Fence - Fence
Lang geleden intussen al, dat ik de nieuwe Fencevoor het eerst gehoord heb. Lang geleden ook dat ik nog zo blij was geworden van popmuziek.
En lang geleden dat ik zo kwaad was als toen ik ‘m, begin november in een repetitiehok in Wellen, appelstreek-Limburg, niet mee naar huis kreeg. Vier fokkingmaanden op moeten wachten!
Maar hier ligt-ie dan, en ik ken ‘m van buiten. Zelfs bij wat nu ongeveer de vierendertigste beluistering moet zijn blijf ik bij elke song minstens vier keer zeggen: ‘Goed! Zó goed’.
Waar ik dan zo enthousiast van word? Goh, in eerste instantie van de songs natuurlijk. Bijna stuk voor stuk singles zijn het: ‘Cool Spirit’ en ‘Walk the Talk’ (zie Arriba!) hebben we al gehad, ‘Bee Song’, ‘Without a Trace’, ‘I Think I Do’ en ‘Haystack’ gaan ongetwijfeld volgen.
En als ze ook hierin een beetje avontuurlijk van aard zijn, brengen ze ook het door een drammerige sample aangedreven ‘Of Day and Night’ en de zalig ingetogen afsluiter ‘Evolution Calling’ nog als single uit.
Of mijn absolute favoriet, ‘Didn’t Mean You No Harm’, dat van zijn titel meteen het volledige refrein maakt en begint met de heerlijke woorden: ‘How long, ‘till we reach the bottom of this song?’ Exact longgenoeg.
En dan zijn er die vele geniale ingevinkjes. Die héél eventjes aanzwellende backings – geen halve seconde - ergens losweg in de vierde of vijfde zin van de eerste strofe van ‘I Think I Do’ gemikt: waarom in godsnaam? Maar zo heerlijk fantastisch. Vooral de vierendertigste keer. En volgens mij zijn het zelfs geen backings maar keyboards.
Ik ga stoppen. En afsluiten met te zeggen dat Fence niet blij is met de vele Beatles-vergelijkingen die er te maken vallen. Over de samenzang bijvoorbeeld, over de solo-Lennon-drumsound in sommige tracks, of de sitar in ‘Bee Song’. Niet blij met Beatles-vergelijkingen: ook typisch Fence. Zullen we snel een hulpgroep voor ze oprichten?