Elbow op Rock Werchter 2019: bruggenbouwend concert van een groep underdogs
‘Sorry for the Brexit bullshit,’ zei Guy Garvey, en een uur later liet hij ons ‘I’ll be a European ‘till I die’ scanderen. En ergens halfweg zei hij langs z’n neus weg ‘This is a song about love…well, they’re all about love, really.’ Dat waren de parameters: hoe het niét moet (de politiek, het schisma, een wig drijven tussen mensen) en hoe het wél moet (de liefde, de commune, de verbroedering).
‘Fly boy blue/Lunette’, ‘The bones of you’, ‘Magnificent (she says)’, ‘Kindling’, ‘Open arms’, ‘Grounds for divorce’… Het zijn stuk voor stuk songs met een rare structuur die eigenlijk niet zou mogen werken, maar ze doet het wel. Een song van Elbow is eigenzinnig, onvoorspelbaar, vaak lijkt hij drie tot vijf aan elkaar geplakte onderdelen van andere songs.
‘This is a song about arguing,’ kondigde Garvey monkelend aan, voor ‘Little fictions’ inzette, en hij liet het publiek genoeg ruimte om hem tegen te spreken: ‘No it isn’t.’ ‘Yes it is.’ Enzovoort – er is een sketch van Monty Python die in Engeland iedereen kent. En ‘The Birds’ kondigde hij aan als ‘a song about getting old and being forgotten.’
‘Lippy kids’ was naar mijn gevoel het mooiste moment van de set, met die gekke, kinderlijke aanmaning ‘Build a rocket, boys!’, ettelijke keren meegebruld door zowat iedereen in The Barn. En dat dit nu onze song was, omdat enkel de Belgen die ‘zonder het ons te vragen’ op single hadden uitgebracht: ‘You Belgians have the best taste in the world.’
‘Drinking in the morning sun…’ Natuurlijk werd ook ‘One day like this’ zoals altijd integraal meegezongen. ‘One day like this a year will see me right’ – het had het motto voor dit concert kunnen zijn.
Zoals steeds wist Garvey met charme, charisma en een arsenaal aan massamennende trucs The Barn mee te krijgen, maar ik vond het wat teveel van het goede. Ook al is Garvey nog zo sympathiek, als hij bij letterlijk élke song aanmaant om te klappen, te wuiven, te zingen of te fluiten, en letterlijk vijftig keer ‘beautiful’ in alle toonaarden zegt en het ons doet herhalen, dan komt er een punt van verzadiging.
Al bij al toch een mooi, warm, bruggenbouwend concert van een groep underdogs die met grillige, uitgesponnen songs en een mollige frontman toch langzaam (het heeft 25 jaar geduurd) maar zeker een plek tussen de hele groten heeft afgedwongen, met muziek die is wat de Amerikanen wholesome noemen – gezond, positief, verheffend. Dat dat kan, baart hoop.