Erlend Øye van The Whitest Boy Alive
In het universum van Erlend Øye ('Een Noorse Bill Gates op paddenstoelen,' dixit Gonzales) worden eerste indrukken zelden bevestigd. Zijn songs zijn diep melancholisch én ongemeen dansbaar. Wegens zijn looks wordt hij een posterboy voor nerds genoemd, maar tegelijk komt hij op platen en podia honderd keer funkier uit de hoek dan je van die bevolkingsgroep zou verwachten.
Begin deze eeuw, net na de release van Quiet Is the New Loud', het debuut van de Kings of Convenience, werden Øye en zijn collega-King Eirik Glambek Bøe door de Britse pers gebombardeerd tot vaandeldragers van de New Acoustic Movement. Dik tegen hun zin: Øye is de minzaamheid in persoon, maar waag het niet hem in een vakje te stoppen. Met The Whitest Boy Alive heeft hij een bijzonder aankoopwaardige nieuwe plaat uit, Rules', en daarmee komt hij op dinsdag 14 april de AB inpalmen.
''Ik zou bekend willen staan als De Man Die Alleen In Songteksten Spreekt''
HUMO In een interview met jou op YouTube antwoord je op een vraag met één van je oude songteksten. Spreek je wel vaker in lyrics?
Erlend Øye «Zou dat niet fantastisch zijn? Ik zou een nier geven om bekend te staan als De Man Die Alleen In Songteksten Spreekt. Lou Reed zie ik dat nog wel doen. Op de vraag of hij nog toekomstplannen heeft, zou hij dan kunnen antwoorden: Maybe I should get a farm in Southern France, where the winds are wispy and the villagers dance. You and I, we'd sleep beneath a moon, sleep till noon.' (lacht)»
HUMO Deze maand vieren we de vijfentwintigste verjaardag van This Is Spinal Tap'. Fan?
Øye «Are you kidding me? Ik ben gék op Spinal Tap, en alle anekdotes in die sfeer.
»Het beste Spinal Tap-verhaal ging over een zanger - ik ben vergeten wie precies - die een bril draagt, maar op de dag van een optreden toevallig lenzen in had. Hij kwam een halfuur te laat op het podium omdat de buitenwipper, die alleen een oude foto van de band had, hem niet wilde binnenlaten. 't Is heel simpel: de zanger van deze groep draagt een bril, jij niet.' Hadden ze daar een uur over staan discussiëren (lacht).
»Mijn eigen favoriete Spinal Tap-moment was met de Kings of Convenience, net voor een concertje in Bergen. We speelden in een club waar ze twee kamers hebben die allebei perfect als backstage kunnen dienen, elk aan een andere kant van het podium. Om één of andere reden zaten Eirik en ik elk in één van die kamers op elkaar te wachten, allebei denkend: Tjonge, waar blijft die?' De show had al vijftien minuten bezig moeten zijn toen iemand van de organisatie op het idee kwam om eens in die kamertjes te gaan kijken. Andere groepen laten het publiek wachten om de spanning op te drijven; wij omdat we te lomp zijn.»
U leest het volledige interview met The Whitest Boy Alive in Humo 3577
Lees Spinal Tap-verhalen van Vlaamse artiesten
Wat schaft de pod?
Een selectie van de fijnste tracks die al uit de pen van Erlend Øye vloeiden:
undefined
undefined
'I Don't Know What I Can Save You From' - Kings of Convenience
'Poor Leno' - Röyksopp
'Sudden Rush' - Erlend Øye
'Misread' - Kings of Convenience
'The Black Keys Work' - Erlend Øye
'Burning' - The Whitest Boy Alive
'Don't Give Up' - The Whitest Boy Alive
'Casualties' - Phonique
'High On The Heels' - The Whitest Boy Alive
'Unrest' staat niet op iTunes. U kunt 'Ghost Train' en 'Fine Day' beluisteren op de MySpace-fanpagine
YouTube: 'Sheltered Life / Fine Day (A Capella)'