Nouveau Fuck
Feminisme volgens Stella Bergsma: ‘Behaag niet, wees gevaarlijk’
Hoezo Özcan Akyol? Waarom word ik als een van de grootste rebellen uit de Nederlandse literatuur gepasseerd voor de Boekenweek, vroeg de Nederlandse schrijfster Stella Bergsma (49) zich af. Ze besloot een feministisch manifest te schrijven. ‘Ik zie Eus overal op televisie. Dat is ruimte die ik wil.’
What the fuck, dacht Stella Bergsma. De Boekenweek gaat over rebellen, en ik zit daar niet bij? Fuck, man. Ik ben een van de grootste rebellen uit de Nederlandse literatuur. Hoezo Eus?
Bergsma gooit haar armen de lucht in, alsof ze juicht voor een doelpunt, verheft haar stem: “Ik ging naar mijn uitgever en zei: ik ga een manifest schrijven voor de Boekenweek.” Ze laat haar armen zakken, leunt naar voren over de tafel. “En het werkt. Een vriendin zei laatst: jij schrijft toch het boekenweekgeschenk?” Ze laat zich achterover in haar stoel vallen, lacht hard. “Heel goed dat ze dat dacht. Ik schrijf dat manifest natuurlijk uit ego, hè. Narcistische overwegingen.”
Nouveau Fuck
Ze neemt een slok van haar thee. Liever zou ze koffie drinken, maar ze zit aan haar taks. Ze komt terug op Eus: “Hij neemt ruimte in. Ik zie hem overal op televisie. Daar ben ik jaloers op. Dat is ruimte die ik wil. Ik heb dingen te vertellen, belangrijke dingen. Ik wil gehoord worden. Vrouwen moeten mij horen, willen me horen. Een deel van de vrouwen, in ieder geval.”
Dus schreef Bergsma haar manifest: Nouveau Fuck. In twee maanden tijd beukte ze de letters uit haar toetsenbord. Woedend was ze. Omdat vrouwen nog steeds niet gelijkwaardig zijn aan mannen. Zich minder kunnen veroorloven. Sneller worden teruggefloten. Niet geil mogen zijn. Aangerand en verkracht worden. En bovenal: niet gevaarlijk zijn, maar bezig te behagen.
Het is grappig om te merken dat Bergsma schrijft hoe ze praat. Of praat hoe ze schrijft. Wie haar boek leest, ziet het voor zich: een wild gesticulerende Bergsma, die de zinnen naar je toeschreeuwt. Alsof de tekst in capslock is afgedrukt. Het is één lange litanie, maar dan grof en dwingend.
Vijf opdrachten
In het openingswoord van haar manifest (‘Welkom Fuckers’) schrijft ze dat vrouwen die slecht waren, of iets deden dat buiten de norm viel, altijd zijn verketterd. ‘Hoe vaak worden mannen door vrouwen op het social media-matje geroepen? Hoe vaak krijgt een man van een vrouw te horen dat hij zijn mond moet houden en aan zijn auto moet gaan sleutelen? Dat hij lelijk is, of eens goed gepijpt moet worden? Dat ze haar schele siamees met syfilis nog van zijn pik zou trekken?’
Bergsma: “Vrouwen kunnen zich minder slechtheid dan mannen veroorloven. Minder woedend zijn, minder onbeschaamd, onbescheiden en gevaarlijk. Dat moet afgelopen zijn. Daarom roep ik vrouwen op om al die dingen wel te zijn. Dat vind ik interessanter dan tegen mannen zeggen hoe ze zich moeten gedragen. Doe vooral wat je wil. Maar dan mogen vrouwen dat ook.”
In haar manifest heeft ze vijf opdrachten uitgezet. De vijf W’s: Wees Slecht, Wees Woedend, Wees Onbeschaamd, Wees Onbescheiden, Wees Gevaarlijk. “Het is het eerste literaire zelfhulpboek voor vrouwen.”
1. Wees Slecht
“Mijn favoriete W. Vrouwen kunnen zich minder slechtheid permitteren dan mannen. Daarom zeg ik: omarm je eigen slechtheid, zodat je meer gedaan krijgt, meer impact maakt, meer jezelf kan zijn. Heb schijt. De maatschappij fluit vrouwen terug die afwijken van de norm. En vrouwen doen het onderling ook. Zo van: ho, dit zijn we niet van je gewend.
Naast de vrees van vrouwen om publiekelijk terechtgewezen te worden, is er denk ik ook sprake van een wezenlijke angst om alleen achter te blijven. Het idee van de ‘oude vrijster’, waar uiteraard geen mannelijke evenknie voor is.
Trump is een goed voorbeeld. Hij kan zeggen dat hij midden op straat iemand zou kunnen neerschieten zonder een kiezer te verliezen. Hillary Clinton dwong zichzelf om altijd kalm te blijven en te lachen. Ze moest haar tong eraf bijten. Verhief ze haar stem, was ze een bitch.
Ik herken dat. Ik zit regelmatig bij het televisieprogramma Ladies Night. Ik kreeg bakken commentaar. Ik schrok daarvan, trok het me aan. Dat moest ik allemaal verwerken. Ik zou te hard praten, te veel bewegen, een aandachtshoer zijn. Dronk ik een wijntje, zeiden mensen: ze is vast dronken. Zat ik wijdbeens, moest ik mijn benen bij elkaar houden. En droeg ik wel ondergoed? Ik dacht: doe ik het niet goed? Mag ik er niet zijn? Ik wilde me aanpassen, want ik wil niemand kwetsen of storen, en ook niet dat mensen zich aan me ergeren. Ik kan wel stoer doen en zeggen: het maakt me allemaal niks uit, maar dat is niet zo. Het liefst wil ik dat iedereen me leuk vindt. En dat is het probleem, vooral bij vrouwen: we leren hoe we ons moeten gedragen om gemogen te worden. Daaruit moeten we losbreken.
Als we wat vaker slecht zouden zijn, zouden we ook betere boeken schrijven. Ik denk echt dat we daardoor slechter schrijven. Sommige mannen zijn ook tutjes, maar vrouwen zijn bezig met dat derde oog dat ze corrigeert. Het is mij gelukkig wel gelukt met mijn boek Pussy Album.
Er waren vrouwen die mijn bloed wel konden drinken. De hoofdpersoon was niet sympathiek. Sinds wanneer moet dat? Voor mannen hoeft dat al lang niet meer.”
2. Wees Woedend
“Als je woedend bent, kan je dat voor je laten werken. Het motiveert om ambitieus te zijn. Ik had veel woede in me. Ik voel het ook wanneer ik voordraag. Ik doe dat net zoals ik schrijf: ik raas, schreeuw en tier. Er zijn bijna geen vrouwen die dat doen. Dat is niet erg, alleen maak je dan zo weinig impact.
Ik ben kwaad als ik schrijf. Niet altijd, ik heb ook veel lol. Maar tijdens het schrijven van het hoofdstuk Wees Woedend kookte ik echt van woede. Dan ros ik de woorden eruit. Je moet me dan niet storen. Ik ben dan kwaad op alle andere dingen die ik moet doen dan schrijven. Boodschappen, afwassen, naar de wc gaan. Als een grote narcistische bom die denkt: hoezo moet ik me met dit triviale bezighouden? Ik ben aan het creëren. Dan neem ik alles heel serieus. Ik moet me opsluiten met flessen drank en eten, niks opruimen. Alles moet optiefen.
Ik had vroeger woedeaanvallen. Dan hield ik mijn adem in tot ik bijna stikte. Dat heb ik overgenomen van mijn vader, hij was altijd boos. Ik zag zo veel woede om me heen, dat ik er nog steeds niet tegen kan als mensen boos zijn. Dan word ik grappig genoeg zelf ook boos. Klootzak! denk ik dan. Ik ben eigenlijk helemaal niet agressief. En word niet snel kwaad. Ik ben juist heel makkelijk. En als ik kwaad ben, is het zo weer voorbij.
We vinden dat woede niet past bij de vrouw. Het is niet charmant. Je bent dan hysterisch, labiel of onsympathiek. Dat was altijd al zo: mannen waren helden door hun strijd. Vrouwen waren kenaus. Ook ik ben daar ingetrapt. Ik dacht dat de vorige generatie feministen allemaal bitches waren. Onzin, natuurlijk. En ik maar bewijzen dat ik ook grappig en leuk ben. En vrouwelijk en sexy. Dat is ook allemaal zo, alleen we zijn ook kwaad. We moeten een breder spectrum van menselijke eigenschappen krijgen.”
3. Wees Onbeschaamd
“Ik heb mijn vriendinnen leren masturberen. Ik ken geen gêne met praten over seks, of welk onderwerp dan ook. Daarom is een van mijn missies het bevrijden van de kut. Gelijke lonen zijn leuk, maar pas als de vrouw een ongebreideld seksueel wezen kan zijn, zoals de man, is ze echt vrij.
Het is sowieso raar met seks. Je moet als vrouw balanceren op een dun koord. Gewillig zijn, maar niet té. Inschikkelijk, maar niet té. Assertief, maar niet té. Je moet uitkijken dat je geen slet bent, maar mannen willen ook dat je beschikbaar bent. Het zijn tegenstrijdige boodschappen. We voelen: seks is niet iets waarvan je geniet, maar waartegen je je moet verweren. Vind je het gek dat vrouwen met hun kut overhoop liggen?
Mannen doen gekke dingen. Ze vragen om naaktselfies, worden daar geil van, laten ze vervolgens aan hun vrienden zien. En dan maken ze die vrouw voor hoer uit. Als je haar niet beschaamt, stuurt ze er meer. Dan is het voor iedereen leuk. Maar je maakt haar bang het nog een keer te doen. Wat is dat voor iets raars, jezelf zo in je eigen voet schieten. In je eigen pik schieten!
Vrouwen worden altijd maar afgestraft, ook in porno. Veel vrouwen vinden dat ook nog opwindend, dat een man ze hoer noemt. Raar ding in onze cultuur is dat. Waarom kunnen we niet gewoon zonder oordeel met elkaar neuken? En nee, ik heb geen penisnijd. Ik heb geen problemen met de lul zelf, maar met de lul van wie de lul is. Ik wil ook met dingen wegkomen. Als je een lul hebt, ga je toch wat fierder door het leven. Heeeu, ik heb een penis, ik kan alles maken. En met een kut is het voorzichtig, voorzichtig.
Het is daarom tijd voor een sensuele revolutie. In mijn boek roep ik mijn lezers (Fuckers) op te onderzoeken wat ze willen en verlangen. Kom erachter wat je lekker vindt. Experimenteer, speel, heb plezier. Heb seks. Zuig voor je zusters, neuk voor je nageslacht en ruk voor je redding. Tot je overal pijn hebt en plakkerig intens tevreden in slaap dondert.”
4. Wees Onbescheiden
Bergsma is bezig haar ruimte op te rekken. Illustratief is natuurlijk de totstandkoming van haar manifest. Ze voelde zich gepasseerd, besloot op eigen initiatief iets voor de Boekenweek te schrijven. ‘Ruimte, Fuckers, daar draait het om.’
Ze is het niet het type dat afwacht tot ze ergens voor wordt gevraagd. Ik ontving talloze berichtensalvo’s en geluidsopnames op mijn telefoon. Alle kranten hadden haar al benaderd om haar manifest (naar eigen zeggen). Het zou goed zijn voor Het Parool. Ze had dingen te vertellen. Belangrijke dingen.
De volgende dag: ‘Ik krijg idioot veel interviewverzoeken. Je hebt nu echt een hot topic te pakken, hoor. Vijf interviews over een boek dat er nog niet is.’
Intussen hadden we op de redactie al lang besloten dat we aandacht gingen schenken aan haar manifest. Een zeurende schrijver verandert niks aan de besluitvorming, zowel in negatieve als positieve zin.
Bzzz. Daar is Bergsma weer op de app. ‘Het zou echt heel goed zijn voor Het Parool. Dat zeg ik niet voor eigen gewin of publiciteit, want het gaat heel, heel goed met de publiciteit. Ik doe dit voor jullie.’
Zaterdagavond: ‘Ik mail je even het persbericht van mijn boek. Voor je chef. Ter informatie.’
Bergsma: “Vrouwen die aandacht willen, worden anders beoordeeld dan mannen. Vrouwen zijn aandachtshoeren, mannen zijn ambitieus. Flikker toch op, ik ben ook ambitieus. Ik verdien aandacht. Ik heb dingen te zeggen. Waarom zou ik alleen maar aandacht willen voor de aandacht? Wat heb je daaraan?”
“Ik merk het ook als schrijver. Ik schrijf over seks. Dat wordt dan als goedkoop gezien. Een lerares van een middelbare school waar ik kwam spreken, wilde mijn komst verhinderen. Ze vond wat ik had geschreven vunzig, walgelijke porno noemde ze het. Wolkers en Cremers waren kies vergeleken met mij. Terwijl ik schreef over een meisje van zestien dat geil was en Wolkers iemand een kip liet neuken in een van zijn boeken. Het zal te maken hebben met de woorden ‘meisje’ en ‘geil’.”
“Maar niets is onveranderlijk. Als je zelf ruimte inneemt, krijg je die.”
5. Wees Gevaarlijk
“Ik denk dat vrouwen altijd nog, ergens diep in ons wezen, vrezen voor het fysieke overwicht van mannen. Ondanks de dikke lagen beschaving die erover zitten uitgesmeerd. Zoals Margaret Atwood zei: ‘Mannen zijn bang om uitgelachen te worden, vrouwen zijn bang vermoord te worden.’
Het lijkt ook in het dna van onze samenleving te zitten. In elke film ligt wel een dode hoer in een hoekje. Wat een interessante gedachte is, en onder meer uitgesproken door schrijver Mona Eltahawy: hoeveel verkrachters moeten we vermoorden om te zorgen dat we niet meer verkracht worden?
Professor Mary Anne Franks, rechtsgeleerde aan de Universiteit van Miami, omschreef het als asymmetrie in agressie tussen mannen en vrouwen. Ze zegt dat een toename van gerechtvaardigd geweld van vrouwen tegen mannen en een afname van onrechtvaardig geweld van mannen tegenover vrouwen de boel rechter zou kunnen trekken. Geweld als zelfverdediging en als manier om ooit in een gelijke machtssituatie te komen.
Ik was tijdens het schrijven van dit manifest wel heel bang voor deze passages, hoor. Zoals ik al zei: iedereen wil aardig gevonden worden. En ik wil niet overkomen als radicaal feminist. En als niet gezellig en niet leuk. Dus ik dacht: durf ik dit wel op te schrijven? Ik ben tegen geweld. Maar ook tegen deze ongelijkheid. Het is een cynische werkelijkheid, hè? Dat vrouwen zich nooit zouden bewapenen tegen het geweld van de man. In die zin is #metoo een soort bewapening geworden. Er is eindelijk iets waar mannen bang voor zijn.
Overigens: veel mensen noemen mij gevaarlijk. Ik snap totaal niet waarom. Ik ben een vrij angstig mens. Ik ben overal bang voor. Wat mensen van me vinden. Voor het leven, de dood. Ik heb hoogtevrees, soms zelfs op de grond.
En ik ben doodsbang voor wat mensen van dit boek vinden. Maar: het moet. Vrouwen moeten gevaarlijker gaan schrijven. Nu huilen we te vaak braaf onze boekjes vol. Te humorloos, te saai, te slachtofferig. Geen man die het leest. No one cares. Je moet mensen met je werk voor hun bek slaan. Het door de strot duwen. Net als wij van alles door onze strot geduwd krijgen.”
Ⓒ Het Parool