EL VY - Return to the Moon
Beeld u zich eens in dat u geslaagd was geweest in uw eerste kandidatuur rechten. Dat u onverhoeds zwanger was geworden op uw 16de en beslist had het kind te houden. Dat uw moeder en vader besloten hadden hun huwelijk nog een laatste kans te geven. Matt Berninger, frontman van The National, heeft aan een soortgelijke ‘Wat als?’-vraag het debuut van z’n nieuwe band – maar noem het geen nevenproject – EL VY opgehangen: ‘Wat als ik nooit uit Cincinnati was weggetrokken?’
In de wereld die hij en Brent Knopf (Menomena, Ramona Falls) vervolgens oproepen, is indie nog punk en punk nog indie, onbevlekt door Fall Out Boy en videoclips en posterjongens met salonfähige mohawks. Maar dat is niet hoe EL VY klinkt.
Wie titeltrack en schaduwklassieker in wording ‘Return to the Moon’ kan meefluiten – en de afgelopen vier weken dus niet op de maan heeft doorgebracht – weet ook al één en ander over de sound van de hele plaat: een elektronisch vormgegeven groepsgeluid met stevig gemanipuleerde gitaar en drums en digitale handclaps, dermate inventief en afwisselend ingekleurd dat we vaak niet weten waar eerst te luisteren. En daar bovenop, dat valt niet te ontkennen, de zanger van The National. Brent Knopfs secure begeleiding tilt al eens een minder memorabel nummer naar een hoger plan (‘I’m the Man to Be’, ‘Need a Friend’). Soms helpt er geen lievemoederen aan (in ‘Silent Ivy Hotel’ is zelfs Brent een maat voor niks) en een enkele keer loopt het arrangement de song voor de voeten: van ‘No Time to Crank the Sun’ was de kaalgeplukte pianoversie waarmee de heren onlangs Studio Brussel muisstil kregen, een stuk beter.
Matt Berninger beweert dat dit z’n meest autobiografische werk is, en daar doen wij ons voordeel mee. Als de 16-jarige Matt z’n maat Knopf treft in het ruimte-tijdcontinuüm, en melodie, aankleding, tekst en sentiment in elkaar klikken, wordt EL VY pas echt een topgroep. Het afsluitende trio hangt aaneen zoals alleen jonge mensen dat kunnen, met ‘Careless’ als het desolate orgelpunt: ‘Didi, are you lost? / A Cadillac for your thoughts’. ‘It’s a Game’, nog sterker, haalt herinneringen op aan het verscheiden van The Minutemen, in ‘Paul Is Alive’ brandt Matt zichzelf als allenige jonge punkrocker op ons netvlies, ‘Outside the jockey Club / Crying in My 7 Up’. Herstel je daar ooit echt van, zelfs al word je dan later een rockster in de ogen van mensen die beter zouden moeten weten dan zangers te vereren?
In onze strengste telling turven wij zes goeie tot uitstekende songs op ‘Return to the Moon’. Mochten we vijanden willen maken, we zouden zeggen: dat is meer dan op de laatste van The National.
undefined