Erotische cultclassics: Salon Kitty (Tinto Brass, 1976)
Als voorspel op de release van de sensuele parel ‘Lady Macbeth’ op 12 april, onderwerpt Humo’s filmjournalist Erik Stockman zich (opnieuw) aan vijf erotische cultclassics. Vandaag: ‘Salon Kitty’ van Tinto Brass. Licht, camera, minnelust!"
Liet de Italiaanse regisseur Tinto Brass in ‘Caligula’ (1979) zijn groteske fantasie los op het Romeinse Rijk, dan ging hij in het drie jaar eerder gemaakte ‘Salon Kitty’ zijn bedonderde gang met het Derde Rijk. Het resultaat was een compleet gederangeerde cinematografische buitenissigheid die net als ‘Ilsa, Wolvin van de SS’ thuishoort in het gesticht van de naziploitationfilm, waarin leren laarzen, zwarte kepies en dreigende SS-uniformen als in een ziekelijk cabaret samensmolten met blote borsten en billen (waarbij we sofort dienen op te merken dat ‘Salon Kitty’ iets stijlvollere cinema is dan het toch ietwat weerzinwekkende ‘Ilsa, Wolvin van de SS’).
Er is een plot: aan de vooravond van WOII recruteert een Gruppenführer van de SS (Helmut Berger) twintig meisjes die in de naam van het nationaal-socialisme aan het werk zullen worden gezet in het beruchte luxebordeel van Madame Kitty (Ingrid Thulin), een plek waar – zo horen we de hoerenbazin vol trots verkondigen – de nazikopstukken Himmler en von Ribbentrop trouwe klanten zijn (‘Göring jammer genoeg niet’). Belangrijk om te weten is dat de twintig uitverkorenen geen professionele lichtekooien zijn, maar onervaren, uit alle geledingen van de maatschappij geplukte meisjes die – in een reeks scènes waar je broek van afzakt – eerst nog de kneepjes van het vak dienen te worden aangeleerd.
‘Copuleren is als doden,’ zo horen we de Gruppenführer verklaren tijdens een toespraak in een gigantische zaal waar de meisjes tegen een achtergrond van Swastika’s en bronzen adelaars in een rij staan opgesteld. ‘Na de eerste keer voel je je misselijk en heb je last van slapeloosheid. Algauw wordt het erg opwindend!’ Vervolgens krijgen de grieten het bevel om hun jurkjes uit te trekken. ‘Uw taak zal zijn om niets te weigeren: masturbatie, anale coïtus, fellatie!’ zo vervolgt de Gruppenführer terwijl hij als een volleerde nazi streng heen en weer stapt langs de naakte deernen, waarbij het gestamp van zijn laarzen op de marmeren vloer luid in de zaal na-echoot.
De imposante decors waren trouwens het werk van Ken Adam, de briljante Britse production designer die ook de sets van de eerste James Bond-films had uitgetekend. Adam, die rechtstreeks van de set van ‘Barry Lyndon’ kwam, waar Stanley Kubrick hem met zijn onmogelijk eisen ei zo na naar de waanzin had gedreven, was naar verluidt bijzonder opgelucht dat hij voor rekening van Tinto Brass eens een nazi-bordeel mocht uittekenen. Nu hebben wij in ons leven al heelwat rare films gezien, van Japanse zombiekattenfilms tot Vlaamse boerenkluchten, maar bij het zien van sommige taferelen uit ‘Salon Kitty’ dienden wij onszelf geregeld stevig in de arm te knijpen.
In een scène die het midden houdt tussen een waanzinnig horrortafereel en iets van het theatergezelschap Abattoir Fermé, zien we hoe – tegen een achtergrond van met bloed bespatte muren waarop de woorden ‘Arbeit Macht Frei’ staan gekalkt – enkele nazi’s in een slachthuis tegelijk varkens staan te kelen en in de achterwerken van luid lachende dikke vrouwen staan te knijpen, en dit terwijl vrolijke marsmuziek weerklinkt: laat dít zien aan het Animal Liberation Front, en die mensen vallen flauw.
Nog meer surrealistische zinneloosheid: om te checken of ze wel opgewassen zijn tegen hun taak, dienen de meisjes onder het goedkeurende oog van de Gruppenführer te cohabiteren met achtereenvolgens een gebochelde dwerg, een beenloze stumperd, en een jood. Romeo rent vol afgrijzen weg, Eros stort zichzelf in een ravijn, Cupido schiet zichzelf een pijl in de voet. Vervolgens gaat de gekte een beetje liggen, en spitst het verhaal zich toe op de verrassend ingetogen liefdesaffaire tussen één van de hoertjes en een gedesillusioneerde piloot van de Luftwaffe die zichzelf omschrijft als een ‘architect van een kerkhof zonder graven of kisten’.
Ineens vallen er zelfs mooie dialogen op te pikken: ‘Margareta’, zo horen we de piloot zeggen, ‘De mens behoort toe aan de ménsheid, níet aan een natie, een ras of een religie.’ Om anno 2017 zo’n ontroerende oneliner te horen in een naziploitationfilm van Tinto Brass: we werden er warempel even stil van. Verder treft u in ‘Salon Kitty’ ook een leuke running gag aan: hoe verder de nazi’s in Europa oprukken, hoe decadenter het er in het bordeel aan toegaat. Polen binnengevallen? Champagne! Parijs veroverd? Seksorgie!
Eigenlijk twijfelen we er niet aan dat Brass in wezen een cineast met nobele intenties was, en dat hij met ‘Salon Kitty’ iets wilde zeggen over de excessen van de macht. Dit, beste vrienden en vriendinnen, is het soort cinema dat alleen in de jaren 70 kon worden gemaakt, toen filmmakers zich geen bal hoefden aan te trekken van marktonderzoeken, zich zonder censuur aan uitzinnige experimenten konden wagen, en met hun films tegen de grenzen aanduwden van wat algemeen seksueel acceptabel was. Bekijk het zo: moeten we het vandaag stellen met een grijze zakenman die in een clean penthouse met geishaballetjes staat te zwaaien, dan kreeg je in 1976 tenminste nazi-vrouwen te zien die aan de scharrel gaan met geile bocheldwergen.