BOEK★★★★1/2
Enig minpunt aan deze bundel? Dat hij slechts bestaat uit 172 bladzijden
Enig minpunt aan deze tot binge reading aansporende bundel? Dat de tien uitgekozen essays, geschreven tussen 1936 en 1948, slechts 172 bladzijden beslaan. Nu George Orwells enorme oeuvre publiek domein is geworden, regent het vertalingen. Gelukkig maar, want hij blijft één der allergrootste romanciers, essayisten én denkers tout court. Orwell schrijft rijk over armoede, sappig over honger, tijdloos over tijdperken en toont zich even sterk in terugkijken als vooruitkijken (‘1984’!). Evengoed ondervinden we de onveranderlijkheid der dingen: ook medio 20ste eeuw werden boekverkopers al lastiggevallen met vragen over onbekende titels, ‘maar met een rode kaft’, en waren boekrecensies te summier (kuch).
Of hij nu billenkoek krijgt in het jongensinternaat of als soldaat in Birma een losgeslagen olifant moet afknallen, Orwell prikt de heftigste momenten glashelder én lichtvoetig in het lezersgeheugen, onderwijl inzichten uit de losse pols schuddend. Evergreen George was tegelijk een verhalenvertellende oom waarmee je nachtenlang rond een kampvuur wilt hangen, een anti-totalitaire strijder, een tot zelfreflectie aansporende wijsgeer, een literair entertainer en een kameleon die in een wirwar aan thema’s steevast een waarachtige zoektocht ondernam naar wat was, is, wordt en hoort te zijn.