'El Camino: A Breaking Bad Movie' is genoegdoening voor al wie Jesse Pinkman ooit een warm hart toedroeg
Hoe bespreek je een film als ‘El Camino’ – de sequel op ‘Breaking Bad’ die, zes jaar na het einde van de reeks, aan elkaar hangt van de reünies, emotionele catharsismomenten en knipogen naar wat voorafging – zonder té veel te verklappen over wie ’m nog niet heeft gezien?
Dit is het slothoofdstuk van het verhaal van Jesse Pinkman (Aaron Paul), de sidekick die in ‘Breaking Bad’ schipperde tussen vriend en slachtoffer van drugsmogol Walter White. Hoe is het Pinkman vergaan ná zijn vlucht in het donker in de laatste seconden van de laatste aflevering van ‘Breaking Bad’, weg van de nazi’s, weg van White, weg van alles wat voorafging? Nu weten we het. Het open einde is een in marmer gehouwen epiloog geworden. De laatste vragen hebben vaak antwoorden gekregen, zij het niet altijd van bevredigende aard.
Eerst het slechte nieuws: onze suspension of disbelief werd af en toe ernstig op de proef gesteld. Dat elke acteur zichtbaar is verouderd sinds het einde van ‘Breaking Bad’, is uiteraard normaal. Maar in acht genomen dat het verhaal van ‘El Camino’ amper vijf seconden na het einde van de reeks begint, kan dat storend zijn voor wie de serie onlangs nog opnieuw bekeek of sowieso nog vers in het geheugen heeft zitten. Het valt in het bijzonder op bij Jesse Plemons, de acteur achter de welgemanierde psychopaat Todd (één van de origineelste antagonisten van de reeks), die in deze film naar schatting 40 kilo zwaarder staat dan toen de serie werd opgenomen.
‘El Camino’ bestaat voor een ruim een derde uit flashbacks. Er duiken veel ‘Breaking Bad’-personages op (veel van de állerbelangrijkste, jazeker) op, maar steeds en alleen als ze Pinkmans pad kruisen. We zien niets wat Jesse niet ook zelf meemaakt. ‘El Camino’ zit in elkaar als een puzzel vol betekeniszwangere details (de tarantula van Drew Sharp, de kever op de hand van Jesse), aan elkaar geknoopte losse eindjes (de verhaallijn van Jesse’s ouders) en subtiele verwijzingen voor de goede verstaanders. In het begin van de film zie je enkele losse beelden van gebouwen die op het eerste gezicht willekeurig gekozen lijken, tot je beseft dat je naar de nieuwe invulling van het oude advocatenkantoor van de gevluchte Saul Goodman of een voormalig ‘Los Pollos Hermanos’-restaurant van de vermoorde Gus Fring zit te kijken.
Is ‘El Camino’ entertainend en spannend? Zeker. Van de door Badger en Skinny Pete gedragen kolder tot de onversneden wanhoop van Pinkman die als meth lab-dampen boven deze film zweven: voor een film waarin het hoofdpersonage hoofdzakelijk in donkere hoekjes op iets of iemand zit te wachten, wordt het nooit saai. Veruit de opwindendste scène is dat fantastische ‘High Noon’-achtige duel in de vieze schuur.
Is het evengoed, zoals hier en daar werd aangekondigd, een uitstekende thriller die op eigen benen staat en ook te genieten is voor wie de reeks nooit heeft gezien? Dat is minder het geval. Dit is vooral een respectvol postscriptum. Vakkundig gemaakte fan service. Maar ook een uit rauwe, onverwerkte emoties opgetrokken genoegdoening voor al wie de veelgeplaagde Jesse ooit een warm hart toedroeg. Anders gezegd: ‘El Camino’ is geen grootse, tijdloze cinema, maar ik ben wel heel blij dat de film is gemaakt.
Voor de liefhebbers: de in deze film eerste en enige ‘Bitch!’ uit Jesse’s mond duikt op rond de 105de minuut – het is maar dat u het weet.
undefined
Lees ook: waarom blijft 'Breaking Bad' zo populair?