Guy Mortier, Peter Buwalda en Helmut Lotti Beeld RV
Guy Mortier, Peter Buwalda en Helmut LottiBeeld RV

Biopic'Elvis'

Elvis door de ogen van fans Guy Mortier, Helmut Lotti en Peter Buwalda: ‘Toen hij bijna dood was, vroeg hij nog meisjes van twintig om zijn hand vast te houden’

Nu in de bioscoopzaal: ‘Elvis', een swingende biopic van ‘Moulin Rouge'-regisseur Baz Luhrmann over Elvis Presley. Maar wat maakt van hem zo’n icoon, ook bijna een halve eeuw na zijn dood? Humo liet er vijf jaar geleden, naar aanleiding van de biografie ‘Elvis: een eenzaam leven’, drie kenners van The King aan het woord: ‘Eerlijk: ik vind het eerder verbluffend dat hij nog altijd zo groot is, vanuit geschiedkundig oogpunt.’

Frederick Vandromme

(Verschenen in Humo op 29 mei 2017)

In ‘Elvis. Een eenzaam leven’, de biografie van Ray Connolly wordt het schrijnende, maar ook hogelijk fascinerende en tot de kuif met details gevulde verhaal verteld van een southern man die te veel meemaakte op te vroege leeftijd, te verslaafd was aan te veel, en het leven omarmde met meer overgave dan hij aankon. Naast de indrukwekkende muzikale erfenis woekert ook de mythe rond Elvis Presley voort. Een Elvis Presley die als kind voortdurend verhuisde om de armoede te ontvluchten. Eén die op het toppunt van zijn roem, tijdens zijn legerdienst in Duitsland, zanglessen volgde bij een in opera gespecialiseerde stemcoach: hij wilde per se ‘O sole mio’ kunnen zingen omdat zijn moeder dat zo graag hoorde. Eén die in Las Vegas optrad tot hij erbij neerviel, om de gokschulden van zijn manager Tom Parker af te betalen.

Drie kenners en liefhebbers van de muziek, het charisma en de lange schaduw van Presley bogen zich op verzoek van Humo over deze nieuwe biografie: Guy Mortier, Helmut Lotti en ‘Bonita Avenue’-auteur Peter Buwalda, die tevens het voorwoord schreef van de Nederlandse vertaling. Daarin vat Buwalda één en ander treffend samen: ‘Waarom lezen we Elvisbiografieën? In de hoop dat nader onderzoek uitwijst dat anderen de schuld hebben.’

HUMO Naast het grote verhaal – de opkomst en de ondergang van Elvis – bulkt deze biografie van de petites histoires die minstens evenveel over hem vertellen. Zoals het moment waarop hij schuchter z’n broek laat zakken in het bijzijn van z’n voormalige platenbaas Sam Phillips omdat hij bezorgd is over een knobbeltje, en enkel hém om advies durft te vragen. ‘Ik denk dat ik misschien syfilis heb. En ik ben zo bang dat het bekend wordt en in de kranten komt.’

HELMUT LOTTI (lacht) «Schitterend verhaal: tegelijk een beetje erg én heel mooi. Elvis zag Phillips als één van de weinige mensen in zijn leven die hij nog kon vertrouwen. Iemand van zijn eigen bloedgroep. Door dat verhaal merk je toch goed waar hij echt thuishoorde? En bij welk platenlabel hij altijd had moeten blijven: Sun Records van Phillips, en niet het grote RCA. Goed: dan was hij waarschijnlijk nooit zo groot geworden... Maar als mijn tante kloten had, was ze mijn nonkel geweest. We zullen het nooit weten.»

GUY MORTIER «Afgezien daarvan meen ik uit het boek begrepen te hebben dat wel meer mensen de lul van Elvis hebben gezien.»

HUMO Elvis en de vrouwen! Connolly schrijft: ‘Elvis was recidief ontrouw en promiscue als geliefde en echtgenoot, terwijl hij daarnaast juist absolute trouw eiste van de vele vrouwen in zijn leven.’

LOTTI «Al die vrouwen, man! (lacht) In het boek staat een hele polonaise aan liefjes en maîtresses, en dan denk ik dat er nog veel potjes toegedekt gebleven zijn. Hij is emotioneel altijd een kind gebleven, hè. Niet in staat tot een volwassen relatie. Als je leest dat hij – toen hij al bijna dood was – meisjes van twintig uitnodigde om zijn hand vast te houden omdat hij anders de slaap niet kon vatten... (Blaast) Dan ben je toch een zielige mens?»

HUMO In het voorwoord schrijft Peter Buwalda: ‘Wie, zoals ik, van The King houdt, zal in het reine moeten komen met zijn verachtelijke kant.’ Een moeilijk proces?

PETER BUWALDA (lacht) «Een beetje wel. Het is één van de nadelen van biografieën: je komt erg dicht op de huid van je held. In het geval van Elvis is de menselijke kant best ontluisterend. Toch treurig hoe hij enerzijds zoveel bewerkstelligd heeft, en anderzijds zijn leven zo zwak indeelde dat hij er finaal aan onderdoor ging.»

MORTIER «Die rare ‘menselijke’ kanten hebben mijn mening over hem nooit beïnvloed – misschien ook omdat ik ze pas te weten kwam toen hij al lang niet meer de Elvis was die mij van mijn paard had gebliksemd. Ik heb het altijd schokkender en degoutanter gevonden dat hij ‘O sole mio’ is gaan zingen dan dat hij al eens een tv aan gruzelementen schoot. Ik heb me wel vaak afgevraagd, toen hij als jonge twintiger al zowat de bekendste mens ter wereld was: wat moet die onder een ongelooflijke druk staan, hoe slaagt die erin overeind te blijven – wat dus niet het geval was. Ik leefde vooral met ’m mee, ik supporterde.»

HUMO Tijdens welke scène in zijn leven hadden jullie een vlieg op de muur willen zijn?

BUWALDA «In één sessie in juli ’56 heeft Elvis ‘Hound Dog’, ‘Don’t Be Cruel’ én ‘Any Way You Want Me’ opgenomen: dáár was ik graag bij geweest. Hoe zag Elvis eruit terwijl hij die songs inzong? Of zo’n vroege studiosessie bij Sun: ‘Mystery Train’. Hoe fantastisch moet dat geweest zijn!»

HUMO Hebben jullie thuis waardevolle Elvismemorabilia? Ik vraag het omdat The Guardian onlangs berichtte dat Elvisspullen de laatste jaren steeds minder opbrengen op veilingen.

MORTIER «Een paar dingen. Mijn kinderen brachten vroeger weleens iets mee uit Amerika. Ik heb bijvoorbeeld één van Elvis’ allereerste lp-verzamelboxen, met daarin – ik verzin niets – stukken van kostuums die hij heeft gedragen. Die hadden ze machinaal in reepjes gesneden. Gewone maatpakken, hè, in pied-de-poule, niet de Las Vegas-paradepakken. Enfin, als ik al die stukken aan elkaar naai, kan ik rondlopen in een Elvis-broekspijp.»

'Ik kan rondlopen in een broekspijp van Elvis’ Beeld
'Ik kan rondlopen in een broekspijp van Elvis’

HUMO In datzelfde artikel werd aan die neerwaartse trend de vaststelling verbonden dat de iconische status van Presley aan het afkalven is.

MORTIER «Het is een wereldwonder, vind ik, dat er nog altijd miljoenen platen van Elvis verkocht worden– want zoveel zijn het er, in nieuwe verpakkingen en versies. Maar: zodra de mensen die Elvis nog echt hebben meegemaakt – en dat geldt dus voor mij, thank you Lord – zijn overleden, én de kinderen aan wie ze het hebben doorgegeven, en hun kinderen – ja, dan móét het wel zoetjesaan afzwakken. Dat is normaal. Eerlijk: ik vind het eerder verbluffend dat hij nog altijd zo groot is, vanuit geschiedkundig oogpunt. De tijd doet nu eenmaal zijn werk. Napoleon wordt ook minder op handen gedragen – althans hier in Zurenborg, heb ik gemerkt – dan een tijdje geleden.»

HUMO Het is oud nieuws, maar tijdens het lezen van deze biografie werd ik toch weer heel erg woedend op die klootzak van een Colonel Tom Parker, de manager die Elvis financieel succes bezorgde maar hem ook onder de knoet hield, intimideerde en foute carrièrerichtingen uitstuurde.

BUWALDA «Onbeschrijflijk, hè. Die figuur is zó duidelijk verbonden aan de neergang van Elvis: daar word je niet vrolijk van. Een manager die artistiek totaal geen interesse had in wat Elvis uitvrat. Hij maakte misbruik van het feit dat Elvis arm en goedgelovig was opgegroeid en zag hem als een cashcow die hij door en door kon uitmelken.»

MORTIER «Die onnozele Parker kende zijn zwakke plekken natuurlijk goed: Elvis, die heel simpele jongen, wilde bovenal zingen en beroemd worden, en naarmate dat lukte, veel geld verdienen. En dus dwong hij hem tot dubieuze carrièrezetten die wij nu krankzinnig vinden, maar die toen het meeste opbrachten. Al die lamentabele films waarin hij hem liet opdraven! Dat mag je niemand aandoen, laat staan een groot artiest.»

BUWALDA «Of het feit dat Elvis zijn legerdienst ging doen: een idee van Parker. Omdat dat een patriottische daad was: het moest Elvis’ rebelse imago temmen, en daardoor een nóg groter publiek aanspreken. Dan verbood hij Elvis ook nog eens om tijdens die legerdienst nieuwe muziek te maken: het zou schaarste creëren. Zo jammerlijk!»

LOTTI «Ik weet het niet. Ik vind het te gemakkelijk om te zeggen dat Parker alleen maar met geld bezig was. En dan nog: dat is toch de job van de manager? Als Elvis het er niet mee eens was, had hij veel vaker ‘fuck you’ moeten zeggen. De finale beslissing en verantwoordelijkheid lag bij hemzelf.»

HUMO Elvis’ moeder, Gladys, had het nochtans snel begrepen: ‘Parker is de duivel.’

MORTIER «Ik ben het met haar eens, maar: zeer veel managers en platenbazen zaten in die tijd op het randje van het criminele. Heb je ‘Vinyl’ gezien, die HBO-reeks van Mick Jagger en Martin Scorsese? De platenbusiness zat toen vol met uitbuiters en aasgieren. De hele geschiedenis van de zwarte muziek puilt uit van de grote talenten die gepluimd werden tot-en-met. Het toeval wil gewoon dat Parker de hoofdvogel in zijn klauwen had.

»Zelfs drie van The Beatles, toch intelligente mensen, hebben hun zakelijke belangen op een gegeven moment in handen gegeven van een schurk: Allen Klein. Dat was vroeger gewoon een geplogenheid in de pop. En dan had een simpele hillbilly als Elvis moeten weten tot wie hij zich diende te wenden?»

HUMO Parker zou, hoewel zesentwintig jaar ouder, uiteindelijk pas twintig jaar na Elvis sterven: in ’97!

MORTIER «Ik vind: je mag een mens geen ellendige, door slangen en spoken verstoorde en door de duivel zelve verlengde doodsstrijd toewensen – maar in het geval van Parker moet ik moeite doen om niet te hopen dat het zo is geweest.»

'Het is een viezig, droevig en morbide verhaal’ Beeld
'Het is een viezig, droevig en morbide verhaal’

BUWALDA «Anderzijds was het wel een heel fascinerende figuur, die Dries van Kuijk, zoals hij echt heette. Eind jaren 20 vanuit Breda naar Amerika vertrokken: hij liet zijn familie achter en liet nooit meer iets van zich horen. Pas decennia later zien zijn ouders plots de cover van een blad, ik geloof Time Magazine, met daarop een foto van Elvis die ergens in Duitsland van de trein stapt. Op de achtergrond van die foto: hun Dries! Zo kwamen die mensen erachter dat hun zoon de manager was van de beroemdste mens ter wereld. Fantastisch verhaal.»

HUMO Peter, in je voorwoord leg je uit waarom Elvisfans biografieën lezen: om antwoorden te vinden op de talloze vragen die zijn figuur oproept. ‘Waarom maakte hij al die slappe musicals? Wie gaf hem die duizenden tabletten en pillen?’ Als dat het uitgangspunt is, blijven er na deze biografie dan nog onbeantwoorde vragen over?

BUWALDA «Voor mij niet. Het leven van Elvis is vrij goed vastgelegd, qua feiten ben ik ondertussen verzadigd. Maar ik zou het interessant vinden als iemand nog eens een héél goede documentaire over hem maakte. Mensen als David Lynch of Martin Scorsese. Er zijn al wel wat films – maar iets dat artistiek écht in orde is en waarin de juiste vragen over zijn impact worden gesteld: dat ontbreekt nog.»

HUMO Het boek begint met een stukje advies dat komiek en jazzmuzikant Jackie Gleason ooit aan Elvis gaf: ‘Loop over straat, ga naar restaurants, maar verstop je niet. Want als je dat wel doet, word je de eenzaamste persoon ter wereld.’ Fantaseer eens: welk advies hadden júllie hem willen meegeven?

MORTIER «Ik heb dit al vaker verteld, maar: ik héb Elvis bijna eens mijn gedacht gezegd. In die tijd had Humo een correspondent in Hollywood, één die zeer goed was ingevoerd in de wereld van de sterren. Hij heeft me vaak gezegd: ‘Kom toch eens naar Amerika. We gaan samen naar Vegas. Ik breng je tot bij Elvis!’ Ik heb het ernstig overwogen. Ik wou hem zeggen: ‘Elvis, jongen, je bent helemaal verkeerd bezig. Ga terug naar je roots. Zie je dan niet wat voor rommel je uitbrengt?’ Elvis zou daar natuurlijk eens goed mee gelachen hebben. Tenzij hij de onschuld en de goede bedoelingen in mijn ogen had gezien, natuurlijk.

»Hoe dan ook: ik ben niet gegaan. Puur en alleen omdat ik op dat moment dacht dat ik bij Humo niet gemist kon worden, zelfs geen week. Vergeet alle problemen van Elvis – dát is pas een tragisch verhaal.»

'Een artiest is iemand wiens ego nog groter is dan zijn onzekerheid’ Beeld
'Een artiest is iemand wiens ego nog groter is dan zijn onzekerheid’

HUMO In 1965 gingen The Beatles op bezoek bij Elvis. Wat een legendarische ontmoeting had moeten worden, leest hier als een vreselijk ongemakkelijke scène. Hij was zenuwachtig en geïntimideerd en voelde zich – met zijn inmiddels kortgeknipte kapsel, ‘als een helm stevig in model gegoten, terwijl The Beatles met hun lange haar een jongensachtige, natuurlijke branie uitstraalden’ – hopeloos ouderwets.

MORTIER «Voor mij is het duidelijk dat Elvis toen totaal depressief was, ook al bestond zoiets nog niet officieel. Als je je bedreigd voelt door mensen die jou zo openlijk adoreren, dan ben je toch in de war? The Beatles hadden hun bewondering voor Elvis toen allang luidop verkondigd. Maar: Elvis wist niet hoe hij moest omgaan met Britten die jonger, opwindender en – op dat moment – beter waren dan hij. Heel deep down toch een minderwaardigheidscomplex? Of gewoon pure angst dat het voorbij was?

»Tijdens het lezen vroeg ik me ook af: waarom had Elvis nooit het idee of het lef om aan Lennon en McCartney te vragen of ze een song voor hem wilden schrijven? Die jongens hadden een gat in de lucht gesprongen! Maar nee, hij durfde niet. Of hij mocht niet van de Colonel. Nochtans had Elvis iederéén kunnen krijgen. Aanvankelijk werkte hij nog even samen met genieën als Leiber en Stoller, maar later is dat afgesprongen en moest alles geleverd worden door sukkelaars die hun rechten wilden afstaan. Stel je eens voor wat dat had kunnen worden als Elvis en The Beatles goed met elkaar opgeschoten waren!»

HUMO Het is ironisch én confronterend dat, voor iemand die zoveel bereikt heeft, Elvis’ biografie toch leest als een aaneenschakeling van gemiste kansen.

MORTIER «Dat was bijna een onderdeel van zijn persoonlijkheid. Kijk naar het filmluik van zijn carrière. De grote regisseur Elia Kazan, toen al wereldwijd gerespecteerd om de klassieker ‘On the Waterfront’, wilde met Elvis werken! Men wilde hem ook in ‘West Side Story’, uitgegroeid tot één van de beroemdste en invloedrijkste musicals aller tijden! Maar: niemand hielp hem om die doelen te bereiken. Die smeerlap van een Colonel verbood hem om op dat soort voorstellen in te gaan, om boeiende nieuwe mensen te ontmoeten... Of was Elvis zelf bang? Dacht hij dat hij het niet aankon?»

HUMO Een gemiste kans van een andere orde: de entourage van Elvis zou ooit David Bowie benaderd hebben voor een samenwerking. Het is er niet van gekomen, want niet veel later overleed hij.

MORTIER «Story of his life.

»Maar misschien vragen we te veel van Elvis. De mens die rock-’n-roll op de wereldkaart heeft gezet, die op zoveel vlakken zo fantastisch was – móést die ook nog eens een intellectueel meesterbrein zijn? Natuurlijk niet.»

HUMO Over de ontmoeting tussen The Beatles en Elvis schrijft Connolly nog: ‘McCartney, Lennon en hun aanhang maakten de ene grap na de andere waar Elvis niets van begreep. Was hij dan het doelwit?’ Geïnsinueerd wordt dat Elvis te dom was voor slimme humor.

LOTTI «Nochtans had Elvis een fantastisch gevoel voor humor. In het boek valt mij een paar keer op dat zelfs de biograaf zijn ironie niet begrijpt. Zoals toen Elvis zogezegd een meisje bezwangerd had. Daarover zei hij op een podium in Las Vegas: ‘Dat kan niet, want ik vrij altijd met condoom. Vraag maar aan mijn vrouw.’ (lacht hard) Een grap die ik in zijn plaats ook had gemaakt, denk ik.»

HUMO Was hij ook grappig in zijn films?

LOTTI «Ja! Af en toe onbedoeld, misschien. Neem nu ‘Flaming Star’. Opgevat als een ernstige film, maar bij mij wekt hij lachscheuten op. Maar er is ook de komedie ‘Follow That Dream’. Veel mensen kennen die film niet, dus ik was blij toen ik las dat ook Connolly ’m kan waarderen: ik vind het één van Elvis’ allerbeste. Met een uitgestreken kop brengt hij daarin dezelfde soort debiele humor die veel later populair werd met films als ‘The Naked Gun’: zó dom dat ik me er slap mee heb gelachen. Elvis had benul van timing, en hij had duidelijk komisch talent.

'Van zo'n apotheek wordt iedereen stapelgek’ Beeld
'Van zo'n apotheek wordt iedereen stapelgek’

»Nu, ook Parker kon hilarisch uit de hoek komen. De manier waarop hij de merchandising van Elvis bestierde: men verkocht zowel pins met de tekst ‘I love Elvis’ erop als pins met ‘I hate Elvis’. In beide gevallen rijfden hij en Elvis het geld binnen (lacht). Humor van de bovenste plank, toch?»

HUMO Heren, samengevat: is ‘Elvis. Een eenzaam leven’ van Ray Connolly een góéde biografie?

BUWALDA «Voor mensen die niet per se alles willen weten, is ze handzaam, vaardig geschreven en toegankelijk. Maar: lang niet zo goed als de dubbele van Peter Guralnick. Die heeft met ‘Last Train to Memphis’ en ‘Careless Love’, uitgekomen in ’94 en ’99, de eerste fatsoenlijke Elvisstudie gemaakt, én meteen de definitieve. Die van Connolly is veel korter, maar wel soepel samengevat.»

LOTTI «Ik vond het een fantastisch werkstuk. Zeer interessant, goed uitgebalanceerd en met een heel indringende inkijk in zijn psyche. Zo’n viezig, droevig en morbide verhaal! Ik heb ervan wakker gelegen.»

HUMO Lazen jullie iets dat jullie nog niet wisten?

LOTTI «Eerlijk gezegd: ik wist niet dat Elvis zó donker was. Zoals het in dat boek beschreven staat – en ik geloof het allemaal – daar blijkt toch duidelijk uit dat hij manisch-depressief was, ook al werd het toen nog niet zo benoemd? Of, met die zelfdestructieve neigingen, een borderliner avant la lettre? En zo onzeker dat hij was!

»Men zegt soms: een artiest is iemand wiens ego nog net groter is dan zijn onzekerheid. Bij Elvis blijkt dat helemaal te kloppen.»

BUWALDA «Hij is zeker in een soort van gekte geraakt, maar of dat nu borderline is? Het is meer een geval van nurture dan van nature, volgens mij. Als kind zal hij misschien niet extreem stabiel zijn geweest, maar nu ook weer niet zó afwijkend. Alleen: de omstandigheden werden op een gegeven moment zo dwingend dat ze vanzelf een invloed hadden op zijn psyche. Gooi daar nog al die pepmiddelen, angstremmers en slaapmiddelen bovenop en dan is er natuurlijk geen houden meer aan. Van zo’n apotheek wordt iedereen terstond stapelgek.»

HUMO Ondanks al zijn verslavingen had Elvis een uitgesproken afkeer van níét-voorgeschreven medicijnen. Hij was er trots op dat hij geen ‘drugs van de straat’ gebruikte.

LOTTI «Is dat wel zo? Ik las dat hij zelfs aan de vloeibare cocaïne zat! Dat wist ik niet...

»Trouwens, we moeten daar eerlijk in zijn: Elvis aanbad zijn mama als een god, maar ’t is wel door haar dat hij aan de pillen verslaafd is geraakt. Om te beginnen is het genetisch bepaald, want zij was duidelijk alcoholiste. En ze nam aldoor van die pillen, dus hij vond het doodnormaal om dat zelf ook te doen. Volgens mij treft haar méér schuld voor Elvis’ ellendige einde dan Parker.»

HUMO Het probleem was ook dat niemand nog ‘nee’ tegen hem durfde te zeggen.

LOTTI «Als iemand zich gedraagt als een groot kind, behandel je hem toch ook als een kind? Men had hem af en toe eens goed in de hoek moeten zetten. Echte vrienden hadden dat gedaan, maar natuurlijk niet de slippendragers die hem omringden. Zijn omgeving had hem kunnen rédden als ze niet elke keer geplooid waren voor zijn Louis Quatorze-achtige woedeaanvallen.

»En om hem dan, in de toestand waarin hij zich bevond, ook nog eens op tournee te sturen: dat is toch misdadig?! Precies hetzelfde hebben we veertig jaar later bij Amy Winehouse gezien.

»Tijdens het lezen schoot het liedje ‘Cruel to Be Kind’ van Nick Lowe me voortdurend door het hoofd: ‘You’ve gotta be cruel to be kind’. Elvis zong net het omgekeerde: ‘Don’t Be Cruel’. En precies daar lag het probleem: de mensen om hem heen waren veel te zelden cruel to be kind tegen hem. Niemand zei ooit ‘nee’ tegen Elvis.»

HUMO Het is een scheve vergelijking, Peter, maar: heb jij na het succes van je roman ‘Bonita Avenue’ zelf ervaren dat de mensen opvallend vaker ‘ja’ tegen je zeiden?

BUWALDA «Een héél scheve vergelijking. Maar inderdaad: wie ergens succes mee heeft, merkt vrij snel dat de wereld ineens een slagje anders tegenover je komt te staan. En als dat slagje bij de meeste successen neerkomt op, laten we zeggen, een verschil van 3 à 4 procent, dan moet dat bij iemand als Elvis Presley meteen 100% zijn geweest. Leer daar maar eens mee omgaan!

»Uiteraard pas ik niet in dat rijtje, maar in een miniversie ervan heb ik wel kunnen waarnemen: wanneer de wereld je heel gewillig is, liggen arrogantie, gemakzucht en egocentrisme op de loer.

»Een gewaarschuwd mens telt voor twee, en Elvis had het grote nadeel dat hij weinig voorbeelden had. Ook de generatie na hem had het nog moeilijk: Jimi Hendrix, Janis Joplin, al die sterren die vroeg zijn gestorven... Volgens mij is er een soort leerschool, en Elvis was daarin duidelijk een wegbereider. Hij was het slechte voorbeeld: ‘Zo moet je het níét aanpakken.’»

HUMO Vrolijke eindnoot: uit dit boek blijkt gelukkig ook ten overvloede dat Elvis’ impact op zijn fans werkelijk ongezien was.

LOTTI «Frappant vond ik die anekdote van na zijn optreden in ‘The Ed Sullivan Show’ in ’56. Elvis liet zich toen fotograferen terwijl hij gevaccineerd werd tegen polio. Wel: in het volgende halfjaar is maar liefst 84% van de Amerikaanse jeugd zich gaan aanmelden voor zo’n inenting. Immens! Meteen de enige keer dat hij iets in zijn lijf stak dat opgebracht heeft.»

MORTIER «De mooiste zin van de biografie is de allerlaatste, een citaat van Bob Dylan: ‘Toen ik Elvis voor het eerst hoorde, was het alsof ik uit de gevangenis ontsnapt was. Ik dank God op mijn blote knieën voor Elvis Presley.’ Dylan! En ik weet dat Lennon er net zo over dacht. Zegt dat niet alles?»

Lees ook:

Onze recensie van ‘Elvis': ‘Op de cruciale momenten voelt het daadwerkelijk alsof de Heilige Geest van Elvis zich uitstort over de film.’

Humo sprak in 1964 met Elvis Presley: ‘Je moet vertrouwen kunnen hebben als je ergens wil komen’

Cherchez la femme Priscilla Presley: ‘Waar Elvis ook is, ik hoop dat hij het goed stelt’

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234