Eeuwig spits Jan Mulder: 'Marc Coucke staat voor een onmogelijke opdracht'
De voorzitter was naar de persconferentie gekomen om de overname van RSC Anderlecht toe te lichten. De heer Vanden Stock was gekleed in kostuum en overhemd met stropdas. Naast hem achter de tafel zat de overnemer, Marc Coucke. De boorden van zijn witte hemd: casual open. Plastron: thuis in de kast. Reconstructie.
undefined
‘Warum Manager immer öfter die Krawatte weglassen’ luidt de kop van een artikel in de Süddeutsche Zeitung. Op de bijgaande foto zien we Dieter Zetsche, CEO van Daimler, met cut away-boorden. Voor interviews op de televisie zou hij een jaar geleden met een stippeltjesdas tussen hard gesteven halsboorden zijn verschenen, nu verdedigt hij in de televisiestudio mit offenem Kragen de massa-ontslagen. Het is de Zeitgeist.
De stropdas is vierhonderd jaar oud. Kroatische soldaten deden een lap stof om de hals, de Fransen imiteerden het gebruik en vernoemden de mode naar de Croates: à la cravate. Later volgden ambtenaren in burelen, om zich met de das uiterlijk van arbeiders te onderscheiden. Die mentaliteit is in 2018 achterhaald. Zelfs het hoogste personeel ziet, in het kader van de commercieel gestuurde toenadering tot de lagere clientèle, er graag uit als de gewone man: versleten spijkerbroek en bonte sportschoenen.
Met Marc Coucke heeft de nieuwe mode nu ook het conservatieve Anderlecht bereikt. De club gaat voortaan dasloos door het leven en hoopt aansluiting bij de morrende fans op de staantribune te krijgen. Wordt paars-wit op die manier weer de beste van het land? Moeilijk. Europese glorie is al heel lang dood. Gevreesd wordt dat die vrolijke boord van Coucke niet voldoende zal zijn om de oude glans te herwinnen. Er is meer nodig dan een gemiddeld trendy voorkomen.
De voetbalsport zit al een tijdje in sjeik-financieel en ruig modieus weer. We beleven een periode waarin de mode geen mode meer is, maar een commercieel wapen van heb ik jou daar. Neymar is een voetbalcrack op het veld, maar meer nog een mode-icoon daarbuiten. Onmetelijke oppervlakten van de aarde met consumenten van honderden miljoenen accessoires, hemden en broeken, liggen op Instagram en Facebook aan zijn voeten. Vooral in Azië. In december stond hij op de cover van Man About Town. Foto: Mario Testino. De Josephine Baker van het voetbal poseerde in een mouwloos pelsje, een briljant in elk oor en een koptelefoon om de nek. Zó wordt topvoetbal aan de man gebracht.
En in België en Nederland? ‘Ga jij maar één keer in de week naar de kapper?’ De Ajacieden waren verbijsterd toen ze hoorden dat de nieuwe aankoop Hakim Ziyech maar één keer in de week naar de kapper ging. Kansloos in Shanghai.
Marc Coucke zal met blote torso op de cover van de Vogue moeten, om ons te overtuigen van de stappen die Anderlecht wil maken. Hij staat voor een onmogelijke opdracht. De cultuur van het extravagante bestaat niet in de Jupiler Pro League. De markt is te klein, iconen hebben hier geen bestaansrecht. Bovendien zijn Hazard en De Bruyne, in principe geschikt voor de taak, gespeend van elke vorm van blingbling. Zij zweren bij het gezin.
Ooit deed Enzo Scifo een poging internationaal aan te haken. Hij smeerde een glanzende crème in zijn haar en bekeek zichzelf zo langdurig voor de spiegel, dat de trainer hem soms moest ophalen als de rest van de ploeg al op het veld stond.
Tegen het einde van 2017 bereikte ons het bericht dat de flamboyante outcast Anthony Vanden Borre, na een rare episode in de competitie van de Republiek Congo, zichzelf weer in Brussel heeft aangeboden. ‘Ik kan Anderlecht helpen.’ Anthony in een leren bikini op de cover van Dag Allemaal, akkoord, graag zelfs, maar voorzitter Coucke zou beter geen aandacht meer aan dit Belgische fenomeen besteden.