Eeuwig spits Jan Mulder: 'Waarom ik een onbetrouwbare voetbalanalist ben'
Denswil sprak en flonkerde en sindsdien ben ik een fan.
‘Waarom ik een onbetrouwbare voetbalanalist ben.
1. De elftallen wachten in de tunnel op het sein van de scheidsrechter om het veld te mogen betreden. Aangezien de transfermarkt welig tiert en de spelers vaak van club veranderen, wordt er veel omhelsd met oude vrienden van de andere rij. Leuk gezicht. Er zijn ook twee rijen kinderen naar binnen gedreven en deze mascottes zijn bijna zo boeiend als Ibrahimovic en Ronaldo. Soms is er een welp, zoals vorige week bij Crystal Palace - Manchester United, die van zijn vader, supporter van Palace, een opdracht heeft meegekregen om de sterspeler mentaal te raken: ‘Je vraagt aan Rooney of zijn baard wél echt is.’ (Wayne Rooney heeft kunsthaar laten inplanten.) Het jongetje stelt de brutale vraag. Rooney schenkt hem een vergevensgezinde glimlach.
Als Wayne niet in vorm is, ben ik bereid hem de slechte prestatie niet aan te rekenen wegens zijn beschaafde houding jegens dat door vader als postbode gebruikte kind.
Soms zie je een speler in een geanimeerd gesprek met de aan hem toegewezen kleuter. De duur betaalde prof als kindervriend. De beul van een stopper mag rekenen op mijn analytische mildheid. Hij moet het in de wedstrijd wel heel bont maken, wil hij een onvoldoende van mij krijgen: een zeer dubieuze vorm van analyseren.
undefined
2. Ik heb niet veel met Denswil, Club Brugge. Hij maakt veel fouten, is nonchalant, misschien zelfs wat arrogant. Toen nodigde ‘Extra Time’ hem uit. Denswil sprak en flonkerde en sindsdien ben ik een fan. Als hij zijn blundertje begaat, denk ik aan ‘Extra Time’ en ik vergeet de irritante laksheid, of memoreer die op z’n minst niet. Dat is bepaald zwak analyseren.
3. Blijkt iemand van Zulte Waregem geïnteresseerd te zijn in de regionale, federale en globale politiek, en verklaart hij in het interview op eloquente wijze zijn standpunten die toevallig ook de mijne zijn: uitstekende box-to-box player.
4. Als er niet één tatoeage op het lichaam van een voetballer te ontdekken is, bekruipt mij het warme gevoel dat die aankoop wel eens kan beschikken over een mooie traptechniek, die hij op intelligente wijze aanwendt voor de vloeiende voortgang van het spel. Knoeit hij onverhoopt toch een eind weg, ben ik bereid uit te leggen waar dat aan ligt: de domheid van zijn medespelers. Ze snappen hem niet.
5. Georginio Wijnaldum, FC Liverpool, werd in 2015 Nederlands Voetballer van het Jaar. Zijn dankwoord: ‘U hebt me altijd gesteund. U bent mijn adem, mijn hart, mijn lichaam, mijn ogen, mijn hoofd, in ’t kort: u bent mijn alles.’ Wat een speler. Gini had het niet over een jeugdtrainer of coach, hij dankte zijn oma. Wederom, analist: waarom is dat dan een goede voetballer?
6. Ik heb een hekel aan schandalige overtredingen. ‘Afrikaanse tackles’, met beide voeten als torpedo’s vooruit, worden door misdadigers gepleegd, niet door voetballers. Verontschuldigt zo’n weerzinwekkend type zich na de wedstrijd met zachte stem en de woorden ‘Opeens klapten mijn slagbomen eruit’, schiet ik in de lach en word ik een fan, waar ik een minuut geleden nog een straf had geëist van zes weken geïsoleerd trainen en in het weekeinde niet naar huis.
7. Laurent Koscielny, de eenvoudige wegkopper in de verdediging van Arsenal, is geen attractie. Maar dan lees je in het jaar 2013 dat hij zich in zijn Franse geboorteplaats Tulle heeft ingezet voor de op de rand van het faillissement verkerende accordeonfabriek. Samen met lokale investeerders bracht Koscielny 600.000 euro bij elkaar en de accordeons vliegen weer de deur uit.
Ik word daar week van en mijn analyse vergaat het nog erger: ik zie geen horrortackle, maar hoor de musette en de snik van de dankbare werknemers van accordeonfabriek Maugein. Ik keur alle aanslagen op ledematen goed en eindig de analyse met ‘alweer een heel mooie wedstrijd van Laurent Koscielny’.’