NijlpaardenPablo Escobar
Escobars ‘coke-nijlpaarden’ planten zich te snel voort: wetenschappers maken de dieren het liefst af
Bijna dertig jaar na zijn dood zadelt drugsbaron Pablo Escobar Colombia op met een onverwachte erfenis. Tientallen achtergebleven nijlpaarden uit zijn privédierentuin planten zich in het wild in rap tempo voort. Deskundigen willen de dieren doden, omdat ze mens en natuur bedreigen.
De nijlpaarden waren de eerste bewoners van de privédierentuin van de beruchte drugsbaron Pablo Escobar. Veertig jaar later zijn ze één van de laatsten die nog rond zijn landgoed in Colombia zijn blijven hangen. De dieren hebben hun onderkomen in de Hacienda Napoles, het imposante luxe landgoed van Escobar dat hij door wereldwijde cocaïnehandel kon bekostigen, verruild voor het vruchtbare moerasgebied tussen Medellin en hoofdstad Bogota.
Ze leven rond de Rio Magdalena. Overdag zijn ze in de meren te vinden, ’s nachts zwerven ze door de grasweiden. De nijlpaarden hebben het prima naar hun zin. Ze komen geen vijand tegen.
Het vergaat de dieren zo goed, dat de populatie de laatste acht jaar ruim twee keer zo groot is geworden: die groeide van 35 naar 65 tot 80 nijlpaarden. De bewoners hebben de dieren omarmd, grotendeels omdat ze ook dollars in het laatje brengen van de toeristenindustrie. Maar wetenschappers zien hen als een grote bedreiging.
De nijlpaarden doden in Afrika, hun natuurlijke leefgebied, bijvoorbeeld meer mensen dan welke diersoort ook. Bovendien zijn ze een bedreiging voor de biodiversiteit. Onderzoekers in San Diego ontdekten vorig jaar dat de kwaliteit van het water verslechtert omdat nijlpaarden erin poepen.
Ook dreigen ze andere inheemse diersoorten te verdringen, zoals de Caribische zeekoeien (lamantijnen). ‘Dit is waarschijnlijk één van de grootste bedreigingen van invasieve exoten ter wereld,’ zegt ecoloog Nataly Castelblanco-Martínez tegen persbureau AP. Deskundigen schatten dat het aantal nijlpaarden de komende jaren kan groeien tot 1.500 in Columbia.
De overheid heeft tevergeefs geprobeerd de voortplanting te stoppen door enkele nijlpaarden te steriliseren. Dat is een complex en duur proces omdat alleen het verdoven van het dier al een hele klus is. Daarna kost het drie uur om de dikke huid door te snijden en vervolgens de voortplantingsorganen te vinden, wat ook niet gemakkelijk is.
Ongeveer tien nijlpaarden zijn inmiddels gesteriliseerd, vier jonge nijlpaarden zijn naar dierentuinen verhuisd. Dit jaar hopen de artsen te kunnen beginnen met chemische sterilisatie, zoals bij varkens wordt gedaan.
In de gaten
‘De gemeenschap houdt ons in de gaten om er zeker van te zijn dat we daadwerkelijk steriliseren en niets anders doen,’ zegt Gina Serna-Trujillo, een dierenarts die een aantal ingrepen uitvoerde. ‘De mensen houden van ze.’
Maar steriliseren is niet genoeg, zegt ecoloog Castelblanco-Martínez. ‘Stel je een stad voor met 50 mensen, en je steriliseert eerst één man en twee jaar later een andere man. Uiteraard zal dat de voortplanting van de hele bevolking niet beperken.’
Volgens wetenschappers is er maar één oplossing: ze moeten dood. Tien jaar geleden was de verontwaardiging groot toen drie van Escobars nijlpaarden problemen veroorzaakten. Jagers doodden er eentje en poseerden trots met hun jachttrofee. Na alle ophef verbood de regering de jacht op nijlpaarden.
Aantrekkingskracht
Castelblanco begrijpt de aantrekkingskracht van nijlpaarden. Ze beschrijft een babynijlpaard zelfs als ‘het mooiste ding ter wereld’, maar benadrukt dat de discussie over hun toekomst niet mag worden beheerst door warme gevoelens die de dieren opwekken.
Ze verwijst naar koraalduivels, een exotische vis die ook schadelijk is voor de natuur en waarvoor campagne wordt gevoerd om ze te vangen en eten. ‘Niemand heeft zich ooit druk gemaakt omdat we op koraalduivels vissen,’ zegt Catselblanco. ‘Maar over het ruimen van nijlpaarden mag je niet eens praten. Ik word een moordenaar genoemd.’
Afrika in Columbia
In de hoogtijdagen van zijn drugsimperium was de Hacienda Napoles een klein stukje Afrika in de bergen van Colombia. Escobar had een privédierentuin met 1200 exotische dieren, die hij illegaal importeerde, zoals olifanten, giraffen, neushoorns en zebra’s, maar ook kangoeroes en flamingo’s.
Na zijn dood in 1993 zijn de meeste dieren verhuisd naar andere dierentuinen of overleden. De vier nijlpaarden – drie vrouwtjes en een mannetje – die hij als eerste in 1981 illegaal uit de Verenigde Staten haalde, bleven achter. Het was te duur en logistiek ingewikkeld om de drie ton zware dieren te verhuizen. Na de dood van Escobar in 1993 werd het landgoed eigendom van de Colombiaanse overheid. De gemeente heeft er een toeristische attractie van gemaakt met een museum en themapark. Daarbuiten is een gevangenis.
Zoon Juan Pablo beschrijft in een boek hoe zijn vader tijdens een reis naar de Verenigde Staten onderzocht hoe hij de exotische dieren, zoals buffels, dromedarissen, kangoeroes en struisvogels, uit een dierentuin kon krijgen. Van leeuwen en tijgers zag hij af, omdat hij wel wilde dat zijn dieren vrij konden rondlopen op zijn terrein.
Escobar legde contact met een een bedrijf in Dallas, dat gespecialiseerd was in het jagen op wilde dieren. Hij betaalde 2 miljoen dollar contant voor de eerste dieren. Die kwamen aanvankelijk per schip aan in Colombia, maar omdat de reis over zee niet comfortabel was voor de dieren, vloog hij ze daarna illegaal het land binnen. Hij gebruikte een DC-3 om neushoorns uit de VS te halen en slaagde er ook in om twee zwarte papegaaien en zelfs twee roze dolfijnen te halen.
(AD)