Evi Hanssen & Sergio Herman over 'Mijn pop-uprestaurant'
In de kapel van het voormalig Militair Hospitaal in Antwerpen huist straks The Jane, het nieuwe restaurant van Sergio Herman.Het is op het gras voor dat pand-van-weelde dat ik de chef tref, in het gezelschap van Evi Hanssen.
undefined
undefined
Hanssen presenteert 'Mijn pop-uprestaurant!', het VTM-programma waarin Sergio Herman de jury voorzit. Het volledige interview leest u deze week in HUMO - hieronder leest u alvast wat Herman & Hanssen antwoordden op de vraag welk jaar hun leven het méést bepaald heeft.
Evi Hanssen «(Beslist) 2012. Ik ben toen gescheiden van Fred (Di Bono, red.), de vader van mijn kinderen. Mijn moeder had plots borstkanker. Eén van mijn broers belandde weer in de psychiatrie. En ik zat daar met twee heel jonge kinderen, en ik kon alleen maar denken: 'Fuck, Hanssen, wat gebéúrt er hier?'
»Het is nu twee jaar later, en gek genoeg heb ik aan dat hele 2012 een bijzondere drive overgehouden. Al die klappen, hoe pijnlijk ook, hebben me verder gestuwd. Ik had blijkbaar een vreselijk jaar nodig om zowel professioneel als privé weer - zóéf! - vooruit te kunnen.
»Maar het doet allemaal veel pijn, hoor. Ik kom echt uit de boksring. En het mag zich niet meteen herhalen: als er zich volgend jaar weer zo'n hoop narigheid opstapelt, ga ik eronder door. Dat kan en mag niet, daar ben ik nog te zwak voor.
»(Peinzend) Dat was me wel het jaar, ja: dan wordt een mens 33 en ligt plots alles aan gruzelementen.»
Sergio Herman «Bij mij is 1988 zó bepalend geweest - gelukkig wel in positieve zin. Ik zat op de hotelschool in Brugge en mocht mijn stage doen in een Nederlands tweesterrenrestaurant. Ik was een onzeker baasje dat zijn dagen heftig twijfelend doorbracht. Maar de mensen van dat restaurant gaven me de push: nee, ik moest stoppen met aarzelen, en ja, ik moest iedereen laten zien wat ik in m'n mars had. Ik bloeide open - dáár ben ik chef geworden.»
HUMO Ja: je hebt al vaak verteld hoe je net voor die stage, in de hotelschool, zo fundamenteel onzeker was dat je altijd voor de afwas koos.
Herman «In mijn eerste jaar moesten we eten klaarmaken in een grootkeuken waar heel veel oudere leerlingen kwamen. Als dessert was er flan: dat was gewoon melk met poeder mengen, even in de oven afbakken, en klaar. Wel, dat waren de enige dingen waarvan ik zeker wist dat ik ze kon: afwassen en een flan maken. Daaronder was er het gapende gat - want ik voelde me zo klote onzeker.
»Dat jongetje bestaat nog altijd. Die ziekelijke onzekerheid heb ik misschien bedwongen, maar er is wel een restje overgebleven. Noem het zenuwachtigheid: ik vraag me nog altijd af of ik wel goed genoeg ben. Of ik het wel in me heb om mensen gelukkig te maken.»
Hanssen «Die kleine kwetsbaarheid moet je koesteren, Sergio. Dat niet weg te werken stukje onzekerheid: dat maakt ons mooi.»