Fidelio, l’odyssée d’Alice
Te land, ter zee en van de grond.
Winnaar van onze wekelijkse Het Zal Allemaal Wel, Maar Het Zal Ons Toch Worst Wezen-wisselbeker: ‘Fidelio, l’odyssée d’Alice’, het regiedebuut van de Franse Lucie Borleteau dat in eigen land op gejubel en wild de lucht ingeworpen stokbroden onthaald werd.
Centraal staat Alice, een 30-jarige mecanicienne die de wereld rondvaart als crewlid op het vrachtschip Fidelio – zo, hebt u meteen de titel doorgrond – en die aan boord van die schuit gaandeweg haar vrouwelijke seksualiteit ontvouwt in een wereld vol smeerolie en uit de oevers tredend testosteron. Aan wal achtergebleven: een naïef vriendje dat niet helemaal doorheeft dat op zee niet enkel de baren op en neer deinen.
Interessante premisse? Absoluut! Interessante film? Nou, nee. Erg jammer allemaal, maar Borleteau is ergens halfweg vergeten ook nog een plot voor haar debuut te bestellen. Het gevolg is dat het anderhalf uur vooral opgaat aan aanmodderen in de marge, met zijsprongetjes die achteraf gezien nooit méér betekenen dan een malle choreografie, slechts onderbroken voor een rondje getroebleerd copuleren met deze of gene kapitein.
Lichtpunt van ‘Fidelio’ is dan weer Alice zelf: de Grieks-Franse Ariane Labed – van verre lijkt ze op een kruising tussen Marion Cotillard en Lize Feryn, van dichtbij nog méér – kwijt zich verdienstelijk van haar taak, maar ze kan aan het eind van de dag ook alleen maar roeien met de riemen die ze van hogerhand in de handen gestopt krijgt. Als Labed ondanks haar ravissante verschijning toch geen blijvende indruk weet te maken, is dat niet haar schuld maar die van de prent waarin ze dartelt, en prent die kampt met een chronisch gebrek aan memorabele scènes en dialogen die naam waardig. Hup, de boot in!
Bekijk de trailer:
undefined