden de zenders en vorige week vrijdag bracht de Volkskrant dit nieuws groot op de voorpagina: ‘Camera’s bij 10.000 duels amateurvoetbal.’ Talpa gaat op grote schaal wedstrijden uit het amateur- en jeugdvoetbal uitzenden. Reeds dit seizoen zijn tienduizend duels rechtstreeks te volgen via de app van het nieuwe platform VoetbalTV. Over drie jaar zijn er in één jaar 80.000 wedstrijden te bekijken. Trapt een kind in Zierikzee een bal weg, dan is hij in beeld dankzij camera’s die alles automatisch registreren. ‘Het belangrijkste doel is het spelplezier en de beleving vergroten,’ stelt directeur amateurvoetbal van de KNVB Jan Dirk Van Der Zee. ‘Voor jongeren is het vaak: is het niet gefilmd, dan is het niet gebeurd.’
Plezier is niet iets waaraan ik denk wanneer iemand 80.000 wedstrijden per seizoen wil uitzenden. Waar zit de winst? Chief Technology Officer Hylke Sprangers van VoetbalTV: ‘We denken dat we hiermee geld kunnen verdienen via sponsoring en door het idee uit te rollen naar andere sporten en andere landen.’ 80.000 voetbalwedstrijden is onzin. Maar, lezer, u bent vader of moeder van een voetballend zoontje, u neemt vandaag een abonnement op een seizoen lang liveverslag van FC Laaghoutem junioren C. Chief Technology Officers zijn niet gek.