'Everyday Robots': doe de Damon Albarn
‘Dan Abnormal’, ‘Control Freak’, ‘PDP 13’, ‘Monkey’, ‘2D’, ‘Norman Balda’... Damon Albarn droeg de voorbije decennia naar schatting 39 zelfgekozen pseudoniemen en opgelegde bijnamen. Hij is zowel ‘Ape’ als ‘All-Bran’, maar echt zichzélf was hij zelden. Tot nu: ‘Everyday Robots’ is de naakte Albarn. Kom rustig dichterbij.
Sinds Blur met ‘Leisure’ in 1991 een eerste plaat uitbracht, heeft niemand Albarn ervan kunnen overtuigen dat minder in sommige delen van de wereld ook meer is. Hij verbond zijn naam en talent aan in totaaleen twintigtal studio- en liveplaten, ep’s, film- en operasoundtracks. Hij bouwde zichzelf terloops om tot cartoonfiguur, weigerde een prestigieuze Mercury Prize-nominering (‘We winnen al genoeg’), vatte de tijdsgeest minstens twee en wellicht drie keer perfect op plaat, ranselde supergroepen bij elkaar om ze meteen daarna te verlaten, verbreedde de afzetmarkt van tientallen getalenteerde Afrikaanse muzikanten, en verbeeldde afwisselend de nukkige posterboy en de toegankelijke avant-gardekunstenaar.
Maar de plaat die hij nu aan u en ons wil verkopen, is er één zónder gimmick en zónder zeventien gastmuzikanten om spots, eer en geld mee te delen. Albarn zelf omschrijft de twaalf songs in kwestie als ‘zijn meest persoonlijke’. Klinkt logisch, maar het is niet alsof hij het daarvóór nooit over zichzelf had. Albarn strooit al jaren autobiografische broodkruimels door het oerwoud van zijn back catalogue. Weg kwijt? Hierna: een selectieve biografie van Damon Albarn, aan de hand van tekstflarden uit songs die hij de voorbije twee decennia bij elkaar schreef.
‘Tin foil and a lighter / The ship across / Five days on, two days off’
(‘You and Me’, uit ‘Everyday Robots’ (Damon Albarn), 2014)
De zin op ‘Everyday Robots’ waar de Britse pers dezer dagen het hardnekkigst aan blijft haken. Omdat het een rechtstreekse, bijna potsierlijk openhartige verwijzing betreft naar Albarns heroïneverslaving in de tweede helft van de jaren negentig. Het is een rauwe snee verleden die hemzelf anno 2014 tegelijk vergeeld (want: ‘Al lang geleden’) en helwit (‘Ik weet nog perfect hoe het voelde; goéd’) voorkomt. Hij beweert het er niet graag over te hebben (‘Ik heb een dochter van veertien’), maar hij schrijft er wel een song over – zo subtiel dat hij tussen twee strofes door de woorden ‘jab jab’ (of: ‘prik-prik’) laat vallen. En hij begint er tijdens een recent interview met Q Magazine zelf over: ‘Heroïne is een drug die je, zonder dat je het beseft, van je omgeving isoleert – maar het voelde destijds evengoed aan als een bevrijding. In elk geval herinner ik me die dagen als een ontzettend productieve periode. En ik heb verschillende soorten drugs geprobeerd, maar het is heroïne die me gevoel voor ritme bijbracht.’ ‘Five days on, two days off’ geeft het tempo van de verslaving aan: ‘Vijf dagen per week nam ik heroïne, in het weekend dwong ik mezelf ervan weg te blijven. Een mens moet routine kennen.’
Nú wordt er ophef rond gemaakt, terwijl hij er in het verleden toch ook al niet doorgedreven geheimzinnig over deed. ‘Beetlebum’, de leadsingle van ‘Blur’ (1997), met de ‘He’s on / He’s on / He’s on it’-mantra in het refrein, was een ondubbelzinnige heroïnesong. En ‘Caramel’ verwijst naar de bruine drab die overblijft als je heroïne versmelt. Maar terwijl de drugsproblemen van Elastica’s Justine Frischmann, acht jaar lang de eerstaangewezen scharrel van Albarn, aanvaard tabloidvoer waren, vond niemand het ooit nodig door te vragen naar het gebruik van de Blur-zanger.
Albarn «Eerlijk: ik dacht toen dat iedereen het wel doorhad, maar gewoon vriendelijk voor mij wou zijn. En beleefd genoeg om niet te veel spel te maken rond iets wat duidelijk niet de beste beslissing uit mijn leven was. Ik vond dat sympathiek. Tegenwoordig besef ik gewoon dat fans noch journalisten vaak naar songteksten luisteren.»
undefined