Factotum
Voor hij een beroemd schrijver werd, leidde Charles Bukowski het leven van een schooier. Hij sleet zijn dagen en nachten in droeve bars, zwijmelde van job naar job, beleefde af en toe een dronken scharrel, en hanteerde de whiskyfles als beademingssysteem. Mickey Rourke was al erg goed als de jonge Bukowski in 'Barfly', maar Matt Dillon - sinds 'Crash' weer helemaal terug - doet nog beter in 'Factotum'.
Een op 's mans autobiografische schrijfsels gebaseerde, in bier en bourbon ronddrijvende film. 'Factotum' heeft geen echt begin, middenstuk of climax, maar toont losjesweg enkele stukken en brokken uit het laveloze leven van Bukowski's alter-ego Henry Chinaski: Chinaski in de pekelfabriek, Chinaski als taxichauffeur, Chinaski als fietsenmaker (het is de juiste aanpak, want het universum van de dronkaard bestaat inderdaad slechts uit stukken en brokken - de momenten vóór en ná de blackout). De Noorse regisseur Bent Hamer observeert Chinaski met dezelfde kurkdroge Scandinavische humor waarmee hij de twee keukenbewoners uit zijn vorige film 'Kitchen Stories' registreerde - hij onthoudt zich van al te veel cuts, laat zijn camera meestentijds vredig draaien en laat de acteurs hun scènes rustig uitacteren, zoals in dat prachtige, ononderbroken tafereeltje waarin Henry en zijn liefje Jan (Lili Taylor) samen wakker worden, een sigaret opsteken, en meteen weer een biertje openscheuren. Het was ook een goed idee om Dillon offscreen enkele flarden uit Bukowski's werk te laten citeren: zo krijg je misschien zin om eens een boek van de man open te slaan. 'Factotum' is een nu eens hilarische, dan weer aangrijpende film waarin men oude negers dingen kunt horen zeggen als: 'Je bent een liefje kwijt? Geen nood. Je zult andere liefjes vinden. En die zul je óók weer kwijtraken.' En zo is het. Ober, schenk ze nog maar eens vol.