Drie maanden na #MeToo in de psychiatrieDelphine Lecompte sprak met Delphine Lecompte
‘Feministen zijn verontwaardigd over de mistoestanden van jetsetters, maar na de getuigenis over mijn verkrachting heb ik niemand gehoord’
Dichteres en Humo-columniste Delphine Lecompte deed drie maanden geleden haar huiveringwekkende relaas over het seksuele misbruik waaraan ze bijna een jaar lang werd onderworpen toen ze als kwetsbare bipolaire psychotische anorectische 20-jarige in de psychiatrie was terechtgekomen. Toen ze haar grimmige wraakroepende getuigenis deed, bleef het opvallend stil. Hoe zou dat komen? Delphine Lecompte vroeg het haar zelf. ‘Niemand is geïnteresseerd in misfits, herrieschoppers, gekken, heksen, manipulatieve scharminkels en bleke pornosterren.’
Ik ben al jaren een grote fan van de dichteres. Ze heeft nooit een geheim gemaakt van haar psychiatrische problemen en haar worsteling met alcohol en drugs. Ze schrijft schaamteloos over haar demonen, boemannen, brandstichtingen, dromen, obsessies, driften, winkeldiefstallen en vele gebreken. In mijn ogen is ze taboedoorbrekend.
Ik ben een kennis van Delphine, ik figureer soms in haar gedichten als ‘de gepensioneerde stierenvechter’. Dat ben ik niet, de werkelijkheid is prozaïscher: ik ben slechts een aan lager wal geraakte zwembadopzichter. Na haar dappere getuigenis heb ik haar in de Lidl aangesproken. Ze was weer eens roekeloos rodekool, kangoeroesteaks, granaatappelshampoo en sigarettenhulzen aan het kopen voor de versleten vrachtwagenchauffeur, die haar te weinig op handen draagt en zelfs niet de moeite neemt om haar gedichten te lezen. Ik heb Delphine gevraagd of ik haar mocht interviewen over het trauma dat ze heeft opgelopen in de psychiatrie. Het mocht. Vandaag sta ik op de drempel van haar nieuwe woning in de Jan Boninstraat in Brugge. Ze ontvangt me hartelijk doch bedeesd. We drinken koffie, op de achtergrond klinkt ‘Physical Graffiti’ van Led Zeppelin.
LEES OOK:
#MeToo in de pyschiatrie. Delphine Lecompte getuigt: ‘Ik zal nooit meer een aangename, zorgeloze persoon worden, dat werd mij lang geleden afgepakt’
De man van Delphine Lecompte: ‘Dat ik 36 Cara’s drink voor ik ga slapen, is niet waar. Het is maar de helft’
De moeder van Delphine Lecompte: ‘Ik vervloek mezelf als ik me bezig zie: ‘Was dat nu weer nodig, stom wijf, al die aandacht vragen?’’
HUMO Mag de muziek wat stiller?
DELPHINE LECOMPTE «Nee.»
HUMO Ik val maar meteen met de deur in huis: heeft het gebrek aan respons na je verschrikkelijke getuigenis over misbruik in de psychiatrie je verrast?
LECOMPTE «Nee. Ten eerste: het brede publiek is niet geïnteresseerd in psychiatrische patiënten, verschoppelingen en freaks. Het heeft een vastomlijnd beeld van het perfecte slachtoffer: wit, welbespraakt, aantrekkelijk, stabiel, hoogopgeleid, waardig, verzoenend en bij voorkeur vrouwelijk. Zeker niet te koop lopend met drankmisbruik, morsigheid, agressie en promiscuïteit.
»Wat wellicht ook tegen me heeft gewerkt, is het feit dat ik autofictie bedrijf: in mijn teksten schrijf ik vaak over taferelen van uitzinnig seksueel geweld en kleurrijke gutsende verkrachtingen en doe ik vaak luchtig en achteloos over seksueel geweld. Ik ga meestal uit van een gewelddaad die ik echt heb meegemaakt, maar ik dik het aan, maak het grotesk: ik voeg okapi’s en necrofiele tegelleggers toe. Dat mag blijkbaar niet. Dat vinden mensen te raar, te ingewikkeld, te verwarrend, te ziekelijk, te rauw.»
HUMO Misschien dachten de lezers dat je getuigenis ook autofictie was, of dat ze het alleszins met een korreltje zout moesten nemen. Heb je overdreven?
LECOMPTE «Nee. Alle anale verkrachtingen in die isoleercel en in de slaapkamer van de zoon van de sadistische nachtverpleger zijn waargebeurd, al het seksuele geweld dat ik heb beschreven, heb ik precies ondergaan zoals ik het uit de doeken heb gedaan. Vergeten groenten in mijn aars incluis (lacht). Alsook de verbale vernederingen, die me misschien nog het meest hebben beschadigd.»
HUMO Heeft het je enigszins opgelucht of geholpen om erover te schrijven?
LECOMPTE «Helemaal niet, het heeft oude wonden opengereten. Ik voelde me achteraf een weerloos wrak, onbenullig ook. Onnozel, bespottelijk, opengesperd, geëxposeerd. Ik ben erachter gekomen dat ik geen talent heb voor het slachtofferschap. Ik ben liever een radicale tegendraadse weerspannige schuimbekkende schelm dan een schriel broos jammerend snotterend beklagenswaardig kneusje.»
HUMO Waarom heb je het stuk dan geschreven?
LECOMPTE «Ik weet het niet. Omdat ik gewond ben, maar ik wil niet gewond zijn. Het is moeilijk, het is complex…
»Ik lees zoveel verhalen over triviaal minuscuul seksueel wangedrag, en ik weet ook wel dat het geen competitie is, maar wat ik heb meegemaakt, was zo buitensporig en verwoestend dat ik me moest laten horen. Ook voor de andere slachtoffers van de nachtverpleger, want hij heeft nog slachtoffers gemaakt en zij hebben niet het podium dat ik heb. En misschien ook niet dezelfde veerkracht en woede. Ik had gehoopt dat er iets wezenlijks zou veranderen in de psychiatrie, dat er grote kuis zou worden gehouden, dat mijn verhaal en dat van andere slachtoffers zou worden uitgeplozen, maar er gebeurde helemaal niets.
»Ik wilde er zeker niet de grote Delphine Lecompte-show van maken.»
HUMO Zo kwam het misschien toch over op de mensen, je stond op de cover van Humo. Sommige Humo-lezers – niet ik, zeker niet ik – zijn je misschien een beetje beu geraakt?
LECOMPTE «Ja, dat zei mijn moeder ook al. Door mijn driftige hilarische incoherente onuitstaanbare zogeheten controversiële opiniestukken die elkaar in hoog tempo opvolgen, heb ik heel wat tegenstanders verzameld. Ik weet dat ik weerstand opwek bij brave gezapige bekrompen pezewevers, dat is ook mijn bedoeling. Ik provoceer graag. En ik hou van de aandacht, ook van de negatieve aandacht. Dat is de Axl Rose in mij (lacht). Ik ben natuurlijk een uitbundige onverbeterlijke schaamteloze exhibitionist, maar dat betekent toch niet dat mijn getuigenis afgewimpeld moest worden als de zoveelste irritante ongepaste smakeloze eruptie van de vreselijke aanstellerige gestoorde Lecompte? Als een persoon die op je zenuwen werkt, vertelt dat hij of zij werd verkracht, moet je dan je ergernis en aversie niet opzijzetten en die persoon aanhoren en koesteren? Het is wat ik zou doen.»
HUMO Je bent een soort Jezusfiguur, je noemt jezelf ‘beschermvrouwe van de verschoppelingen’.
LECOMPTE «Nee. Ik ben zelf te veel een verguisde ontredderde eczemateuze sukkelachtige paria om de troosteres van de verdrukten te kunnen zijn, maar ik wil wel aan gemarginaliseerde onbeminde personen met een psychische aandoening en/of een verslavingsproblematiek een stem geven.»
Wrede fantasieën
HUMO Je hebt het opgenomen voor Roman Polanski, Jan Fabre en Bart De Pauw.
LECOMPTE «En dan? Zij zijn geen monsters. Ze hebben misstappen begaan, ze zijn allicht een tikkeltje narcistisch en gulzig en megalomaan en manipulatief en egocentrisch en barbaars. Maar ze zijn niet kwaadaardig. En ik blijf erbij: grensoverschrijdend gedrag in een creatieve maar ook in een erotische context, is altijd ambigu. Als mijn geliefde en ik geil zijn en de liefde bedrijven, dan vragen we elkaar niet om de haverklap toestemming om vingers in openingen te introduceren en elkaar te knijpen en kletsen uit te delen. Dat gebeurt vanzelf, koortsig en extatisch, we hebben geen draaiboek nodig. De liefdesdaad voortdurend moeten onderbreken om aan je geliefde te vragen hoe hard de zweep mag klappen, hoeveel auberginemousse aan het scrotum mag worden gesmeerd, en hoe diep de vinger mag poken: het lijkt me verschrikkelijk vermoeiend en slopend, en een remedie tegen de lust.
»Ik vertrouw mijn geliefde, ik vind het fijn wanneer hij zichzelf verliest en me knijpt en slaat. Ik moet niet vrezen voor mijn leven. Seks is zalig, net omdat er een stuk controleverlies en irrationaliteit en spanning en gevaar mee gepaard gaat en erin verweven zit.»
HUMO Je hebt in één van je stukken over Bart De Pauw bekend dat je ook zelf gestalkt hebt.
LECOMPTE «Ja, en daarmee heb ik niet willen zeggen: dus is het oké. Ik wilde alleen maar zeggen: geen enkele mens is puur, zuiver, nobel, smetteloos en compleet rechtschapen. Gelukkig maar! We hebben allemaal rare kronkels, vieze neigingen en perverse macabere sinistere wrede fantasieën.»
HUMO Ze uitleven kan niet.
LECOMPTE «Maar erover schrijven en de perversies ombuigen tot grote kunst kan wel. Grote kunst moet de grenzen van het onwelvoeglijke overschrijden. Dat is tegenwoordig geen populaire mening. Ik heb nooit een lans gebroken voor seksisme of ongelijkwaardigheid, maar ik vind vraatzuchtige genadeloze onbetrouwbare bandeloze saters in romans en films vaak wel de interessantste personages. Er gaan nu stemmen op om geen racistische personages meer op te voeren, dat is te belachelijk voor woorden! De interessantste personages zijn al dan niet gekwelde zondaars: pooiers, moordenaars, premiejagers, dronkaards, oplichters, gokkers, treinrovers en verkrachters. En de interessantste thema’s in de kunst zijn altijd geweld, hartstocht, rancune, haat, bedrog, incest, hooliganisme, drugmisbruik, afgunst, liederlijkheid, kannibalisme en natuurlijk ook taxidermie en moederverering!»
HUMO Je collega Heleen Debruyne staat vaak lijnrecht tegenover jou.
LECOMPTE (blaast, niest, geeuwt, kokhalst, krabt aan haar aars, zucht, legt een andere plaat op, ‘Atom Heart Mother’ van Pink Floyd, ze bedenkt zich en legt ‘Cowboy in Sweden’ van Lee Hazlewood op, bedenkt zich opnieuw en legt ‘Appetite for Destruction’ van Guns N’ Roses op)
LEES OOK:
Bij veel vrouwen leven zeker wraakgevoelens’:in gesprek met Delphine Lecompte en Heleen Debruyne
HUMO Er ligt iets op je lever.
LECOMPTE «Feministische collega’s van mij zijn constant verontwaardigd over de schandelijke harteloze masculiene mistoestanden waar ravissante steenrijke topmodellen en andere jetsetters het slachtoffer van zijn, maar toen ík mijn #MeToo-verhaal bracht, heb ik niemand gehoord. De mythische solidariteit onder vrouwen bleek inderdaad een mythe.
»Maar ik begrijp het: ik ben woest en onvoorspelbaar en hartstochtelijk en ranzig en walgelijk en monsterlijk en hoogmoedig en venijnig en explosief. En die feministische collega’s zijn pragmatisch en calculerend en steriel en correct. Bloedeloos. Ze willen zich niet aan mij verbranden, ze willen niet geassocieerd worden met mij. Ze willen de puriteinse tijdgeest stroop om de mond smeren, ten koste van eeuwen ontaarde baldadige grandioze degoutante gulzige hitsige subversieve experimentele ontregelende kunst en literatuur! Iedereen moet de brandstapel op, zelfs Picasso. Omdat hij geen pralines kocht voor zijn muzen, hij was niet zorgzaam en galant genoeg. Een grote kunstenaar moet helemaal niet zorgzaam en galant zijn! Grrrrrr...»
HUMO Nu klink je kwaad.
LECOMPTE «Ik ben razend! Dat koddigheid en onberispelijkheid tegenwoordig beschouwd worden als kwaliteiten... in de kunst? Ik vind het kwalijk en verbijsterend.
»Maar ik ben ook kwaad dat de goegemeente, de pers, mijn feministische collega’s én de Orde der Artsen het blijkbaar totaal niet de moeite vonden om in actie te schieten en de nachtverpleger, maar ook zijn oversten, de mantel uit te vegen. De hypocrisie van alles, van allen...»
Seksverslaving
HUMO Je zei eens tegen mij dat je geen slachtoffer genoemd wilt worden.
LECOMPTE «Ik haat de passiviteit van die rol, het lijdzame en deerniswekkende. Ik wil krachtdadig, radicaal, snerend en subversief zijn: wetteloos, baldadig, rebels, excessief en immoreel. Wellustig ook. Seks, seks, seks.»
HUMO Begrijp je dat mensen het vreemd vinden dat een slachtoffer, sorry, overlever van seksueel misbruik zo gretig, vunzig en expliciet over haar erotische escapades schrijft?
LECOMPTE «Elk slachtoffer, nu doe ik het zelf, elke overlever van seksueel misbruik moet zijn of haar manier vinden om ermee om te gaan. Mijn strategie is literaire blasfemische ranzigheid en levensechte dwangmatige gortigheid.
»Mijn moeder zegt dat ik een seksverslaving heb en mijn moeder heeft altijd gelijk. Zo vreemd is dat niet: ik heb nu zelf de touwtjes in handen en dat vier ik uitbundig. Met de voormalige vrachtwagenchauffeur. Maar ook op regelmatige basis met een Monegaskische diepzeeduiker, een verdorven touwslager en een morbide leeuwentemmer. Nog maar zelden met de norse lamaverzorger en de profetische glasblazer, ze hebben afgehaakt, jammer.
»De meeste sekswerkers en sletten hebben een geschiedenis van seksueel misbruik. Ben ik een slet? Ja. Ben ik een genie? Misschien. Ben ik de Jean-Marie Berckmans van de Aldi met een vleugje Sagan? Graag.»
HUMO De wielrenner Sagan?
LECOMPTE «Het Franse wonderkind dat ‘Bonjour tristesse’ schreef!»
HUMO Ga rustig of onrustig verder.
LECOMPTE «Ben ik grillig en authentiek en combattief en a pain in the ass? Zo vaak mogelijk. Ben ik verzot op mezelf? Zelden. Ben ik te gefixeerd op mijn eigen pijn en obstakels? Wie niet? Er bestaat niet één correcte gepaste aanvaardbare zaligmakende manier om met de demonen uit je verleden om te gaan.»
HUMO Op het eind van je getuigenis heb je de #MeToo-beweging de hand gereikt. Zijn jullie ondertussen vrienden geworden?
LECOMPTE «Natuurlijk niet. Ik ben te tegendraads, te autonoom en te onuitstaanbaar om lid te worden van een dogmatische humorloze steriele club vol nette moraliserende knullen en ernstige sissende wichten zonder zelfspot. Ik richt Hashtag FreakToo op, ik ben het enige lid. Voorlopig.»
HUMO Ben je eenzaam?
LECOMPTE «Nooit. Hoepel op!»
HUMO Wat?
LECOMPTE «Ik ben ontevreden over dit interview.»
HUMO Jij bent altijd ontevreden en misnoegd.
LECOMPTE «Dat klopt!»
Delphine Lecompte neemt een tapijtschaar en valt me aan. Ik ren haar nieuwe woonst uit.
‘Wacht!’
Ik draai me om: ze staat op blote voeten en zonder tapijtschaar voor mij. Berouwvol, klappertandend, een verward verwilderd kind. Ik neem haar in mijn armen, ze bijt mij.
HUMO Ai! Trut!
LECOMPTE (gniffelt) «Het was sterker dan mezelf. Maar ik wil nog iets kwijt: natuurlijk heeft het me gekwetst dat ik de boodschap heb gekregen dat niemand een zier geeft om psychiatrische patiënten. Blijkbaar is het ene slachtoffer meer gelijk (zie George Orwell), waardevoller en gewenster dan het andere slachtoffer. Helemaal bovenaan staan witte Hollywoodsterren en girafachtige topmodellen. Daarna komen de telegenieke seksuologen en de jonge elegante waardige sierlijke kaarsrechte vrouwelijke dokters die vloeiend Armeens spreken en harlekijnpoedels met een stamboom bezitten. Nog een trap lager staan de universiteitsstudenten met welgestelde ouders, bij voorkeur notarissen en makelaars zonder luierfetisjisme. Er net onder vinden we de gekwelde korzelige kwade opstandige universiteitsstudenten met een beurs en met ouders die ‘slechts’ poetsvrouw, rekkenvuller, boomchirurg of stukadoor zijn. Nog wat lager staan de gemolesteerde korfbalspelers met een hazenlip. En helemaal onderaan, volstrekt verwaarloosbaar, heb je een grote groep kansarme schizofrene verloederde angstige verslagen paria’s: schizofrene truffelraapsters, boulimische ex-kooivechters, dementerende orgeldraaiers, analfabete jongenshoeren, bipolaire garnalenpellers, Bretoense pyromanen, versleten paardengokkers, enzovoort. Een groep zonder stem. Zij zijn weerloos en ze worden overal bespuwd, verguisd en mismeesterd. Zelfs in de psychiatrie. Voor hen heb ik mijn nek uitgestoken. Maar niemand heeft me gehoord. Want niemand is geïnteresseerd in misfits, punks, nomaden, anarchisten, herrieschoppers, gekken, heksen, manipulatieve scharminkels en bleke pornosterren. Bedankt voor niets!»
Delphine Lecompte steekt de straat over en maakt een praatje met een ontslagen kraanmachinist. Ze ziet er plots onbevangen en ontspannen uit, haast gelukkig. Mijn wang bloedt. Ik keer met gemengde gevoelens terug naar huis. Voor het slapengaan lees ik ‘The Best of Delphine Lecompte’. Onmogelijk mens, ongeneeslijk wrak, gekwelde teef, formidabele mythomaan, genadeloze stokebrand, fantastische dichter. Bedankt voor alles!